dinsdag 24 oktober 2017

Nederland heeft na Denemarken beste pensioenstelsel ter wereld

Nederland heeft volgens nieuw onderzoek het op één na beste pensioenstelsel ter wereld. Ons land blijft nummer drie Australië voor, terwijl het gat met nummer één Denemarken zelfs iets kleiner is geworden.

Sinds 2009 vergelijkt adviesbureau Mercer in de zogeheten ‘Global Pension Index’ de pensioenstelsels van landen over de hele wereld. Dit jaar werd gekeken naar de pensioenstelsels van dertig landen, drie meer dan vorig jaar*. De ranglijst van beste pensioenstelsels is gebaseerd op een evaluatie van de prestaties op drie elementen: toereikendheid, toekomstbestendigheid en integriteit. Daarbij werden onderdelen geanalyseerd, zoals door de overheid gefinancierde pensioenen, zelf gespaarde pensioenen, economische groei en overheidsschulden, maar ook eigen spaargeld en woningbezit van deelnemers.

Denemarken mag zich volgens de adviseurs wederom koploper noemen in de pensioenwereld. De totaalscore van Denemarken in de index is weliswaar lager dan in 2016, maar met 78,9 punten heeft het nog net voldoende punten voor een eerste plaats. Ook Nederland zag haar totaalscore dalen, maar wist wederom Australië voor te blijven. “De reden dat Nederland minder goed scoort dan vorig jaar is met name een andere weging van de indicatoren (reële economische groei is toegevoegd als een nieuwe wegingsfactor, red.), het stelsel is ten opzichte van vorig jaar nauwelijks gewijzigd,” verklaart pensioendeskundige Marc Heemskerk.




Nederland en Denemarken scoren vooral punten door de grootte van hun pensioenpot in verhouding tot de omvang van de economie. Zo is de omvang van het Deense pensioenvermogen zelfs ruim twee keer zo groot als dat van de economie, in Nederland is de pensioenpot goed voor zo'n 180% van het bruto nationaal product.

Over de hele linie staan pensioenstelsels wereldwijd onder grotere druk dan ooit, constateert David Knox van Mercer. Trends als de stijgende levensverwachting, de flexibilisering van de arbeidsmarkt, hoge staatsschulden en de lage rente raken alle pensioenstelsels.
Prestaties per land

In vergelijking met de 2016-editie van het onderzoek zijn er weinig grote veranderingen in de top 10. Singapore heeft Zwitserland ingehaald en staat nu op de 6e plaats. In de top 10 staan vooral Europese landen. Buiten Europa scoren Australië, Singapore, Canada en Chili het beste.

Op het gebied van toereikendheid doet Frankrijk het dit jaar erg goed. De Fransen stegen met ruim vijf punten en bekleden daarmee de eerste plaats. Vorig jaar was dit nog Nederland. Wat betreft toekomstbehendigheid behaalde Denemarken de hoogste score. Qua integriteit staat Finland net als vorig jaar op nummer 1. Nederland haalde een top 3 positie bij alle onderdelen.

Wil Nederland de koppositie veroveren van de Denen, dan zou de branche vooral de arbeidsparticipatie van ouderen een impuls moeten geven. Heemskerk: “De voornaamste aanbevelingen in het rapport zijn een grotere arbeidsparticipatie voor ouderen en meer besparingen voor de oude dag.” Ook de toekomstbestendigheid van ons pensioenstelsel is een aandachtspunt.

Het nieuwe regeerakkoord biedt volgens Heemskerk ons land “goede mogelijkheden” om in de toekomst de koppositie, die het in 2009, 2010 en 2011 nog bekleedde, terug te winnen.

woensdag 18 oktober 2017

Nieuw pensioenstelsel nog problematischer dan huidig pensioenstelsel

Het persoonlijke pensioen levert minder op dan het huidige stelsel wanneer het tegenzit op de financiële markten. Dat blijkt uit nieuwe doorrekeningen door de pensioenfondsen van de voorstellen voor de hervorming van het pensioenstelsel, zo melden ingewijden aan Pensioen Pro en het Financieele Dagblad. Daar staat tegenover dat wanneer de beurskoersen hard stijgen, het pensioenresultaat ook beter is.

De uitkomsten van de berekeningen zijn gedeeld met de sociale partners, die er volgende week over zullen praten in de Sociaal Economische Raad (SER). Uiteindelijk zijn het de werkgevers en werknemers in de SER die de knoop moeten doorhakken over de overgang naar een nieuw stelsel.

Vorige week kondigde het nieuwe kabinet grootse pensioenhervormingen aan. Iedereen moet per 2020 aan de persoonlijke pensioenpot. Vandaag slaat het conservatieve smaldeel van de pensioensector keihard terug door desastreuze informatie te lekken naar het Financieele Dagblad en Pensioen Pro. Want wat blijkt uit doorrekeningen die pensioenfondsen hebben gemaakt? 'Het persoonlijke pensioen levert minder op dan het huidige stelsel wanneer het tegenzit op de financiële markten'. En dat vinden een aantal pensioenfondsen (hoi Benne!) en de FNV geen optie. Zij hebben juist een stelsel voor ogen dat 'een beter pensioen oplevert, met minder kans op kortingen en meer kans op indexatie'. Het nieuwe stelsel creëert daarentegen 'pech- en geluk-generaties'. Wie in tijden van beursvoorspoed opbouwt, krijgt meer pensioen dan mensen die om de haverklap een black monday voor de kiezen krijgen. Het verzet is een streep door de rekening van het kabinet, dat juist wil dat pensioenfondsen vaart maken met het invoeren van SER-variant lV-C-R; de persoonlijke pensioenpot waarbij collectief wordt belegd en risico's gedeeld, zij het een tikkeltje minder dan nu. In dat laatste bevindt zich de kern van de poedel. De jonge installateur die morgen vol frisse moed met zijn nieuwe baan begint, stort zijn pensioengeld verplicht in pensioenfonds PMT. PMT heeft momenteel te weinig in kas om het pensioen van de jonge installateur later uit te betalen. Dat maakt echter niet uit, want ooit gaat het heus wel weer goed. En anders zijn er straks weer nieuwe jonge installateurs die bijleggen (of anders verzorgt de belastingbetaler net als in 2018 de bail-out). Het nieuwe stelsel gaat ook uit van solidariteit tussen deelnemers, maar die strekt minder ver dan in het huidige stelsel. Er komt een collectieve buffer om tegenslagen op te vangen, met als strikte voorwaarde dat die buffer niet negatief mag worden, want dan schuif je risico's door naar volgende generaties. Iets dat in het huidige stelsel bij te lage dekkingsgraden gewoon is toegestaan. En dat, zeggen de fondsen, willen we behouden want dat helpt 'tegen uitschieters naar beneden in het pensioenresultaat'. Spannend allemaal dus weer en nu afwachten of de berekeningen van de protesterende pensioenfondsen eigenlijk wel kloppen.

vrijdag 13 oktober 2017

Fondsen beleggen 1043 miljard euro in het buitenland


De Nederlandse Investeringsinstelling (NLII) heeft onder andere in samenwerking met DNB onderzocht waar Nederlandse verzekeraars en pensioenfondsen hun vermogen in beleggen. De NLII is een organisatie die institutionele beleggers (zoals pensioenfondsen en verzekeraars) helpt om te investeren in onze eigen Hollandse economie. Het brengt grote beleggers en geschikte projecten bij elkaar en verstrekt met het vermogen van de institutionele beleggers leningen aan bedrijven. Nou, komt 'ie dan: Nederlandse pensioenfondsen hadden eind 2016 een belegd vermogen van €1.224 miljard, waarvan €152 miljard (12,4%) in Nederland. De verzekeraars hadden een belegd vermogen van €481 miljard, waarvan €193 miljard (40,1%) in Nederland. Het merendeel van het vermogen van pensioenfondsen gaat inderdaad naar investeringen over de grens: 85,3% van het totale vermogen. 


Van de 12,4% dat in Nederland wordt geïnvestereerd gaat het grootste gedeelte (22%) naar vastgoed en een measly 2,2% naar Nederlandse bedrijven in de vorm van aandelenportefeuilles. Wat dat betreft doen lijken verzekeraars veel meer last te hebben van een home bias, met bijvoorbeeld een volledig Nederlandse vastgoedportefeuille. Ook de helft van de vastrentende waarden (staatsobligaties, hypo's en kredieten) van verzekeraars blijkt in Nederlandje te zijn gestoken. ter vergelijking: bij de pensioenfondsen ligt dat op 18%.

dinsdag 10 oktober 2017

Rutte 3 plan: Persoonlijk pensioen met gedeelde risico’s

Het kabinet wil de stap zetten naar een meer persoonlijk pensioen, waarin we meer inzicht krijgen in ons eigen pension maar wel risico’s blijven delen en samen beleggen. Hiermee wordt het pensioen duidelijker voor mensen. De oneerlijke doorsneepremie wordt geschaft. Van Weyenberg (D66): “Met deze maatregelen wordt het pensioenstelsel duidelijker, eerlijk en minder rentegevoelig. Het stelsel gaat zo beter aansluiten bij de veranderende arbeidsmarkt en de behoefte aan meer maatwerk. Ook kunnen rekeningen niet meer worden doorgeschoven naar de toekomst. We werken graag samen met sociale partners aan het nieuwe pensioencontract, want het geld in de pensioenfondsen is niet van de overheid, maar van de deelnemers.”