In 20 OESO-landen zijn de pensioenbesparingen ver onder de maat, en in Griekenland ver onder de maat. Per hoofd van de bevolking hebben de Grieken 135 euro in pensioenpotten zitten, Nederlanders 81.000 euro (eind 2018).

Analyse: pensioen niet uit te leggen

Maar tegenover deze simpele praktijk staan ingewikkelde regels die zijn opgesteld voor de pensioenfondsen. Regels die er zijn om te vermijden dat de fondsen er een zooitje van maken.
De pensioenfondsen investeren honderden miljarden euro’s in beleggingen die relatief veilig zijn, zoals staatsleningen. Maar er gaan ook miljarden naar aandelen of andere beleggingen. En 2019 was voor veel van die beleggingen een uitstekend jaar. De fondsen hebben superrendementen behaald.
Een pensioenfonds heeft tegenover de beleggingen ook een verplichting om pensioenen uit te betalen. Voor de berekeningen van die verplichting wordt (volgens de strikte regels) gewerkt met de lage rente die er thans is. Hoe lager de rente, hoe meer er nu in kas moet zijn om op termijn een bedrag te betalen.
Dat is een veilige manier van rekenen. Maar ook een manier die ertoe leidt dat de fondsen gouden tijden beleven op de beurs en toch de pensioenen niet kunnen laten stijgen; de berekende verplichtingen groeien immers sneller dan de beleggingen. Dat is bijna niet uit te leggen aan de deelnemers van de fondsen. Dat is erg want als werknemers verplicht meedoen moet het stelsel op zijn minst begrijpelijk zijn.
3 januari 2020
Aon: Pensioenkortingen over een jaar realistisch scenario
De pensioenkortingen zijn bij sommige pensioenfondsen weliswaar van de baan voor dit jaar, maar kortingen vanaf 1 januari 2021 blijven een realistisch scenario. Deze voorspelling doet financieel dienstverlener Aon donderdag in een bericht.
"De rente blijft waarschijnlijk laag en aandelenbeleggingen zijn onzeker", aldus Aon. "Als een pensioenfonds nu een dekkingsgraad van 90 procent heeft, wordt het een hele uitdaging om naar 100 procent te komen."
Pensioenfondsen hebben het afgelopen jaar flink last gehad van de gedaalde rente. Hierdoor daalden ook de dekkingsgraden. Tegelijk maakten de fondsen ook relatief hoge rendementen op onder meer hun aandelenbeleggingen.
"Het is ook de vraag hoe er dit jaar geacteerd wordt als de fondsen er nog steeds slecht voor staan", zegt Frank Driessen, directeur van Aon Retirement & Investment. "Zeker met het oog op de verkiezingen in 2021 kan het zomaar gebeuren dat ook eind 2020 de kortingen niet toegepast worden."
De gemiddelde dekkingsgraad, de verhouding tussen het vermogen van de fondsen en de verplichtingen, daalde in 2019 van 104 procent naar 103 procent. Meerdere fondsen hebben een dekkingsgraad onder de 100 procent.
19 november 2019
Pensioenkortingen grotendeels van de baan
Pensioenfondsen die in problemen verkeren krijgen onder voorwaarden langer de tijd om te voldoen aan de huidige gestelde financiële eisen. Met deze maatregel wordt naar verwachting voorkomen dat een groot aantal pensioenfondsen volgend jaar kortingen moet doorvoeren.
Dat schrijft minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. De huidige financiële problemen bij pensioenfondsen onderstrepen opnieuw het belang van een hervorming van het huidige pensioenstelsel. De uitwerking van het pensioenakkoord heeft daarom de hoogste prioriteit.
Minister Koolmees: “Veel mensen maken zich zorgen over hun oudedagsvoorziening. Die zorgen begrijp ik. De financiële situatie waarin een groot aantal pensioenfondsen zich bevindt, stelt het vertrouwen flink op de proef. Mensen lezen over dreigende kortingen, maatschappelijke onrust en twijfels over de toekomst van ons pensioensysteem. En dat terwijl het kabinet en sociale partners met het pensioenakkoord een hele belangrijke stap in de goede richting hebben gezet.
De uitwerking van het pensioenakkoord heeft daarom de hoogste prioriteit. Rust en stabiliteit zijn nodig om dat de komende periode goed te doen. Om die reden krijgen pensioenfondsen die in problemen verkeren onder voorwaarden langer de tijd om te voldoen aan de gestelde financiële eisen. Kortingen zijn daarmee volgend jaar naar verwachting voor een groot deel van de baan”
13 oktober 2019
Brandbrief:
Strenge rekenregels drijven pensioenfondsen in het nauw
De druk op het kabinet om verlaging van de pensioenen te voorkomen wordt opgevoerd. Veertig prominenten hebben zondag een brandbrief aan de fractievoorzitters in de Tweede Kamer gestuurd. Daarin hekelen ze de rekenregels die de pensioenfondsen in het nauw hebben gedreven.

Onder de ondertekenaars zijn economen als Coen Teulings, Bernard van Praag en Harrie Verbon en oud-politici als Elco Brinkman. Ook oud-werkgeversvoorzitter Bernard Wientjes heeft getekend.
Zij betogen in de brief dat ‘de feitelijke financiële ontwikkelingen bij onze pensioenfondsen (...) aanzienlijk afwijken van de thans gehanteerde rekenregels’. Zij willen de ‘rekensystematiek ter discussie stellen in het licht van het bestaande pensioencontract en zeker ook in het zicht van hervorming daarvan’. Daarmee verwijzen zij naar het pensioenakkoord dat vakbeweging, werkgevers en kabinet in juni sloten over hervorming van het pensioenstelsel. In dat nieuwe stelsel gaan pensioenaanspraken op de schop en veranderen de rekenregels.
De ondertekenaars bezweren dat zij kortingen niet willen voorkomen als die noodzakelijk zijn. Maar zij willen ‘uitsluitend tegenwicht bieden tegen onjuiste conclusies gebaseerd op een rekensystematiek die soms welhaast lijkt te worden verdedigd om te kunnen korten’. Zij leveren ‘een pleidooi voor een rekensystematiek die meer aansluit bij de werkelijkheid’.
Die werkelijkheid is, zo betogen de veertig ondertekenaars, dat de vermogens van de pensioenfondsen de eerste helft van dit jaar zijn toegenomen met 161 miljard euro. Daarmee is het totale pensioenvermogen met 12 procent gestegen.
Zij plaatsen dat bedrag meteen in perspectief: ‘Het is een forse bijdrage aan ons pensioenstelsel dat in 2018 een bedrag van bijna 31 miljard uitkeerde aan 3,3 miljoen pensioengerechtigden. Omdat de pensioenfondsen in datzelfde jaar een bedrag van ruim 33 miljard aan premie ontvingen, kan deze hele vermogenswinst worden toegevoegd aan de bestaande pensioenvermogens die eind vorig jaar 1322 miljard bedroegen.’
Volgens hen zal het nog ‘vele jaren’ duren voor de fondsen meer uitkeren dan er binnenkomt. ‘En dan nog zullen de fondsen een omvangrijke buffer achter de hand hebben (momenteel al 48 keer de in 2018 uitgekeerde pensioenen) waaruit de pensioenen verder kunnen worden gefinancierd.’
Hoe kan het dan dat er toch verlaging van pensioenen van ouderen en pensioenaanspraken van werkenden dreigen, vragen de briefschrijvers zich af. ‘Heel simpel: het ligt onder meer aan de huidige rekenregels die tot in extremis worden aangehouden. In 2006 heeft de politiek besloten dat de pensioentoezegging voortaan nog veel sterker moest worden gegarandeerd. Voor jong en oud zou de pensioentoezegging voor 97,5 % moeten worden zekergesteld.’
Strenge rekenregels
Door die rekenregels ‘moeten de pensioenfondsen nu rekenen met een verwacht rendement van vrijwel nul en de kans bestaat dat de fondsen binnenkort van negatieve rendementen moeten uitgaan.’ Terwijl de feitelijke rendementen dus veel hoger zijn. ‘Ten eerste hebben de Nederlandse pensioenfondsen sinds het begin van de jaren negentig, na de liberalisering van de kapitaalmarkten, jaarlijks een gemiddeld rendement gemaakt van ongeveer 7 procent.’
De briefschrijvers voeren nog een bezwaar aan tegen de strenge rekenregels. ‘De bedoeling was om de pensioenen zo zeker mogelijk te maken. Maar precies het omgekeerde is gebeurd. Er zijn in ons land nog maar heel weinig mensen te vinden die geloven dat zij een gegarandeerd pensioen hebben. Dat geloof is echt wel verdwenen.’
Daarom pleiten de briefschrijvers voor een nieuwe systematiek om te berekenen hoe een pensioenfonds ervoor staat: ‘Voor een deel gebaseerd op de risicovrije rente en voor een ander deel gebaseerd op de gerealiseerde rendementen.’
27 september 2019
Pensioenkortingen niet uit te leggen
De strenge rekenregels waar pensioenfondsen zich aan moeten houden, moeten worden versoepeld, zegt Corien Wortmann, bestuursvoorzitter van pensioenfonds ABP, vrijdag in gesprek met De Telegraaf.
De grote pensioenfondsen staan er momenteel zo slecht voor dat ze zeer waarschijnlijk moeten korten. De twee grootste pensioenfondsen hebben momenteel zelfs een dekkingsgraad van onder de 90 procent.
De dekkingsgraad geeft de verhouding aan tussen de pensioenverplichtingen en het geld in kas. Bij 100 procent is er precies genoeg geld in kas, bij alles daaronder zijn er te weinig middelen om de pensioenverplichtingen na te komen.
Kortingen zouden onbegrijpelijk zijn, zegt Wortmann. "Ons pensioenvermogen is in de afgelopen tien jaar verdubbeld en onze deelnemers hebben daar geen cent extra van gekregen".
De pensioenfondsen willen daarom dat er niet meer alleen met de extreem lage rekenrente wordt gerekend. Ze pleiten ervoor om ook de toekomstige rendementen op beleggingen mee te rekenen.
26 september 2019
De omvang van de Nederlandse pensioensector blijft alsmaar toenemen
De omvang van de Nederlandse pensioensector blijft alsmaar toenemen. Samen hebben de 10 grootste pensioenfondsen van ons land inmiddels meer dan €1,1 biljoen in beheer, ruim €300 miljoen meer dan het Nederlands bruto binnenlands product (bbp).
De groeiende berg pensioengelden in Nederland ligt in lijn met de wereldwijde ontwikkelingen in de pensioensector. Volgens berekeningen van Willis Towers Watson beheren pensioenfondsen vandaag de dag meer dan $40.100 miljard aan vermogen (assets under management: AUM) – zes jaar geleden lag dat bedrag nog op $34.800 miljard. De enorme sprong in vermogen – meer dan $5.000 miljard – is vooral te danken aan de verbeterende aandelenmarkten, de opkomst van pensioenbewustzijn in de meer ontwikkelde landen en de groeiende volwassenheid van pensioenfondsen.
Nederland grote speler pensioenmarkt
Ongeveer de helft van de wereldwijde $40.100 miljard aan vermogen, wordt beheerd door de top 300 pensioenfondsen, waarbij de 20 grootste wereldwijde fondsen goed zijn voor een aandeel van 40%. Nederland is op het wereldtoneel een grote speler, en vormt de thuisbasis van twee van de tien grootste spelers in het pensioenlandschap.
Stichting Pensioenfonds ABP, beter bekend als ABP, is het pensioenfonds voor werknemers binnen de overheid en het onderwijs in Nederland. Het pensioenfonds heeft $462 miljard aan pensioenvermogen onder zijn beheer, voor ongeveer 3 miljoen deelnemers., waarmee het fonds wereldwijd de vijfde plek inneemt, terwijl PFZW – op de tiende plek wereldwijd – het Nederlandse fonds is voor zo’n 2,8 miljoen professionals in de zorg- en welzijnssector.

Na ABP en PZFW is het derde grote pensioenfonds in ons land, BpfBOUW, dat staat voor Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid. BpfBOUW werd opgericht door organisaties van werkgevers en werknemers uit de bouw. Het fonds heeft $85 miljard aan pensioenvermogen in beheer. Iedereen die in loondienst werkt binnen de bouwsector doet verplicht mee aan de pensioenregeling van BpfBOUW.
Op plek vier staat het Pensioenfonds voor de Metaal en Techniek (PMT), dat uiteraard de pensioenregeling verzorgt voor de sector metaal en techniek. Hieronder vallen ook de segmenten motorvoertuigen- en tweewielerbedrijven en tankstations en wasbedrijven. Het pensioenfonds dat zo’n 1,3 miljoen deelnemers en 34.000 aangesloten werkgevers telt, is goed voor een beheerd pensioenbedrag van $83 miljard.
Het Royal Dutch Shell Pensioenfonds, de naam zegt het al, verzorgt het pensioenbeheer voor veel van de werknemers van de olie- en gasmaatschappij. Het betreft een ondernemingspensioenfonds, een aan de onderneming verbonden fonds waarin geld bijeen wordt gebracht voor de deelnemers. Eind 2018 telde het pensioenfonds ruim 33.000 deelnemers, goed voor een beheerd vermogen van $70 miljard.
Op plek zes staat het Pensioenfonds van de Metalektro (PME), dat de pensioenregeling verzorgt voor mensen actief in de elektrotechnische industrie. Het fonds telt zo’n 145.000 deelnemers en beheert in totaal zo’n $53 miljard. Opgericht in 1964, met $31 miljard aan beheerd vermogen en ruim 666.000 deelnemers, verzorgt het Pensioenfonds Vervoer (samen met ING en ABN AMRO op een gedeelde zevende plaats) de pensioenen voor de werkgevers en werknemers in de sectoren taxi-, touringcar-, beroepsgoederenvervoer en binnenbeurtvaartbedrijf.
De lijst van grootste Nederlandse pensioenfondsen worden gecompleteerd door de drie Nederlandse grootbanken, die elk een ondernemingspensioen aanbieden: ING, ABN AMRO en Rabobank. ING (bijna 14.000 actieve deelnemers) en ABN AMRO (ruim 17.000 actieve deelnemers) delen samen met Pensioenfonds Vervoer de zevende plek met elk $31 miljard aan beheerd vermogen. Rabobank sluit de top-10 af, met $30 miljard aan beheerd vermogen en ruim 26.000 actieve deelnemers.
Dreigende tekorten?
Grote pensioenfondsen staan de laatste maanden veelvuldig in de schijnwerpers, vooral door dreigende pensioentekorten die de fondsen mogelijk in hun pensioenuitkering zullen (moeten) gaan doorrekenen. Door de extreem lage rente moeten pensioenfondsen grotere buffers aanhouden, waardoor de dekkingsgraad gedrukt wordt. Dat betekent dat ze ondanks de goede resultaten die ze momenteel boeken een kritische grens naderen, waarop er hoe dan ook op de pensioenen gekort zal moeten worden.

Zoals het er nu voorstaat, bevindt de dekkingsgraad van vier van de vijf grootste pensioenfondsen – ABP, Zorg & Welzijn, PMT en PME (goed voor zo’n 8 miljoen deelnemers) – zich in de gevarenzone. Als de pensioenfondsen inderdaad gaan korten, dan kunnen ze op hoge weerstand rekenen vanuit de vakbonden. Het korten van pensioenen valt volgens de vakbonden gezien het onlangs gesloten pensioenakkoord en de berg aan beheerd vermogen simpelweg niet uit te leggen aan pensioengerechtigden.
De politiek houdt in deze kwestie vooralsnog de boot af. Zij geven aan dat pas eind 2019 zal blijken of er daadwerkelijk op de pensioenen gekort zal gaan worden. Een woordvoerder van het ministerie laat dan ook weten “niet op de zaken vooruit te lopen”.
25 september 2019
Korten kan sneller gaan
De dreigende kortingen op de pensioenen kunnen sneller gaan dan tot nog toe aangenomen. Pensioenfondsen overwegen om kortingen niet over tien jaar, maar bijvoorbeeld over vier jaar uit te smeren. Het korten wordt er niet overzichtelijker op. Pensioenfondsen hebben de vrijheid om de kortingen binnen de wettelijke kaders toe te passen.
Een snellere korting betekent dat de koopkracht van gepensioneerden volgend jaar verder onder druk komt te staan. ANBO en ook de Pensioenfederatie waarschuwden daar al voor in hun commentaar op de Miljoenennota. Het Centraal Planbureau had de omvang en effect van de kortingen nog gerelativeerd – ten onrechte blijkt opnieuw.
ANBO is neutraal over de wijze van korten. Natuurlijk lijkt het aantrekkelijker om kortingen lang uit te smeren, maar kostenefficiency is ook in het belang van alle deelnemers. Bovendien vindt ANBO dat de reden van de korting moet worden aangepakt.
De versnelde korting zou aan de orde zijn bij de metaalfondsen PME en PMT, zo blijkt uit een publicatie in het vakblad PensioenPro van vandaag. De reden om sneller te korten is dat het uitsmeren over tien jaar administratief meer kost en zou kunnen leiden tot extra korting. Op dit moment zouden deze fondsen circa 8 procent moeten korten. Dat mag in tien jaar: 0,8 procent per jaar dus ofwel bij een uitkering van € 800 per maand € 6,40. Administratiekosten wegen zwaar op zo'n bedrag.
Hoe er zal worden gekort, is steeds slechter te overzien. Bij de metaalfondsen gaat het om een onherroepelijke korting als zij voor 31 december niet op 100 procent dekkingsgraad staan. Die kans is overigens inmiddels verwaarloosbaar. Zij moeten korten omdat zij na vijf jaar niet op 100 procent staan. De korting is kleiner dan voorheen, omdat in het pensioenakkoord de minimaal vereiste dekkingsgraad van 104,5 procent komt te vervallen.
Nog een extra complicatie: pensioenfondsen trekken voor alle nog werkende deelnemers in één keer de korting af. Maar dat betekent dat mensen die de komende jaren met pensioen gaan hun pensioen meteen al – zonder spreiding – lager zien worden, waar gepensioneerden nog enigszins worden ontzien met uitsmeren.
Voor de grootste fondsen, ABP en Zorg en Welzijn, geldt bovenstaande problematiek nog niet. Zij moeten de 'kritische dekkingsgraad' van 95 procent zien te bereiken voor 31 december. Halen ze dat niet, dan moeten ze tot die 95 procent korten. Deze kortingen zijn voorwaardelijk: mocht volgend jaar het herstel intreden, komen deze kortingen te vervallen. Maar eind 2020 staan zij mogelijk voor dezelfde problemen als de metaalfondsen.
Pensioenfondsen zijn inmiddels begonnen met het voorlichten van de deelnemers over de mogelijke kortingen. Hoe die uitvallen, wordt in de eerste maanden van 2020 bepaald aan de hand van de dekkingsgraad van 31 december 2019. Daadwerkelijk zal het korten vermoedelijk per 1 juli komend jaar gebeuren. ANBO raadt aan om de informatie op de websites en in nieuwsbrieven van pensioenfondsen nauwgezet te volgen.
25 mei 2019
’Pensioenfondsen doen het uitstekend’
Scheidend directeur Gerard Riemen van de Pensioenfederatie vindt dat pensioenfondsen ’zich nergens voor hoeven te schamen’. De pensioenfondsen hebben het goed gedaan en bij de meesten is het pensioen hoger dan verwacht, zegt hij in een afscheidsinterview in het AD.
Wel erkent hij dat het pensioensysteem ’zo ingewikkeld is geworden dat het niet meer is uit te leggen’. Dat was geen probleem toen de pensioenen nog konden worden gegarandeerd. „Maar toen het begon te haperen, wilden mensen weten wat er aan de hand was. Dan zie je dat het niet begrijpelijk te maken is. Dat vreet aan het vertrouwen.”
18 april 2019
Pensioenfondsen diep in het rood
De financiële situatie van pensioenfondsen blijft penibel. Van de vijf grootste fondsen in Nederland, staan er drie ’in het rood’.
Het gaat om ambtenarenfonds ABP, zorgfonds PFZW en metaalfonds PME. Zij hebben een dekkingsgraad van minder dan 100%. Dat betekent dat ze voor elke euro pensioen die ze in de toekomst uit moeten keren, minder dan een euro in kas hebben. Het andere metaalfonds PMT komt precies op 100% uit.
Van de ’Grote Vijf’ staat alleen bpfBouw er beter voor met een dekkingsgraad van meer dan 115%. Het bouwfonds kon dit jaar dan ook de pensioenen verhogen met iets meer dan 1%.
De situatie is iets beter dan eind 2018, maar nog altijd lang niet genoeg om pensioenkortingen te voorkomen. Voor de metaalfondsen PME en PMT dreigen die al volgend jaar doorgevoerd te moeten worden. Met de huidige financiële standen zullen zij zo’n 4 tot 5 procent moeten snijden in de uitkeringen van gepensioneerden, maar ook de opbouw van werkenden.
Maar daar hebben de fondsen eigenlijk weinig trek in. Jos Brocken en Eric Uijen, voorzitters van de metaalfondsen, lieten afgelopen zaterdag in De Telegraaf weten dat ze het ’idioot en onverantwoord’ vinden om nu te gaan korten.
De pensioenbobo’s vinden het raar dat ze mensen zouden moeten korten, terwijl er mogelijk op korte termijn een nieuw pensioencontract ligt waarin de regels voor wanneer en hoeveel er gekort moet worden, wel eens heel anders zouden kunnen zijn.
De beleidsdekkingsgraden – de gemiddeldes van de afgelopen twaalf maanden – van de fondsen liggen nog wel boven 100%. Maar als de situatie van de fondsen niet snel opklaart, zullen die de komende maanden ook gaan dalen.
In het voorjaar en de zomer van vorig jaar kenden de fondsen namelijk een periode van redelijk herstel. Maar die periode zal de komende maanden van het twaalfmaandsgemiddelde afvallen. En zonder een nieuw herstel, komen daar alleen maar lagere actuele dekkingsgraden voor terug.
11 april 2019
AFM: Vrijheid pensioenkeuze werkt nog niet goed
Mensen die meer keuzevrijheid krijgen bij hun pensioenregeling maken eerder verkeerde keuzes en lopen meer financiële risico's. Ook worden ze niet altijd goed begeleid door pensioenuitvoerders. Dat concludeert de Autoriteit Financiële Markten (AFM) in een onderzoek naar variabele pensioenen.
Sinds 2016 geldt de Wet verbeterde premieregeling. Volgens de AFM wordt er nog niet veel gebruikgemaakt van de verruimde mogelijkheden voor variabele uitkeringen, maar neemt het aantal gebruikers wel snel toe. Meer keuzevrijheid is nu een belangrijk thema in de discussie over herziening van het pensioenstelsel. De AFM wil daarom voorkomen dat weeffouten in de uitvoering van de wet doorgroeien en later voor grotere problemen zorgen.
13 oktober 2019
Brandbrief:
Strenge rekenregels drijven pensioenfondsen in het nauw
De druk op het kabinet om verlaging van de pensioenen te voorkomen wordt opgevoerd. Veertig prominenten hebben zondag een brandbrief aan de fractievoorzitters in de Tweede Kamer gestuurd. Daarin hekelen ze de rekenregels die de pensioenfondsen in het nauw hebben gedreven.

Onder de ondertekenaars zijn economen als Coen Teulings, Bernard van Praag en Harrie Verbon en oud-politici als Elco Brinkman. Ook oud-werkgeversvoorzitter Bernard Wientjes heeft getekend.
Zij betogen in de brief dat ‘de feitelijke financiële ontwikkelingen bij onze pensioenfondsen (...) aanzienlijk afwijken van de thans gehanteerde rekenregels’. Zij willen de ‘rekensystematiek ter discussie stellen in het licht van het bestaande pensioencontract en zeker ook in het zicht van hervorming daarvan’. Daarmee verwijzen zij naar het pensioenakkoord dat vakbeweging, werkgevers en kabinet in juni sloten over hervorming van het pensioenstelsel. In dat nieuwe stelsel gaan pensioenaanspraken op de schop en veranderen de rekenregels.
De ondertekenaars bezweren dat zij kortingen niet willen voorkomen als die noodzakelijk zijn. Maar zij willen ‘uitsluitend tegenwicht bieden tegen onjuiste conclusies gebaseerd op een rekensystematiek die soms welhaast lijkt te worden verdedigd om te kunnen korten’. Zij leveren ‘een pleidooi voor een rekensystematiek die meer aansluit bij de werkelijkheid’.
Die werkelijkheid is, zo betogen de veertig ondertekenaars, dat de vermogens van de pensioenfondsen de eerste helft van dit jaar zijn toegenomen met 161 miljard euro. Daarmee is het totale pensioenvermogen met 12 procent gestegen.
Zij plaatsen dat bedrag meteen in perspectief: ‘Het is een forse bijdrage aan ons pensioenstelsel dat in 2018 een bedrag van bijna 31 miljard uitkeerde aan 3,3 miljoen pensioengerechtigden. Omdat de pensioenfondsen in datzelfde jaar een bedrag van ruim 33 miljard aan premie ontvingen, kan deze hele vermogenswinst worden toegevoegd aan de bestaande pensioenvermogens die eind vorig jaar 1322 miljard bedroegen.’
Volgens hen zal het nog ‘vele jaren’ duren voor de fondsen meer uitkeren dan er binnenkomt. ‘En dan nog zullen de fondsen een omvangrijke buffer achter de hand hebben (momenteel al 48 keer de in 2018 uitgekeerde pensioenen) waaruit de pensioenen verder kunnen worden gefinancierd.’
Hoe kan het dan dat er toch verlaging van pensioenen van ouderen en pensioenaanspraken van werkenden dreigen, vragen de briefschrijvers zich af. ‘Heel simpel: het ligt onder meer aan de huidige rekenregels die tot in extremis worden aangehouden. In 2006 heeft de politiek besloten dat de pensioentoezegging voortaan nog veel sterker moest worden gegarandeerd. Voor jong en oud zou de pensioentoezegging voor 97,5 % moeten worden zekergesteld.’
Strenge rekenregels
Door die rekenregels ‘moeten de pensioenfondsen nu rekenen met een verwacht rendement van vrijwel nul en de kans bestaat dat de fondsen binnenkort van negatieve rendementen moeten uitgaan.’ Terwijl de feitelijke rendementen dus veel hoger zijn. ‘Ten eerste hebben de Nederlandse pensioenfondsen sinds het begin van de jaren negentig, na de liberalisering van de kapitaalmarkten, jaarlijks een gemiddeld rendement gemaakt van ongeveer 7 procent.’
De briefschrijvers voeren nog een bezwaar aan tegen de strenge rekenregels. ‘De bedoeling was om de pensioenen zo zeker mogelijk te maken. Maar precies het omgekeerde is gebeurd. Er zijn in ons land nog maar heel weinig mensen te vinden die geloven dat zij een gegarandeerd pensioen hebben. Dat geloof is echt wel verdwenen.’
Daarom pleiten de briefschrijvers voor een nieuwe systematiek om te berekenen hoe een pensioenfonds ervoor staat: ‘Voor een deel gebaseerd op de risicovrije rente en voor een ander deel gebaseerd op de gerealiseerde rendementen.’
27 september 2019
Pensioenkortingen niet uit te leggen
De strenge rekenregels waar pensioenfondsen zich aan moeten houden, moeten worden versoepeld, zegt Corien Wortmann, bestuursvoorzitter van pensioenfonds ABP, vrijdag in gesprek met De Telegraaf.

Kortingen zouden onbegrijpelijk zijn, zegt Wortmann. "Ons pensioenvermogen is in de afgelopen tien jaar verdubbeld en onze deelnemers hebben daar geen cent extra van gekregen".
De pensioenfondsen willen daarom dat er niet meer alleen met de extreem lage rekenrente wordt gerekend. Ze pleiten ervoor om ook de toekomstige rendementen op beleggingen mee te rekenen.
26 september 2019
De omvang van de Nederlandse pensioensector blijft alsmaar toenemen
De omvang van de Nederlandse pensioensector blijft alsmaar toenemen. Samen hebben de 10 grootste pensioenfondsen van ons land inmiddels meer dan €1,1 biljoen in beheer, ruim €300 miljoen meer dan het Nederlands bruto binnenlands product (bbp).
De groeiende berg pensioengelden in Nederland ligt in lijn met de wereldwijde ontwikkelingen in de pensioensector. Volgens berekeningen van Willis Towers Watson beheren pensioenfondsen vandaag de dag meer dan $40.100 miljard aan vermogen (assets under management: AUM) – zes jaar geleden lag dat bedrag nog op $34.800 miljard. De enorme sprong in vermogen – meer dan $5.000 miljard – is vooral te danken aan de verbeterende aandelenmarkten, de opkomst van pensioenbewustzijn in de meer ontwikkelde landen en de groeiende volwassenheid van pensioenfondsen.
Nederland grote speler pensioenmarkt
Ongeveer de helft van de wereldwijde $40.100 miljard aan vermogen, wordt beheerd door de top 300 pensioenfondsen, waarbij de 20 grootste wereldwijde fondsen goed zijn voor een aandeel van 40%. Nederland is op het wereldtoneel een grote speler, en vormt de thuisbasis van twee van de tien grootste spelers in het pensioenlandschap.
Stichting Pensioenfonds ABP, beter bekend als ABP, is het pensioenfonds voor werknemers binnen de overheid en het onderwijs in Nederland. Het pensioenfonds heeft $462 miljard aan pensioenvermogen onder zijn beheer, voor ongeveer 3 miljoen deelnemers., waarmee het fonds wereldwijd de vijfde plek inneemt, terwijl PFZW – op de tiende plek wereldwijd – het Nederlandse fonds is voor zo’n 2,8 miljoen professionals in de zorg- en welzijnssector.

Na ABP en PZFW is het derde grote pensioenfonds in ons land, BpfBOUW, dat staat voor Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid. BpfBOUW werd opgericht door organisaties van werkgevers en werknemers uit de bouw. Het fonds heeft $85 miljard aan pensioenvermogen in beheer. Iedereen die in loondienst werkt binnen de bouwsector doet verplicht mee aan de pensioenregeling van BpfBOUW.
Op plek vier staat het Pensioenfonds voor de Metaal en Techniek (PMT), dat uiteraard de pensioenregeling verzorgt voor de sector metaal en techniek. Hieronder vallen ook de segmenten motorvoertuigen- en tweewielerbedrijven en tankstations en wasbedrijven. Het pensioenfonds dat zo’n 1,3 miljoen deelnemers en 34.000 aangesloten werkgevers telt, is goed voor een beheerd pensioenbedrag van $83 miljard.
Het Royal Dutch Shell Pensioenfonds, de naam zegt het al, verzorgt het pensioenbeheer voor veel van de werknemers van de olie- en gasmaatschappij. Het betreft een ondernemingspensioenfonds, een aan de onderneming verbonden fonds waarin geld bijeen wordt gebracht voor de deelnemers. Eind 2018 telde het pensioenfonds ruim 33.000 deelnemers, goed voor een beheerd vermogen van $70 miljard.
Op plek zes staat het Pensioenfonds van de Metalektro (PME), dat de pensioenregeling verzorgt voor mensen actief in de elektrotechnische industrie. Het fonds telt zo’n 145.000 deelnemers en beheert in totaal zo’n $53 miljard. Opgericht in 1964, met $31 miljard aan beheerd vermogen en ruim 666.000 deelnemers, verzorgt het Pensioenfonds Vervoer (samen met ING en ABN AMRO op een gedeelde zevende plaats) de pensioenen voor de werkgevers en werknemers in de sectoren taxi-, touringcar-, beroepsgoederenvervoer en binnenbeurtvaartbedrijf.
De lijst van grootste Nederlandse pensioenfondsen worden gecompleteerd door de drie Nederlandse grootbanken, die elk een ondernemingspensioen aanbieden: ING, ABN AMRO en Rabobank. ING (bijna 14.000 actieve deelnemers) en ABN AMRO (ruim 17.000 actieve deelnemers) delen samen met Pensioenfonds Vervoer de zevende plek met elk $31 miljard aan beheerd vermogen. Rabobank sluit de top-10 af, met $30 miljard aan beheerd vermogen en ruim 26.000 actieve deelnemers.
Dreigende tekorten?
Grote pensioenfondsen staan de laatste maanden veelvuldig in de schijnwerpers, vooral door dreigende pensioentekorten die de fondsen mogelijk in hun pensioenuitkering zullen (moeten) gaan doorrekenen. Door de extreem lage rente moeten pensioenfondsen grotere buffers aanhouden, waardoor de dekkingsgraad gedrukt wordt. Dat betekent dat ze ondanks de goede resultaten die ze momenteel boeken een kritische grens naderen, waarop er hoe dan ook op de pensioenen gekort zal moeten worden.

Zoals het er nu voorstaat, bevindt de dekkingsgraad van vier van de vijf grootste pensioenfondsen – ABP, Zorg & Welzijn, PMT en PME (goed voor zo’n 8 miljoen deelnemers) – zich in de gevarenzone. Als de pensioenfondsen inderdaad gaan korten, dan kunnen ze op hoge weerstand rekenen vanuit de vakbonden. Het korten van pensioenen valt volgens de vakbonden gezien het onlangs gesloten pensioenakkoord en de berg aan beheerd vermogen simpelweg niet uit te leggen aan pensioengerechtigden.
De politiek houdt in deze kwestie vooralsnog de boot af. Zij geven aan dat pas eind 2019 zal blijken of er daadwerkelijk op de pensioenen gekort zal gaan worden. Een woordvoerder van het ministerie laat dan ook weten “niet op de zaken vooruit te lopen”.
25 september 2019
Korten kan sneller gaan
De dreigende kortingen op de pensioenen kunnen sneller gaan dan tot nog toe aangenomen. Pensioenfondsen overwegen om kortingen niet over tien jaar, maar bijvoorbeeld over vier jaar uit te smeren. Het korten wordt er niet overzichtelijker op. Pensioenfondsen hebben de vrijheid om de kortingen binnen de wettelijke kaders toe te passen.

ANBO is neutraal over de wijze van korten. Natuurlijk lijkt het aantrekkelijker om kortingen lang uit te smeren, maar kostenefficiency is ook in het belang van alle deelnemers. Bovendien vindt ANBO dat de reden van de korting moet worden aangepakt.
De versnelde korting zou aan de orde zijn bij de metaalfondsen PME en PMT, zo blijkt uit een publicatie in het vakblad PensioenPro van vandaag. De reden om sneller te korten is dat het uitsmeren over tien jaar administratief meer kost en zou kunnen leiden tot extra korting. Op dit moment zouden deze fondsen circa 8 procent moeten korten. Dat mag in tien jaar: 0,8 procent per jaar dus ofwel bij een uitkering van € 800 per maand € 6,40. Administratiekosten wegen zwaar op zo'n bedrag.
Hoe er zal worden gekort, is steeds slechter te overzien. Bij de metaalfondsen gaat het om een onherroepelijke korting als zij voor 31 december niet op 100 procent dekkingsgraad staan. Die kans is overigens inmiddels verwaarloosbaar. Zij moeten korten omdat zij na vijf jaar niet op 100 procent staan. De korting is kleiner dan voorheen, omdat in het pensioenakkoord de minimaal vereiste dekkingsgraad van 104,5 procent komt te vervallen.
Nog een extra complicatie: pensioenfondsen trekken voor alle nog werkende deelnemers in één keer de korting af. Maar dat betekent dat mensen die de komende jaren met pensioen gaan hun pensioen meteen al – zonder spreiding – lager zien worden, waar gepensioneerden nog enigszins worden ontzien met uitsmeren.
Voor de grootste fondsen, ABP en Zorg en Welzijn, geldt bovenstaande problematiek nog niet. Zij moeten de 'kritische dekkingsgraad' van 95 procent zien te bereiken voor 31 december. Halen ze dat niet, dan moeten ze tot die 95 procent korten. Deze kortingen zijn voorwaardelijk: mocht volgend jaar het herstel intreden, komen deze kortingen te vervallen. Maar eind 2020 staan zij mogelijk voor dezelfde problemen als de metaalfondsen.
Pensioenfondsen zijn inmiddels begonnen met het voorlichten van de deelnemers over de mogelijke kortingen. Hoe die uitvallen, wordt in de eerste maanden van 2020 bepaald aan de hand van de dekkingsgraad van 31 december 2019. Daadwerkelijk zal het korten vermoedelijk per 1 juli komend jaar gebeuren. ANBO raadt aan om de informatie op de websites en in nieuwsbrieven van pensioenfondsen nauwgezet te volgen.
25 mei 2019
’Pensioenfondsen doen het uitstekend’
Scheidend directeur Gerard Riemen van de Pensioenfederatie vindt dat pensioenfondsen ’zich nergens voor hoeven te schamen’. De pensioenfondsen hebben het goed gedaan en bij de meesten is het pensioen hoger dan verwacht, zegt hij in een afscheidsinterview in het AD.
„Aan het begin van de crisis hadden we €600 miljard pensioenvermogen, nu is dat al ruim €1400 miljard. Dat er desondanks kortingen op de pensioenen dreigen, is meer het gevolg van ontwikkelingen op de financiële markten dan aan de besturen van de pensioenfondsen”, zegt Riemen, die in oktober vertrekt en dan elf jaar leiding heeft gegeven aan de belangenbehartiger van de Nederlandse pensioenfondsen.
18 april 2019
Pensioenfondsen diep in het rood
De financiële situatie van pensioenfondsen blijft penibel. Van de vijf grootste fondsen in Nederland, staan er drie ’in het rood’.
Het gaat om ambtenarenfonds ABP, zorgfonds PFZW en metaalfonds PME. Zij hebben een dekkingsgraad van minder dan 100%. Dat betekent dat ze voor elke euro pensioen die ze in de toekomst uit moeten keren, minder dan een euro in kas hebben. Het andere metaalfonds PMT komt precies op 100% uit.
Van de ’Grote Vijf’ staat alleen bpfBouw er beter voor met een dekkingsgraad van meer dan 115%. Het bouwfonds kon dit jaar dan ook de pensioenen verhogen met iets meer dan 1%.
De situatie is iets beter dan eind 2018, maar nog altijd lang niet genoeg om pensioenkortingen te voorkomen. Voor de metaalfondsen PME en PMT dreigen die al volgend jaar doorgevoerd te moeten worden. Met de huidige financiële standen zullen zij zo’n 4 tot 5 procent moeten snijden in de uitkeringen van gepensioneerden, maar ook de opbouw van werkenden.
Maar daar hebben de fondsen eigenlijk weinig trek in. Jos Brocken en Eric Uijen, voorzitters van de metaalfondsen, lieten afgelopen zaterdag in De Telegraaf weten dat ze het ’idioot en onverantwoord’ vinden om nu te gaan korten.
De pensioenbobo’s vinden het raar dat ze mensen zouden moeten korten, terwijl er mogelijk op korte termijn een nieuw pensioencontract ligt waarin de regels voor wanneer en hoeveel er gekort moet worden, wel eens heel anders zouden kunnen zijn.
De beleidsdekkingsgraden – de gemiddeldes van de afgelopen twaalf maanden – van de fondsen liggen nog wel boven 100%. Maar als de situatie van de fondsen niet snel opklaart, zullen die de komende maanden ook gaan dalen.
In het voorjaar en de zomer van vorig jaar kenden de fondsen namelijk een periode van redelijk herstel. Maar die periode zal de komende maanden van het twaalfmaandsgemiddelde afvallen. En zonder een nieuw herstel, komen daar alleen maar lagere actuele dekkingsgraden voor terug.
11 april 2019
AFM: Vrijheid pensioenkeuze werkt nog niet goed
Mensen die meer keuzevrijheid krijgen bij hun pensioenregeling maken eerder verkeerde keuzes en lopen meer financiële risico's. Ook worden ze niet altijd goed begeleid door pensioenuitvoerders. Dat concludeert de Autoriteit Financiële Markten (AFM) in een onderzoek naar variabele pensioenen.
Sinds 2016 geldt de Wet verbeterde premieregeling. Volgens de AFM wordt er nog niet veel gebruikgemaakt van de verruimde mogelijkheden voor variabele uitkeringen, maar neemt het aantal gebruikers wel snel toe. Meer keuzevrijheid is nu een belangrijk thema in de discussie over herziening van het pensioenstelsel. De AFM wil daarom voorkomen dat weeffouten in de uitvoering van de wet doorgroeien en later voor grotere problemen zorgen.
Uit het onderzoek blijkt dat de 22 onderzochte pensioenfondsen de keuzebegeleiding van deelnemers niet volledig op orde hebben. Een handvol verzekeraars is door de AFM op de vingers getikt over hoe hun variabele pensioenproducten in elkaar zitten en hebben beterschap beloofd. De toezichthouder heeft nog niet gekeken naar de variabele pensioenen die premiepensioeninstellingen en pensioenfondsen aanbieden en gaat dat dit jaar doen.
Er wordt in Den Haag al jaren gepraat over een grootscheepse vernieuwing van het pensioenstelsel. In november leek een pensioenakkoord nabij, maar uiteindelijk klapte het overleg toch.
De AFM zei eerder al dat meer keuzevrijheid goed kan zijn, maar met mate, zo benadrukt scheidend AFM-voorzitter Merel van Vroonhoven. ,,Dus niet te veel stapelen met opties en toeters en bellen. Dan is het niet meer door te rekenen. We zijn voorstander, maar niet als het op deze manier wordt uitgevoerd."
1 april 2019
Korting pensioen in zicht
De financiële situatie van pensioenfondsen is in de afgelopen maand weer verslechterd. Kortingen voor miljoenen werkenden en gepensioneerden zijn ’niet meer te voorkomen’.
Dat stelt hoogleraar pensioenrecht Hans van Meerten. Hij reageert op cijfers van consultancybureau Aon over de gemiddelde financiële staat van pensioenfondsen. Die is in maart weer verslechterd. Vooral voor metaalfondsen PME en PMT is dat slecht nieuws. Als hun financiële situatie niet rap verbetert, moeten ze voor komend jaar hun deelnemers gaan korten.
De hoop op een verbetering is volgens Van Meerten wel vervlogen. „De kortingen zijn niet meer te voorkomen”, zegt hij. Voor de fondsen zijn er nog twee ontsnappingsroutes: een pensioenakkoord uit de polder met wetgeving om de kortingen op zijn minst uit te stellen of een wonderlijk herstel op de financiële markten. Maar beide opties zijn volgens Van Meerten ’onmogelijk’: „Dat gaat niet gebeuren.”
14 december 2018
Pensioenpotten gevuld met €1,375 biljoen
De Nederlandse pensioenfondsen hadden eind september een gezamenlijk vermogen van €1.375.111 miljoen, oftewel €1,375 biljoen. Nooit eerder stond er zo veel geld op de balans van de gezamenlijke pensioenfondsen.
Het recordvermogen is echter onvoldoende om de pensioenen aan te passen aan de inflatie, zo blijkt uit cijfers die De Nederlandsche Bank (DNB) donderdag publiceerde. Eind derde kwartaal was de gemiddelde beleidsdekkingsgraad van de fondsen 109%; pas ruim boven 110% mogen fondsen de pensioenen omhoog laten gaan, het zogeheten indexeren.
Pensioenfondsen moeten op basis van de beleidsdekkingsgraad aan het eind van het jaar besluiten of indexatie mogelijk is. Zowel in oktober als november zijn de omstandigheden op de financiële markten minder gunstig dus veel fondsen zullen de grens van 110% niet halen en kunnen dus niet indexeren.
Uit de DNB-cijfers blijkt dat de pensioenfondsen die eind derde kwartaal een dekkingsgraad van minder dan 110% hadden, maar liefst 4,2 miljoen actieve deelnemers hebben. Actieve deelnemers zijn de werkenden die actief bijdragen aan het fonds via premiebetaling. Bij deze fondsen zitten grote fondsen als ABP, Zorg&Welzijn en PME.
Overigens maken de pensioenfondsen ten opzichte van de afgelopen jaren een behoorlijk herstel door. Eind derde kwartaal 2017 was de gemiddelde dekkingsgraad 104,5% en twee jaar terug was het zelfs ruim beneden de honderd: 97,5%. De dekkingsgraad geeft aan hoeveel geld een fonds in kas heeft ten opzichte van de pensioenen die het fonds nu en in de toekomst wil uitkeren.
29 oktober 2018
Pensioenfondsen naar Brussel om btw-zaak
DEN HAAG (DFT) - Opnieuw doen de gezamenlijke pensioenfondsen een poging om vrijgesteld te worden van btw-betaling. Tot op heden heeft de lobby van brancheorganisatie Pensioenfederatie weinig nut gehad, nu proberen de fondsen het via Europese regelgeving.
Het gaat in deze zaak om veel geld. In totaal betalen de pensioenfondsen jaarlijks bijna €300 miljoen aan btw op geleverde beheersdiensten, zoals vermogensbeheer of pensioenadministratie. Tot enkele jaren geleden waren pensioenfondsen vrijgesteld van deze btw-betalingen, maar op basis van Europees recht is deze vrijstelling vervallen.
De Pensioenfederatie stelt dat Den Haag de Europese regels verkeerd interpreteert en dat de vrijstelling kan blijven bestaan. Pleidooien daarvoor hebben in Den Haag niets opgeleverd. In andere Europese landen zijn pensioenfondsen wél vrijgesteld van btw-betaling omdat de pensioenstelsels van die landen iets anders zijn. Daardoor is, zo zegt de federatie, een ’ongelijk speelveld’ ontstaan.
Nu klopt de federatie, samen met andere pensioenkoepels uit Europa, aan bij de Europese Commissie. Aan de Commissie wordt gevraagd de btw-richtlijn zodanig aan te passen dat ook Nederlandse fondsen btw-vrijstelling kunnen krijgen.
Méér informatie? Klik HIER voor een factsheet.
30 januari 2018
DNB: Voor zes op de tien gepensioneerden dreigt korting
AMSTERDAM - Een korting op het pensioen is voor zes op de tien ouderen dichterbij dan een indexatie. Toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) ziet dat hun pensioenfondsen nog altijd in de gevarenzone verkeren.
DNB schetst een erg verdeeld beeld van de situatie bij pensioenfondsen. Aan de ene kant is er het gevaar van kortingen. Een kwart van de pensioenfondsen zit nog altijd onder een beleidsdekkingsgraad van 104,2 of 104,3%. De beleidsdekkingsgraad laat zien hoeveel euro’s pensioenfondsen over de afgelopen twaalf maanden in kas hadden ten opzichte van de pensioenverplichtingen.
De 104,2 of 104,3% zijn cruciale getallen want als pensioenfondsen eind 2019, of in sommige gevallen eind 2020, daar nog steeds onder zitten, moeten ze pensioenen gaan korten.
Dat gaat dus om ongeveer 25% van de pensioenfondsen, maar dat cijfer vertekent het beeld. Want hier zitten ook vier van de vijf grootste pensioenfondsen bij. Het percentage deelnemers voor wie een korting dreigt ligt dus veel hoger: 64% van de actieve deelnemers, de premiebetalers, en 60% van de pensioengerechtigden.
Er wordt in Den Haag al jaren gepraat over een grootscheepse vernieuwing van het pensioenstelsel. In november leek een pensioenakkoord nabij, maar uiteindelijk klapte het overleg toch.
De AFM zei eerder al dat meer keuzevrijheid goed kan zijn, maar met mate, zo benadrukt scheidend AFM-voorzitter Merel van Vroonhoven. ,,Dus niet te veel stapelen met opties en toeters en bellen. Dan is het niet meer door te rekenen. We zijn voorstander, maar niet als het op deze manier wordt uitgevoerd."
1 april 2019
Korting pensioen in zicht
De financiële situatie van pensioenfondsen is in de afgelopen maand weer verslechterd. Kortingen voor miljoenen werkenden en gepensioneerden zijn ’niet meer te voorkomen’.
De hoop op een verbetering is volgens Van Meerten wel vervlogen. „De kortingen zijn niet meer te voorkomen”, zegt hij. Voor de fondsen zijn er nog twee ontsnappingsroutes: een pensioenakkoord uit de polder met wetgeving om de kortingen op zijn minst uit te stellen of een wonderlijk herstel op de financiële markten. Maar beide opties zijn volgens Van Meerten ’onmogelijk’: „Dat gaat niet gebeuren.”
14 december 2018
Pensioenpotten gevuld met €1,375 biljoen
De Nederlandse pensioenfondsen hadden eind september een gezamenlijk vermogen van €1.375.111 miljoen, oftewel €1,375 biljoen. Nooit eerder stond er zo veel geld op de balans van de gezamenlijke pensioenfondsen.

Uit de DNB-cijfers blijkt dat de pensioenfondsen die eind derde kwartaal een dekkingsgraad van minder dan 110% hadden, maar liefst 4,2 miljoen actieve deelnemers hebben. Actieve deelnemers zijn de werkenden die actief bijdragen aan het fonds via premiebetaling. Bij deze fondsen zitten grote fondsen als ABP, Zorg&Welzijn en PME.
Overigens maken de pensioenfondsen ten opzichte van de afgelopen jaren een behoorlijk herstel door. Eind derde kwartaal 2017 was de gemiddelde dekkingsgraad 104,5% en twee jaar terug was het zelfs ruim beneden de honderd: 97,5%. De dekkingsgraad geeft aan hoeveel geld een fonds in kas heeft ten opzichte van de pensioenen die het fonds nu en in de toekomst wil uitkeren.
29 oktober 2018
Pensioenfondsen naar Brussel om btw-zaak
DEN HAAG (DFT) - Opnieuw doen de gezamenlijke pensioenfondsen een poging om vrijgesteld te worden van btw-betaling. Tot op heden heeft de lobby van brancheorganisatie Pensioenfederatie weinig nut gehad, nu proberen de fondsen het via Europese regelgeving.
Het gaat in deze zaak om veel geld. In totaal betalen de pensioenfondsen jaarlijks bijna €300 miljoen aan btw op geleverde beheersdiensten, zoals vermogensbeheer of pensioenadministratie. Tot enkele jaren geleden waren pensioenfondsen vrijgesteld van deze btw-betalingen, maar op basis van Europees recht is deze vrijstelling vervallen.

Nu klopt de federatie, samen met andere pensioenkoepels uit Europa, aan bij de Europese Commissie. Aan de Commissie wordt gevraagd de btw-richtlijn zodanig aan te passen dat ook Nederlandse fondsen btw-vrijstelling kunnen krijgen.
Méér informatie? Klik HIER voor een factsheet.
30 januari 2018
DNB: Voor zes op de tien gepensioneerden dreigt korting
AMSTERDAM - Een korting op het pensioen is voor zes op de tien ouderen dichterbij dan een indexatie. Toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) ziet dat hun pensioenfondsen nog altijd in de gevarenzone verkeren.

De 104,2 of 104,3% zijn cruciale getallen want als pensioenfondsen eind 2019, of in sommige gevallen eind 2020, daar nog steeds onder zitten, moeten ze pensioenen gaan korten.
Dat gaat dus om ongeveer 25% van de pensioenfondsen, maar dat cijfer vertekent het beeld. Want hier zitten ook vier van de vijf grootste pensioenfondsen bij. Het percentage deelnemers voor wie een korting dreigt ligt dus veel hoger: 64% van de actieve deelnemers, de premiebetalers, en 60% van de pensioengerechtigden.
Daar staat in het bericht van DNB ook een positief geluid tegenover. Want de gemiddelde beleidsdekkingsgraad van alle fondsen is in 2017 wel met 9 procentpunt gestegen naar 106,5%. De fondsen zijn afgelopen jaar dus wel wat opgekrabbeld.Voor steeds meer fondsen geldt dat hun buffers tot boven 110% zijn gestegen. En dan mogen zij ook weer gaan indexeren.
Vorig jaar waren er nog maar 154.000 pensioengerechtigden en 430.000 actieve deelnemers die op een indexatie mochten rekenen. Inmiddels is dat gestegen tot 837.000 pensionado’s en 927.000 deelnemers.
25 januari 2018
Hoger pensioen nog ver weg bij veel fondsen
AMSTERDAM (ANP) - De Nederlandse pensioenfondsen zijn er in 2017 beter voor komen te staan dankzij winsten met beleggingen. Toch is er bij vier van de vijf grootste fondsen nog lang geen ruimte voor het verhogen van de pensioenen. Alleen bpfBOUW heeft de uitkeringen aan gepensioneerde deelnemers met ingang van dit jaar iets opgeschroefd.
Het gaat er bij de pensioenfondsen om of ze de juiste beleidsdekkingsgraad hebben. Dat is een graadmeter die aangeeft in hoeverre een fonds nu en in de toekomst aan al zijn verplichtingen kan voldoen. Voor het verhogen van de pensioenen moet die dekkingsgraad gemiddeld boven de 110 procent liggen.
,,Waarschijnlijk kunnen we de pensioenen de komende vijf jaar niet of nauwelijks verhogen'' legt voorzitter Corien Wortmann-Kool van ABP uit. ,,Dat komt omdat we in het huidige stelsel een buffer van 100 miljard euro moeten opbouwen voordat we aan volledige indexatie kunnen gaan denken.''
De kans dat er komende jaren gekort moet worden, is niet heel groot maar nog wel aanwezig. Daarvoor geldt weer een andere minimumdekkingsgraad, die voor elk fonds ietsje kan verschillen. ,,Daar zitten we nog niet'', verklaart bestuurder Eric Uijen van PME bijvoorbeeld. ,,We kunnen een verlaging van de pensioenen in 2020 daarom nog niet uitsluiten.''
24 januari 2018
Makkelijke oplossingen rond de pensioenen zijn er niet
Door ARNO REEKERS (TELEGRAAF)
De economie floreert, op de beurzen knallen de aandelen omhoog en de lonen stijgen. Kortom, Nederland gaat in polonaise rond want het gaat financieel fantastisch. Heel Nederland? Nee, niet heel Nederland. De ouderen zien hun koopkracht maar mondjesmaat stijgen. Het kabinet moest zelfs met een extra pakket maatregelen komen om te vermijden dat dit jaar hun koopkracht daalt. De oorzaak van die malheur zit bij de pensioenfondsen.
Het overgrote deel van de fondsen is financieel zo zwak dat het niet is toegestaan om de pensioenen te verhogen om zo de uitkering aan te passen aan de hogere prijzen in de winkel.
Omdat ongeveer 90 procent van de ouderen een uitkering ontvangt van een pensioenfonds (naast de AOW die wel stijgt), treft de zwakke positie van de fondsen letterlijk miljoenen ouderen. Voor de ouderen is dat een hard gelag. Tijdens hun werkzame leven hebben zij premie betaald in de verwachting een goed pensioen te krijgen. Dat valt nu tegen.
De pensioenfondsen zitten krap ondanks hun bezittingen van ruim 1.300.000.000.000 euro (1300 miljard euro!). De financiële krapte wordt veroorzaakt door de lage rente. Omdat die rente zo laag is, moeten de fondsen veel geld reserveren voor toekomstige pensioenen. Wie nu 100 euro pensioenpremie voor vijf jaar vastzet tegen een rente van 4% heeft na vijf jaar 121 euro; als de rente daalt naar 1% is diezelfde premie van 100 euro na vijf jaar maar 105 euro waard. Zie daar het probleem van de fondsen. Bij de huidige lage rente moeten ze steeds meer bezit hebben om de pensioenen te betalen.
Makkelijke oplossingen zijn er niet. De rente die fondsen gebruiken zomaar verhogen, kan nadelig uitpakken voor jongere werkenden die verplicht premie betalen. Niets doen treft ouderen. Het is logisch dat de roep om aanpassing van het pensioenstelsel toeneemt. Maar elk voorstel voor verandering stuit vooralsnog op bezwaren van telkens een andere groep belanghebbenden.
Intussen zwellen de kassen van de fondsen aan, groeit de economie, maar blijven de pensioenen gelijk. Sterker nog, als de situatie niet drastisch verbetert, zijn een paar fondsen gedwongen in 2019 de pensioenen te verlagen. Het is zoals Zorg & Welzijn-baas Peter Borgdorff, een van de toppers uit de pensioensector, al eens verzuchtte: „Dit is niet meer uit te leggen.”
13 oktober 2017
Fondsen beleggen 1043 miljard euro in het buitenland
De Nederlandse Investeringsinstelling (NLII) heeft onder andere in samenwerking met DNB onderzocht waar Nederlandse verzekeraars en pensioenfondsen hun vermogen in beleggen. De NLII is een organisatie die institutionele beleggers (zoals pensioenfondsen en verzekeraars) helpt om te investeren in onze eigen Hollandse economie. Het brengt grote beleggers en geschikte projecten bij elkaar en verstrekt met het vermogen van de institutionele beleggers leningen aan bedrijven. Nou, komt 'ie dan: Nederlandse pensioenfondsen hadden eind 2016 een belegd vermogen van €1.224 miljard, waarvan €152 miljard (12,4%) in Nederland. De verzekeraars hadden een belegd vermogen van €481 miljard, waarvan €193 miljard (40,1%) in Nederland. Het merendeel van het vermogen van pensioenfondsen gaat inderdaad naar investeringen over de grens: 85,3% van het totale vermogen.
28 augustus 2017
Aantal Nederlandse pensioenfondsen krimpt verder
Het aantal Nederlandse pensioenfondsen is opnieuw flink afgenomen. Dit jaar zijn er nog 268 pensioenfondsen.
In 1997 waren er nog 1.060 pensioenfondsen en in 2007 was het aantal al gedaald naar 713, meldt De Nederlandsche Bank (DNB) maandag.
Naar verwachting zal het totale aantal pensioenfondsen verder dalen. Zo'n 45 fondsen hebben aan DNB gemeld te willen stoppen.
Meestal hangt dit samen met stijgende kosten van de pensioenuitvoering, strengere wettelijke eisen, moeite om geschikte bestuurders te vinden, de financiële positie of demografie van het fonds en ontwikkelingen bij werkgevers.
Fondsen die niet zelfstandig willen doorgaan, kunnen de opgebouwde bezittingen en verplichtingen overdragen aan een andere pensioenuitvoerder of fuseren met een ander fonds.
Met name verzekeraars, bedrijfstakpensioenfondsen en algemene pensioenfondsen hebben in 2016 en 2017 aanspraken overgenomen van stoppende pensioenfondsen.
In de jaren hiervoor, toen er nog geen algemene pensioenfondsen bestonden, werden bezittingen en verplichtingen vooral overgedragen naar verzekeraars en bedrijfstakpensioenfondsen.
DNB heeft dit jaar een groep van 22 pensioenfondsen als "verhoogd kwetsbaar" geïdentificeerd. Het gaat hierbij niet alleen om kleine fondsen. Deze fondsen moeten een toekomstplan opstellen waarin staat hoe ze de kwetsbaarheden te lijf zullen gaan of hoe ze hun activiteiten beheerst kunnen afbouwen.
20 juli 2017
Beleidsdekkingsgraad 5 grootste pensioenfondsen
Pensioenkorting
27 januari 2017
Rutte: Ingreep voor houdbaarheid pensioenen onnodig
De hersteltermijn voor pensioenfondsen hoeft niet verlengd. Dat heeft premier Mark Rutte vrijdag bekendgemaakt. Staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken) speelde afgelopen jaar met die gedachte om de fondsen wat respijt te geven om hun geslonken reserves aan te vullen. Zo wilde ze afwenden dat de fondsen de pensioenen zouden verlagen.
Het overgrote deel van de pensioenfondsen blijkt er iets beter voor te staan, zei Rutte. De pensioenen hoeven daarom voorlopig niet te worden verlaagd. Ook is er veelal geen geld om de waarde waaraan ze door inflatie inboeten, te compenseren. Er is "nog geen reden om achterover te leunen", aldus de premier.
De lage rente speelt de fondsen al geruime tijd parten. Hun beleggingen leveren te weinig op om de pensioenen van alle aangesloten werknemers van nu en in de toekomst te kunnen betalen.
27 januari 2017
ABP: Nog lange weg te gaan voor pensioenfondsen
Het gaat iets beter met de grote pensioenfondsen in Nederland, maar een verhoging van de pensioenen zit er voorlopig nog niet in. Op basis van hun huidige financiële situatie kunnen de fondsen ook niet uitsluiten dat er in 2018 of daarna nog gekort moet worden op de pensioenuitkeringen.
"We zijn met onze financiële positie nog steeds niet op het niveau waar we willen staan", aldus voorzitter Corien Wortmann-Kool van ambtenarenfonds ABP. "De komende jaren is dekkingsgraadherstel hard nodig om een verlaging van pensioenen te voorkomen", zo formuleert zorgfonds PFZW de situatie. Metaalfondsen PME en PMT kwamen in hun kwartaalberichten vrijdag met een vergelijkbare boodschap.
Fictie of werkelijkheid ???!!!
Blijvend probleem is dat de manier waarop de fondsen hun financiële positie moeten berekenen nog steeds erg afhankelijk is van de grilligheid van de renteontwikkeling. PMT-voorzitters Jan Berghuis en Benne van Popta roepen de politiek in Den Haag daarom nogmaals op om met een oplossing te komen. "Het kabinet kan hiervoor niet de ogen sluiten. Er zijn partijen die over de rekenrente praten, maar wij zien nog geen concrete voorstellen."
Of het voor fondsen nodig is om in 2018 te snijden in de pensioenen en de pensioenopbouw wordt pas over ongeveer twaalf maanden beoordeeld.
20 januari 2017
'Pensioenfondsen moeten meedenken over vitale oude dag'
De pensioensector is vooral bezig met de modernisering van het huidige pensioen. Maar de sector staat voor veel fundamentelere keuzes, stelt Richard Weurding, algemeen directeur bij het Verbond van Verzekeraars. ,,Willen we alleen geldverstrekker blijven?
Moet de pensioenuitvoerder van de toekomst louter een geldverstrekker zijn, zoals nu, of een dienstverlener? Voor Weurding is het geen kwestie van 'of', maar van 'en'. De directeur stelt verbaasd vast dat de pensioenwereld amper nadenkt over het pensioen van de toekomst. Toch is dat geen overbodige luxe gezien alle maatschappelijke ontwikkelingen en snelle technologische veranderingen, aldus Weurding.
3 januari 2017
Ook grootste Nederlandse pensioenfonds kort niet in 2017
Enkele maanden geleden maakte het ABP bekend dat de pensioenpremie die werkenden en werkgevers betalen per 1 januari 2017 omhoog gaat met gemiddeld 8 euro bruto per maand. Die beslissing staat volgens het pensioenfonds los van de beslissing om nu niet te korten.
Vorig jaar waren er nog maar 154.000 pensioengerechtigden en 430.000 actieve deelnemers die op een indexatie mochten rekenen. Inmiddels is dat gestegen tot 837.000 pensionado’s en 927.000 deelnemers.
25 januari 2018
Hoger pensioen nog ver weg bij veel fondsen
AMSTERDAM (ANP) - De Nederlandse pensioenfondsen zijn er in 2017 beter voor komen te staan dankzij winsten met beleggingen. Toch is er bij vier van de vijf grootste fondsen nog lang geen ruimte voor het verhogen van de pensioenen. Alleen bpfBOUW heeft de uitkeringen aan gepensioneerde deelnemers met ingang van dit jaar iets opgeschroefd.
Het gaat er bij de pensioenfondsen om of ze de juiste beleidsdekkingsgraad hebben. Dat is een graadmeter die aangeeft in hoeverre een fonds nu en in de toekomst aan al zijn verplichtingen kan voldoen. Voor het verhogen van de pensioenen moet die dekkingsgraad gemiddeld boven de 110 procent liggen.
,,Waarschijnlijk kunnen we de pensioenen de komende vijf jaar niet of nauwelijks verhogen'' legt voorzitter Corien Wortmann-Kool van ABP uit. ,,Dat komt omdat we in het huidige stelsel een buffer van 100 miljard euro moeten opbouwen voordat we aan volledige indexatie kunnen gaan denken.''
De kans dat er komende jaren gekort moet worden, is niet heel groot maar nog wel aanwezig. Daarvoor geldt weer een andere minimumdekkingsgraad, die voor elk fonds ietsje kan verschillen. ,,Daar zitten we nog niet'', verklaart bestuurder Eric Uijen van PME bijvoorbeeld. ,,We kunnen een verlaging van de pensioenen in 2020 daarom nog niet uitsluiten.''
24 januari 2018
Makkelijke oplossingen rond de pensioenen zijn er niet
Door ARNO REEKERS (TELEGRAAF)
De economie floreert, op de beurzen knallen de aandelen omhoog en de lonen stijgen. Kortom, Nederland gaat in polonaise rond want het gaat financieel fantastisch. Heel Nederland? Nee, niet heel Nederland. De ouderen zien hun koopkracht maar mondjesmaat stijgen. Het kabinet moest zelfs met een extra pakket maatregelen komen om te vermijden dat dit jaar hun koopkracht daalt. De oorzaak van die malheur zit bij de pensioenfondsen.
Omdat ongeveer 90 procent van de ouderen een uitkering ontvangt van een pensioenfonds (naast de AOW die wel stijgt), treft de zwakke positie van de fondsen letterlijk miljoenen ouderen. Voor de ouderen is dat een hard gelag. Tijdens hun werkzame leven hebben zij premie betaald in de verwachting een goed pensioen te krijgen. Dat valt nu tegen.
De pensioenfondsen zitten krap ondanks hun bezittingen van ruim 1.300.000.000.000 euro (1300 miljard euro!). De financiële krapte wordt veroorzaakt door de lage rente. Omdat die rente zo laag is, moeten de fondsen veel geld reserveren voor toekomstige pensioenen. Wie nu 100 euro pensioenpremie voor vijf jaar vastzet tegen een rente van 4% heeft na vijf jaar 121 euro; als de rente daalt naar 1% is diezelfde premie van 100 euro na vijf jaar maar 105 euro waard. Zie daar het probleem van de fondsen. Bij de huidige lage rente moeten ze steeds meer bezit hebben om de pensioenen te betalen.

Intussen zwellen de kassen van de fondsen aan, groeit de economie, maar blijven de pensioenen gelijk. Sterker nog, als de situatie niet drastisch verbetert, zijn een paar fondsen gedwongen in 2019 de pensioenen te verlagen. Het is zoals Zorg & Welzijn-baas Peter Borgdorff, een van de toppers uit de pensioensector, al eens verzuchtte: „Dit is niet meer uit te leggen.”
13 oktober 2017
Fondsen beleggen 1043 miljard euro in het buitenland
De Nederlandse Investeringsinstelling (NLII) heeft onder andere in samenwerking met DNB onderzocht waar Nederlandse verzekeraars en pensioenfondsen hun vermogen in beleggen. De NLII is een organisatie die institutionele beleggers (zoals pensioenfondsen en verzekeraars) helpt om te investeren in onze eigen Hollandse economie. Het brengt grote beleggers en geschikte projecten bij elkaar en verstrekt met het vermogen van de institutionele beleggers leningen aan bedrijven. Nou, komt 'ie dan: Nederlandse pensioenfondsen hadden eind 2016 een belegd vermogen van €1.224 miljard, waarvan €152 miljard (12,4%) in Nederland. De verzekeraars hadden een belegd vermogen van €481 miljard, waarvan €193 miljard (40,1%) in Nederland. Het merendeel van het vermogen van pensioenfondsen gaat inderdaad naar investeringen over de grens: 85,3% van het totale vermogen.
Van de 12,4% dat in Nederland wordt geïnvestereerd gaat het grootste gedeelte (22%) naar vastgoed en een measly 2,2% naar Nederlandse bedrijven in de vorm van aandelenportefeuilles. Wat dat betreft doen lijken verzekeraars veel meer last te hebben van een home bias, met bijvoorbeeld een volledig Nederlandse vastgoedportefeuille. Ook de helft van de vastrentende waarden (staatsobligaties, hypo's en kredieten) van verzekeraars blijkt in Nederlandje te zijn gestoken. ter vergelijking: bij de pensioenfondsen ligt dat op 18%.
28 augustus 2017
Aantal Nederlandse pensioenfondsen krimpt verder
Het aantal Nederlandse pensioenfondsen is opnieuw flink afgenomen. Dit jaar zijn er nog 268 pensioenfondsen.
In 1997 waren er nog 1.060 pensioenfondsen en in 2007 was het aantal al gedaald naar 713, meldt De Nederlandsche Bank (DNB) maandag.
Naar verwachting zal het totale aantal pensioenfondsen verder dalen. Zo'n 45 fondsen hebben aan DNB gemeld te willen stoppen.

Fondsen die niet zelfstandig willen doorgaan, kunnen de opgebouwde bezittingen en verplichtingen overdragen aan een andere pensioenuitvoerder of fuseren met een ander fonds.
Met name verzekeraars, bedrijfstakpensioenfondsen en algemene pensioenfondsen hebben in 2016 en 2017 aanspraken overgenomen van stoppende pensioenfondsen.
In de jaren hiervoor, toen er nog geen algemene pensioenfondsen bestonden, werden bezittingen en verplichtingen vooral overgedragen naar verzekeraars en bedrijfstakpensioenfondsen.
DNB heeft dit jaar een groep van 22 pensioenfondsen als "verhoogd kwetsbaar" geïdentificeerd. Het gaat hierbij niet alleen om kleine fondsen. Deze fondsen moeten een toekomstplan opstellen waarin staat hoe ze de kwetsbaarheden te lijf zullen gaan of hoe ze hun activiteiten beheerst kunnen afbouwen.
20 juli 2017
Beleidsdekkingsgraad 5 grootste pensioenfondsen
U weet dat veel van onze pensioenfondsen er financieel abominabel voorstaan, en daarom moeten herstellen volgens een plan dat tot herstelplan is gebombardeerd. In dezen staan hun dekkingsgraden centraal - dus in hoeverre een fonds aan haar toekomstige pensioenverplichtingen kan voldoen. De herstelplannen mochten we niet zien, maar wat wel enig inzicht geeft zijn de cijfers over Q2 van de vijf grootste fondsen. Deze leiden tot een inmiddels bekende conclusie: de financiële posities gingen er weer een beetje op vooruit, maar kortingen op pensioenen hangen nog steeds in de donkere lucht en over indexaties (corrigeren voor inflatie) hoeven we het al helemaal niet te hebben.
Voor we naar de cijfers gaan even de spelregels:
Voor elk fonds telt weer een andere kritische grens, maar voor velen geldt dat ze moeten korten als hun beleidsdekkingsgraad - gemiddelde dekkingsgraad over de afgelopen twaalf maanden - onder de 104% zit in 2020.
Dan nu de beleidsdekkingsgraden voor den liefhebber. ABP: 96,3%, PFZW: 94,2%, PME: 95,9%, PMT: 96,6% en koploper is het fonds voor de bouw met 110,1%. Het schiet inderdaad andermaal weinig op. De reden voor de stijgingen is de rente die omhoogging: hierdoor dalen hun pensioenverplichtingen.
Daarentegen lagen in veel gevallen de rendementen op beleggingen onder het nulpunt. Maar afijn, al deze statistieken nopen enkele fondsen ook tot een verwijzing naar het nieuwe pensioenstelsel dat nog in de maak is. ABP 'ziet wel de noodzaak van modernisering van ons pensioenstelsel' en geeft daarom groen licht voor de huidige schetsen. BpfBouw houdt het cryptischer en blijft hameren op 'voldoende risicodeling, collectiviteit en behoud van de verplichtstelling'. Want allemaal leuk en aardig, zo'n persoonlijk pensioenpotje, maar kunt u al die verantwoordelijkheid wel aan?
12 juli 2017
Pensioenfondsen steken 400 miljoen in hypotheken
Pensioenfondsen steken een bedrag van 400 miljoen euro in MUNT Hypotheken, dat met kapitaal van pensioenfondsen hypotheken aanbiedt aan Nederlandse consumenten.
Onder meer het Bedrijfspensioenfonds voor de Koopvaardij heeft deze keer geld gestoken in het fonds, meldt MUNT Hypotheken donderdag.
De laatste jaren heeft MUNT Hypotheken in verschillende tranches honderden miljoenen opgehaald van verschillende pensioenfondsen. Onlangs ging het fonds de grens van 10 miljard euro voorbij.
MUNT Hypotheken heeft inmiddels 8 miljard euro aan hypotheken verstrekt. Hiermee is MUNT Hypotheken de zesde hypotheekaanbieder van Nederland. Alleen Rabobank, ABN Amro, ING, Aegon en Nationale Nederlanden zijn groter.
"De vraag naar investeringen in Nederlandse hypotheken blijft aanhouden", aldus Menno Luiten, manager Marketing & Distributie van MUNT Hypotheken.
"We zien dat verschillende investeerders hun toezeggingen al meerdere keren hebben verhoogd en we zijn er trots op dat we ook nieuwe pensioenfondsen kunnen faciliteren."
18 mei 2017
Banken weerbaarder, pensioenfondsen kwetsbaar
Banken hebben zich na de financiële crisis goed hersteld. De buffers zijn versterkt en daarmee is de weerbaarheid vergroot. De vier Nederlandse grootbanken zijn in Europa keurige middenmoters, de Waterschapsbank en de Bank Nederlandse Gemeenten zitten zelfs aan de top. Ook het vertrouwen van burgers in banken is verbeterd, stelt De Nederlandsche Bank (DNB) in het halfjaarlijks rapport over het toezicht bij banken en pensioenfondsen.
![]() |
Jan Sijbrand van DNB |
Pensioenfondsen klimmen weliswaar langzaam uit het dal, maar blijven volgens DNB erg kwetsbaar. Als de rente laag blijft en de beleggingsrendementen tegenvallen kan het zomaar in het slechtste scenario gebeuren dat miljoenen pensioenen in 2020 en 2021 gekort worden. Dat risico moeten de betreffende pensioenfondsen ook duidelijk communiceren aan hun deelnemers, stelt DNB.
Pensioenkorting
Veel pensioenfondsen zitten onder de vereiste minimale dekkingsraad van 104,2 procent en hebben herstelplannen moeten indienen. Van indexatie - meegroeien van de pensioenen met de inflatie- is al jaren geen sprake meer. Twee kleine pensioenfondsen met samen 13.000 deelnemers zullen dit jaar moeten korten, verwacht DNB.
Als pensioenfondsen vijf jaar op rij onder de vereiste dekkingsgraad zitten, moet er gekort worden. Volgens DNB dreigt dat wellicht ook voor 11 pensioenfondsen met bijna 2 miljoen pensioenen in 2020, en voor nog eens 45 pensioenfondsen met bijna 8 miljoen pensioenen in 2021. Daarbij gaat het om een pensioenkorting van 4 procent die over tien jaar uitgesmeerd mag worden.
27 januari 2017
Rutte: Ingreep voor houdbaarheid pensioenen onnodig
De hersteltermijn voor pensioenfondsen hoeft niet verlengd. Dat heeft premier Mark Rutte vrijdag bekendgemaakt. Staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken) speelde afgelopen jaar met die gedachte om de fondsen wat respijt te geven om hun geslonken reserves aan te vullen. Zo wilde ze afwenden dat de fondsen de pensioenen zouden verlagen.
Het overgrote deel van de pensioenfondsen blijkt er iets beter voor te staan, zei Rutte. De pensioenen hoeven daarom voorlopig niet te worden verlaagd. Ook is er veelal geen geld om de waarde waaraan ze door inflatie inboeten, te compenseren. Er is "nog geen reden om achterover te leunen", aldus de premier.
De lage rente speelt de fondsen al geruime tijd parten. Hun beleggingen leveren te weinig op om de pensioenen van alle aangesloten werknemers van nu en in de toekomst te kunnen betalen.
27 januari 2017
ABP: Nog lange weg te gaan voor pensioenfondsen
Het gaat iets beter met de grote pensioenfondsen in Nederland, maar een verhoging van de pensioenen zit er voorlopig nog niet in. Op basis van hun huidige financiële situatie kunnen de fondsen ook niet uitsluiten dat er in 2018 of daarna nog gekort moet worden op de pensioenuitkeringen.
"We zijn met onze financiële positie nog steeds niet op het niveau waar we willen staan", aldus voorzitter Corien Wortmann-Kool van ambtenarenfonds ABP. "De komende jaren is dekkingsgraadherstel hard nodig om een verlaging van pensioenen te voorkomen", zo formuleert zorgfonds PFZW de situatie. Metaalfondsen PME en PMT kwamen in hun kwartaalberichten vrijdag met een vergelijkbare boodschap.
Fictie of werkelijkheid ???!!!
Blijvend probleem is dat de manier waarop de fondsen hun financiële positie moeten berekenen nog steeds erg afhankelijk is van de grilligheid van de renteontwikkeling. PMT-voorzitters Jan Berghuis en Benne van Popta roepen de politiek in Den Haag daarom nogmaals op om met een oplossing te komen. "Het kabinet kan hiervoor niet de ogen sluiten. Er zijn partijen die over de rekenrente praten, maar wij zien nog geen concrete voorstellen."
Of het voor fondsen nodig is om in 2018 te snijden in de pensioenen en de pensioenopbouw wordt pas over ongeveer twaalf maanden beoordeeld.
20 januari 2017
'Pensioenfondsen moeten meedenken over vitale oude dag'
De pensioensector is vooral bezig met de modernisering van het huidige pensioen. Maar de sector staat voor veel fundamentelere keuzes, stelt Richard Weurding, algemeen directeur bij het Verbond van Verzekeraars. ,,Willen we alleen geldverstrekker blijven?
,,Kijk alleen al naar de opbouw van een pensioen. De economie verandert, de vaste baan wordt minder. Het gaat om employability, de vaardigheden die nodig zijn. Die veranderen door de technologische ontwikkelingen. Kijk je als pensioenaanbieder passief naar die ontwikkelingen of vraag je je af hoe je de klant kunt ondersteunen?''
Het pensioenfonds als loopbaancoach; nadenken over de toekomst kan tot verrassende uitkomsten leiden, aldus Weurding. Technieken als virtual reality (vr) kunnen volgens hem een rol spelen bij de communicatie. ,,Het is goed om het pensioenbewustzijn bij jongeren te vergroten.''
Ook grootste Nederlandse pensioenfonds kort niet in 2017
Het grootste Nederlandse pensioenfonds, het ambtenarenfonds ABP, kort dit jaar niet op de pensioenen en pensioenopbouw. Een half jaar geleden had het fonds voor mogelijke kortingen gewaarschuwd. Afgelopen vrijdag maakten drie andere grote fondsen al bekend toch niet te hoeven korten.
De afgelopen maanden verdiende het ABP goed op de beleggingen en investeringen. En ook de rente steeg de laatste maanden weer. Daardoor is de dekkingsgraad gestegen tot ruim boven de kritische grens. Hoe hoog die precies staat, wordt later vastgesteld.

De premieverhoging leidt volgens het fonds in een jaar tijd maar tot een kleine verhoging van de dekkingsgraad. Voor de langere termijn moet de verhoging er wel voor zorgen dat de pensioenen op peil blijven.
Dat er nu niet wordt gekort, betekent niet dat de kortingsdreiging voor het jaar daarna is geweken. Voorzitter Corien Wortmann-Kool: "We moeten voorzichtig blijven als het gaat over de middellange termijn. Economische voorspellingen wijzen op een blijvend lage rente en lagere rendementen."