dinsdag 30 januari 2018

Effecten -drastisch verlaagde- rekenrente op de dekkingsgraad pensioenen

Figuur 1: Verloop 20-jaars rente en de nieuwe rekenrente op basis van 120-maands voortschrijdend gemiddelde
Nadat de rekenrente vanaf juni 2012 drie jaar op 4,2% was gefixeerd, dook deze medio 2015 door een DNB-herdefiniëring overnight naar 3,3% (zie DNB, 2015). Daarna is die rekenrente verder gedaald en eind 2017 nog slechts 1,32% (bron: DNB/CBS). Een verschil van bijna 3%!

Eén procent daling van de rekenrente heeft als effect 10-15% daling van de dekkingsgraad.

Conclusie: Na het herdefiniëren van de rekenrente zijn de dekkingsgraden van de pensioenfondsen tussen de 30 en 45 % minder gestegen. 


Voor de pensioenfondsen is de rekenrente van eminent belang, aangezien deze de verplichtingen van pensioenfondsen kleurt. Op hun site stelt DNB dan ook: 'De pensioenfondsen moeten elk jaar hun verplichtingen waarderen tegen de rekenrente'. Een lage rekenrente leidt daarbij tot hogere contant gemaakte verplichtingen dan bij een hoge rekenrente. Het is daarom cruciaal om te weten hoe deze rekenrente wordt bepaald, en om die reden was het van enorm belang dat deze medio juli 2015 geherdefinieerd werd, door de toezichthouder van de pensioenfondsen: De Nederlandsche Bank (DNB).

Bron: Erik Nienhuis, “DNB vloert pensioenstelsel met rekenrentemethodiek”, Me Judice

Lage rente is funest voor pensioen




De lage rente is prima nieuws voor de economie, maar funest voor gepensioneerden. De drijfveer onder de wederopstanding van de BV Nederland doet bij pensioenfondsen juist pijn. Zij moeten meer geld in kas houden en kunnen minder profiteren van hard stijgende aandelenkoersen. Daardoor kan er voor de ouderen nauwelijks wat bij op hun huidige pensioen.


Het is een onmogelijk verhaal om te verkopen in de huidige economie: hoe is het toch mogelijk dat bijna alle economische seinen op groen staan, terwijl er voor de gepensioneerden nog niet genoeg geld is om hun pensioen minstens mee te laten stijgen met de inflatie – het indexeren waar gepensioneerden zo naar snakken?


Er zijn twee dingen waar pensioenfondsen rekening mee moeten houden: de rente, en de regels voor de buffers die ze moeten aanhouden. „De rente is heel bepalend”, stelt Corine Reedijk, pensioenexpert bij Aon Hewitt. „Wat daarmee gebeurt is cruciaal. De rente is de laatste jaren op een historisch laag niveau terechtgekomen en lijkt de komende jaren laag te blijven.”




DNB: Voor zes op de tien gepensioneerden dreigt korting


AMSTERDAM - Een korting op het pensioen is voor zes op de tien ouderen dichterbij dan een indexatie. Toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) ziet dat hun pensioenfondsen nog altijd in de gevarenzone verkeren.

DNB schetst een erg verdeeld beeld van de situatie bij pensioenfondsen. Aan de ene kant is er het gevaar van kortingen. Een kwart van de pensioenfondsen zit nog altijd onder een beleidsdekkingsgraad van 104,2 of 104,3%. De beleidsdekkingsgraad laat zien hoeveel euro’s pensioenfondsen over de afgelopen twaalf maanden in kas hadden ten opzichte van de pensioenverplichtingen.




De 104,2 of 104,3% zijn cruciale getallen want als pensioenfondsen eind 2019, of in sommige gevallen eind 2020, daar nog steeds onder zitten, moeten ze pensioenen gaan korten.
Dat gaat dus om ongeveer 25% van de pensioenfondsen, maar dat cijfer vertekent het beeld. Want hier zitten ook vier van de vijf grootste pensioenfondsen bij. Het percentage deelnemers voor wie een korting dreigt ligt dus veel hoger: 64% van de actieve deelnemers, de premiebetalers, en 60% van de pensioengerechtigden.

Daar staat in het bericht van DNB ook een positief geluid tegenover. Want de gemiddelde beleidsdekkingsgraad van alle fondsen is in 2017 wel met 9 procentpunt gestegen naar 106,5%. De fondsen zijn afgelopen jaar dus wel wat opgekrabbeld.Voor steeds meer fondsen geldt dat hun buffers tot boven 110% zijn gestegen. En dan mogen zij ook weer gaan indexeren.
Vorig jaar waren er nog maar 154.000 pensioengerechtigden en 430.000 actieve deelnemers die op een indexatie mochten rekenen. Inmiddels is dat gestegen tot 837.000 pensionado’s en 927.000 deelnemers.