Pensioenfonds ABP: 'We willen niets liever dan de pensioenen verhogen'
donderdag, 17 oktober 2024 (14:33) - BNR Nieuwsradio
In dit artikel:
In de resultaten van het derde kwartaal heeft pensioenfonds ABP een stijging van het beleggingsrendement van meer dan 23 miljard euro gerapporteerd. Ondanks deze positieve ontwikkeling is de dekkingsgraad met 1 procentpunt gedaald naar 114,5 procent. Bestuursvoorzitter Harmen van Wijnen stelt dat de financiële situatie uitdagend blijft voor grote pensioenfondsen, wat wordt weerspiegeld in de beslissingen van andere fondsen, zoals PME en PFZW, die geen of minimale pensioenverhogingen aankondigen.
ABP overweegt echter om pensioenen te verhogen, mits de financiële cijfers de komende weken gunstig blijven. Dit hangt af van de inflatie, die in september op 3,5 procent stond, en de recente renteverlaging van de Europese Centrale Bank. Van Wijnen benadrukt dat het fonds wil zorgen voor een evenwichtige aanpak en aandacht heeft voor de belangen van alle generaties, vooral met het oog op de overgang naar een nieuw pensioenstelsel in 2027. Onder dit nieuwe stelsel zullen pensioenen fluctuerend aansluitend zijn op de economische situatie, en ABP lijkt goed voorbereid op deze transitie.
Buffers pensioenfondsen licht verbeterd: 'Maar het is wachten op de centrale bank'
maandag, 2 september 2024 (14:08) - De Telegraaf
In dit artikel:
In augustus 2023 is de gemiddelde dekkingsgraad van Nederlandse pensioenfondsen licht gestegen tot 118,3%, een toename van 0,2 procentpunt ten opzichte van juli. Dit geeft aan dat pensioenfondsen over voldoende middelen beschikken om zowel huidige als toekomstige pensioenen uit te betalen, wat een positieve ontwikkeling is volgens Edward Krijgsman van Mercer. Hoewel deze stijging niet direct voelbaar is voor pensioendeelnemers, vergroot het de mogelijkheden voor indexatie en biedt het bestuurders meer ruimte richting de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel.De verbetering is voornamelijk te danken aan de prestaties van de aandelenportefeuilles, met name in ontwikkelde markten, terwijl de aandelen in opkomende markten minder goed presteerden. Echter, de aanhoudende lage rentestanden blijven een bedreiging voor de sector, omdat een lagere rente leidt tot een hogere waardering van verplichtingen, wat betekent dat pensioenen en reserves meer financiële ruimte vereisen. Krijgsman wijst erop dat hoewel veel fondsen zich tegen dit risico hebben beschermd, volledige afdekking bijna onmogelijk is, vooral met de aanstaande rentewijzigingen van de Amerikaanse Centrale Bank als potentieel risico.
Opsteker pensioenfondsen door stijgende rente: dekkingsgraad loopt flink op
De dekkingsgraden van de pensioenfondsen staan er goed voor: in juli liepen die fors op als gevolg van de stijgende rentes. De gemiddelde dekkingsgraad in juli steeg naar 122%.
De zogeheten indicatieve beleidsdekkingsgraad, het cijfer dat is gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraden van de afgelopen twaalf maanden, bleef in juli stabiel op 120%, zo komt uit de berekeningen van Aon naar voren.
De laatste tijd hebben vooral wereldwijd aandelen een sterke periode achter de rug, zag Aon. In juli kwamen daar nog de aankondigingen van de Fed en ECB bij: extra renteverhogingen zouden in de toekomst nodig zijn om de hoge inflatie te beteugelen. „De rente liep daarna op, de Nederlandse tienjaarsrente kwam tot boven de 3%”, zegt de woordvoerder van Aon.
AMSTERDAM - Pensioenfondsen buitelen bijna over elkaar heen nu het ene na het andere fonds een verhoging van pensioenen aankondigt. Corine Reedijk van Aon noemt het positief dat ze iets extra’s kunnen doen. „Met de huidige hoge kosten die ouderen hebben, kunnen ze dit goed gebruiken.” Maar het is de vraag of pensioenfondsen de grenzen moeten opzoeken. „Je hebt echt buffers nodig voor de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel.”
Nadat veel pensioenfondsen jarenlang de hand op de knip hielden, krijgen gepensioneerden deze weken goed nieuws. De pensioenfondsen delen hoge indexeringen uit. Het grootste pensioenfonds ABP maakte donderdag een ongekende verhoging bekend van bijna 12%.
Met deze indexatie zegt het fonds voor ambtenaren en onderwijzers de ambitie na lange tijd waar te maken: „Pensioen dat meegroeit met de prijsstijging. Daar zijn alle deelnemers op korte of langere termijn bij gebaat.” De bestuursvoorzitter zegt dat het mogelijk is omdat de financiële positie van ABP het toelaat. „En omdat het fonds gebruik mag maken van soepelere regels omdat we willen overstappen naar het nieuwe pensioenstelsel.” ABP houdt daarna voldoende vet op de botten, zegt Van Wijnen. „Een glazen bol met hoe het er in de toekomst uitziet, heeft niemand. Maar deze stap onderstreept onze ambitie: een koopkrachtig pensioen voor onze deelnemers.”
Van de vijf grootste pensioenfondsen spant dat voor de bouw deze week de kroon met een indexatie van 14,52%. „Het is een opvallend en divers beeld deze week”, zegt Corine Reedijk van Aon. „Sommige fondsen doen 4 of 6%, andere bijna 15%. Stel dat je buurman in de bouw werkt en jij in de zorg, dat scheelt 8% indexatie. Dat is bijzonder, en een effect van de verschillende financiële posities van pensioenfondsen. Je merkt ook dat fondsen wel erg naar elkaar kijken, wat doet de ander?”
Reedijk snapt dat het voor fondsen goed nieuws is om te brengen. „Ouderen kunnen dit goed gebruiken.” Ze geeft wel een waarschuwing: „Wat je nu uitgeeft, heb je straks niet meer. De dekkingsgraden kunnen nog alle kanten opgaan. Als de rente dadelijk toch daalt, hebben ze minder buffer. Dat is geen ondenkbaar scenario.” Het is daarom de vraag of pensioenfondsen de grenzen moeten opzoeken. „Je hebt echt buffers nodig voor de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel.”
Ook actuaris Henk Bets van Confident spreekt een waarschuwing uit. „Pensioenfondsen hebben een koopkrachtig pensioen beloofd in het nieuwe stelsel, dus hopelijk lukt dat dadelijk ook nog. Want zo snel als de dekkingsgraden nu zijn gestegen, zo snel kunnen die ook weer dalen.”
Bets noemt de verhogingen daarom wel gewaagd. „Ze spelen niet op safe. Ze gaan inlopen op hun voorzieningen, dus die dekkingsgraden gaan dalen, dus je hebt minder buffer voor de slechtere tijden.” Of dat verstandig is? „Het is goed dat ze invulling geven aan de ruimte. Maar ze moeten dan wel vertellen over de risico’s voor de toekomst.”
Boven op de AOW ontvangt een huishouden gemiddeld nog zo’n 50 procent extra bruto inkomen door de pensioenuitkeringen. Mede doordat deze uitkering in veel gevallen niet is meegegroeid met de stijgende prijzen, zijn gepensioneerden er de afgelopen jaren minder op vooruit gegaan dan de gemiddelde Nederlander.
Grootste AOW-stijging in 20 jaar,
pensioenfondsen nog in problemen
De AOW-uitkering stijgt dit en volgend jaar in totaal met 8,3 procent. Dat verwacht ABN Amro. Als de cijfers kloppen, wordt het de grootste stijging sinds 1998.
De stijging van de uitkering is onder meer gekoppeld aan de stijging van de cao-lonen en de prijzen. Die stijgen naar verwachting relatief fors de komende tijd.
Veel mensen krijgen naast hun AOW-uitkering een aanvullend pensioen dat bijeen is gespaard bij een pensioenfonds. Bij die fondsen is de situatie veel minder rooskleurig, blijkt uit de nieuwste cijfers die vandaag zijn gepubliceerd. Voor grote fondsen zoals het pensioenfonds voor medewerkers in de zorg PFZW en ambtenarenfonds ABP dreigen verlagingen.
De dekkingsgraden zijn weliswaar de afgelopen maand iets opgelopen, maar bij de huidige situatie moet er nog altijd gekort worden. Hoeveel precies hangt af van de situatie op 31 december. ABP en PFZW moeten dan op een dekkingsgraad van boven de 94 procent zitten.
Voor de metaalfondsen PME en PMT is de situatie nog nijpender. Omdat de situatie bij deze fondsen al langer slechter is, moeten zij aan het eind van het jaar op een dekkingsgraad van minstens 100 procent zitten.
14 oktober 2019
Wetenschappers en ondernemers willen soepelere rekenregels pensioen
Een veertigtal wetenschappers en mensen uit het bedrijfsleven pleit er in een brief aan de Tweede Kamer voor dat de rekenregels voor pensioenen worden aangepast. Het huidige stelsel zorgt volgens hen voor een onzeker pensioen.

"Er is geen enkel ander land dat zoveel pensioenvermogen per inwoner heeft opgebouwd als ons land. En toch lezen we dagelijks in de krant dat onze pensioenfondsen in grote moeilijkheden verkeren", staat in de brief.
Het pensioenstelsel zou volgens hen rekening moeten houden met de feitelijke rendementen van de pensioenfondsen in plaats van met de risicovrije rente, die op dit moment bijna de 0 procent heeft bereikt.
De dekkingsgraden zijn op dit moment gebaseerd op "het theoretische geval dat pensioenfondsen de komende vijftig jaar geen rendement meer zullen maken", aldus de critici. De rekenregels worden daarnaast momenteel "in extremis" aangehouden, stellen ze.
Bekende ondertekenaars van de brief zijn onder anderen voormalig CDA-minister Elco Brinkman, oud-directielid bij De Nederlandsche Bank Lex Hoogduin en voormalig voorzitter van de Sociaal-Economische Raad Herman Wijffels.
27 september 2019
De strenge rekenregels waar pensioenfondsen zich aan moeten houden, moeten worden versoepeld, zegt Corien Wortmann, bestuursvoorzitter van pensioenfonds ABP, vrijdag in gesprek met De Telegraaf.

Kortingen zouden onbegrijpelijk zijn, zegt Wortmann. "Ons pensioenvermogen is in de afgelopen tien jaar verdubbeld en onze deelnemers hebben daar geen cent extra van gekregen".
De pensioenfondsen willen daarom dat er niet meer alleen met de extreem lage rekenrente wordt gerekend. Ze pleiten ervoor om ook de toekomstige rendementen op beleggingen mee te rekenen.
25 september 2019
Korten kan sneller gaan
De dreigende kortingen op de pensioenen kunnen sneller gaan dan tot nog toe aangenomen. Pensioenfondsen overwegen om kortingen niet over tien jaar, maar bijvoorbeeld over vier jaar uit te smeren. Het korten wordt er niet overzichtelijker op. Pensioenfondsen hebben de vrijheid om de kortingen binnen de wettelijke kaders toe te passen.

ANBO is neutraal over de wijze van korten. Natuurlijk lijkt het aantrekkelijker om kortingen lang uit te smeren, maar kostenefficiency is ook in het belang van alle deelnemers. Bovendien vindt ANBO dat de reden van de korting moet worden aangepakt.
De versnelde korting zou aan de orde zijn bij de metaalfondsen PME en PMT, zo blijkt uit een publicatie in het vakblad PensioenPro van vandaag. De reden om sneller te korten is dat het uitsmeren over tien jaar administratief meer kost en zou kunnen leiden tot extra korting. Op dit moment zouden deze fondsen circa 8 procent moeten korten. Dat mag in tien jaar: 0,8 procent per jaar dus ofwel bij een uitkering van € 800 per maand € 6,40. Administratiekosten wegen zwaar op zo'n bedrag.
Hoe er zal worden gekort, is steeds slechter te overzien. Bij de metaalfondsen gaat het om een onherroepelijke korting als zij voor 31 december niet op 100 procent dekkingsgraad staan. Die kans is overigens inmiddels verwaarloosbaar. Zij moeten korten omdat zij na vijf jaar niet op 100 procent staan. De korting is kleiner dan voorheen, omdat in het pensioenakkoord de minimaal vereiste dekkingsgraad van 104,5 procent komt te vervallen.
Nog een extra complicatie: pensioenfondsen trekken voor alle nog werkende deelnemers in één keer de korting af. Maar dat betekent dat mensen die de komende jaren met pensioen gaan hun pensioen meteen al – zonder spreiding – lager zien worden, waar gepensioneerden nog enigszins worden ontzien met uitsmeren.
Voor de grootste fondsen, ABP en Zorg en Welzijn, geldt bovenstaande problematiek nog niet. Zij moeten de 'kritische dekkingsgraad' van 95 procent zien te bereiken voor 31 december. Halen ze dat niet, dan moeten ze tot die 95 procent korten. Deze kortingen zijn voorwaardelijk: mocht volgend jaar het herstel intreden, komen deze kortingen te vervallen. Maar eind 2020 staan zij mogelijk voor dezelfde problemen als de metaalfondsen.
Pensioenfondsen zijn inmiddels begonnen met het voorlichten van de deelnemers over de mogelijke kortingen. Hoe die uitvallen, wordt in de eerste maanden van 2020 bepaald aan de hand van de dekkingsgraad van 31 december 2019. Daadwerkelijk zal het korten vermoedelijk per 1 juli komend jaar gebeuren. ANBO raadt aan om de informatie op de websites en in nieuwsbrieven van pensioenfondsen nauwgezet te volgen.
25 september 2019
Dekkingsgraad pensioenfondsen daalt flink
De dekkingsgraad van twee grote pensioenfondsen is onder de 90 procent gekomen. Ambtenarenpensioenfonds ABP en Pensioenfonds voor Zorg en Welzijn (PFZW) hadden allebei een flinke daling in de dekkingsgraad in augustus. Daarmee is een korting op de pensioenen van veel Nederlanders weer dichterbij gekomen.
Ambtenarenfonds ABP zag zijn dekkingsgraad dalen tot 88,6 procent, van 93,9 procent in juli. Bij PFZW kwam de dekkingsgraad vorige maand uit op 89,8 procent. Dat was precies 5 procentpunt minder dan in juli. Bij metaalpensioenfonds PMT ging de dekkingsgraad omlaag naar 92,6 procent. De dekkingsgraad geeft aan in hoeverre fondsen aan hun verplichtingen, oftewel het uitkeren van pensioenen, kunnen voldoen.

ABP noemt het steeds waarschijnlijker dat volgend jaar de pensioenopbouw en -uitkeringen omlaag moeten. 'Deelnemers zien dat er meer geld in kas is dan ooit tevoren, maar dat toch een verlaging van pensioen dreigt', zegt president-commissaris Corien Wortmann over de situatie. 'Dat is echt niet meer uit te leggen.'
'Pas in december gaan we peilen of we moeten korten, maar na de daling van de dekkingsgraad is de kans natuurlijk veel groter geworden', laat een woordvoerster van PFZW weten.
18 juli 2019
Pensioenfondsen moeten mogelijk korten, maar waarom?
De pensioenen van 8 miljoen mensen dreigen volgend jaar gekort te worden, omdat de dekkingsgraad van de vier grootse pensioenfondsen onder de kritische grens komt. Bij de metaalfondsen PME en PMT is er al langere tijd sprake van dat er in 2020 gekort moet worden op de uitkering voor gepensioneerden en de pensioenopbouw voor werkenden.
En bij ABP en Zorg & Welzijn dreigt dat nu ook. De pensioenfondsen roepen op om het korten uit te stellen. Maar als de financiële positie van de fondsen niet snel verbetert dan zijn kortingen niet te voorkomen, zeggen deskundigen. Het is nog niet duidelijk hoeveel de pensioenen gekort gaan worden.
18 april 2019
Pensioenfondsen diep in het rood
De financiële situatie van pensioenfondsen blijft penibel. Van de vijf grootste fondsen in Nederland, staan er drie ’in het rood’.
Het gaat om ambtenarenfonds ABP, zorgfonds PFZW en metaalfonds PME. Zij hebben een dekkingsgraad van minder dan 100%. Dat betekent dat ze voor elke euro pensioen die ze in de toekomst uit moeten keren, minder dan een euro in kas hebben. Het andere metaalfonds PMT komt precies op 100% uit.
De situatie is iets beter dan eind 2018, maar nog altijd lang niet genoeg om pensioenkortingen te voorkomen. Voor de metaalfondsen PME en PMT dreigen die al volgend jaar doorgevoerd te moeten worden. Met de huidige financiële standen zullen zij zo’n 4 tot 5 procent moeten snijden in de uitkeringen van gepensioneerden, maar ook de opbouw van werkenden.
Maar daar hebben de fondsen eigenlijk weinig trek in. Jos Brocken en Eric Uijen, voorzitters van de metaalfondsen, lieten afgelopen zaterdag in De Telegraaf weten dat ze het ’idioot en onverantwoord’ vinden om nu te gaan korten.
De pensioenbobo’s vinden het raar dat ze mensen zouden moeten korten, terwijl er mogelijk op korte termijn een nieuw pensioencontract ligt waarin de regels voor wanneer en hoeveel er gekort moet worden, wel eens heel anders zouden kunnen zijn.
De beleidsdekkingsgraden – de gemiddeldes van de afgelopen twaalf maanden – van de fondsen liggen nog wel boven 100%. Maar als de situatie van de fondsen niet snel opklaart, zullen die de komende maanden ook gaan dalen.
In het voorjaar en de zomer van vorig jaar kenden de fondsen namelijk een periode van redelijk herstel. Maar die periode zal de komende maanden van het twaalfmaandsgemiddelde afvallen. En zonder een nieuw herstel, komen daar alleen maar lagere actuele dekkingsgraden voor terug.
14 december 2018
Pensioenpotten gevuld met €1,375 biljoen
De Nederlandse pensioenfondsen hadden eind september een gezamenlijk vermogen van €1.375.111 miljoen, oftewel €1,375 biljoen. Nooit eerder stond er zo veel geld op de balans van de gezamenlijke pensioenfondsen.

Uit de DNB-cijfers blijkt dat de pensioenfondsen die eind derde kwartaal een dekkingsgraad van minder dan 110% hadden, maar liefst 4,2 miljoen actieve deelnemers hebben. Actieve deelnemers zijn de werkenden die actief bijdragen aan het fonds via premiebetaling. Bij deze fondsen zitten grote fondsen als ABP, Zorg&Welzijn en PME.
Overigens maken de pensioenfondsen ten opzichte van de afgelopen jaren een behoorlijk herstel door. Eind derde kwartaal 2017 was de gemiddelde dekkingsgraad 104,5% en twee jaar terug was het zelfs ruim beneden de honderd: 97,5%. De dekkingsgraad geeft aan hoeveel geld een fonds in kas heeft ten opzichte van de pensioenen die het fonds nu en in de toekomst wil uitkeren.
3 december 2018
Pensioenfondsen stabiel in risicozone
De pensioenfondsen kregen in oktober een flinke tik te verwerken. Door flinke dalingen op de aandelenmarkten en ook een dalende rente zakte de gemiddelde dekkingsgraad van 110 naar 107%. Die daling van 3%-punt deed flink pijn bij de grote fondsen ABP, PFZW, PME en PMT. Die zitten namelijk in of in de buurt van de gevarenzone voor kortingen en werden door de terugval in oktober daar weer hard in terug geslingerd.
Die situatie leek in november nog even veel erger te worden. Aon meldt dat de eerste drie weken van de afgelopen maand ook slecht waren voor de fondsen. Maar in de laatste week vonden ze de weg omhoog, onder meer doordat de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve, aangaf dat de rente in 2019 minder snel zou stijgen.
Maar stilstand is voor de pensioenfondsen achteruitgang. De dekkingsgraden van de vier grote fondsen zakten eind oktober tot tussen 100 en 102,5% en in die gevaarlijke zone zullen de fondsen in november vermoedelijk blijven hangen.
Het gevaar van de kortingen, die kunnen volgen als de dekkingsgraad van de fondsen niet boven 104,2% uitkomt, leek even van de baan te zijn toen in november een pensioenakkoord nog binnen bereik leek. Het kabinet legde in de onderhandelingen een wetsvoorstel op tafel dat kortingen uit zou stellen. Maar dat voorstel is na het klappen van de onderhandelingen verdwenen.
DNB: Voor zes op de tien gepensioneerden dreigt korting
AMSTERDAM - Een korting op het pensioen is voor zes op de tien ouderen dichterbij dan een indexatie. Toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) ziet dat hun pensioenfondsen nog altijd in de gevarenzone verkeren.

De 104,2 of 104,3% zijn cruciale getallen want als pensioenfondsen eind 2019, of in sommige gevallen eind 2020, daar nog steeds onder zitten, moeten ze pensioenen gaan korten.
Dat gaat dus om ongeveer 25% van de pensioenfondsen, maar dat cijfer vertekent het beeld. Want hier zitten ook vier van de vijf grootste pensioenfondsen bij. Het percentage deelnemers voor wie een korting dreigt ligt dus veel hoger: 64% van de actieve deelnemers, de premiebetalers, en 60% van de pensioengerechtigden.
Vorig jaar waren er nog maar 154.000 pensioengerechtigden en 430.000 actieve deelnemers die op een indexatie mochten rekenen. Inmiddels is dat gestegen tot 837.000 pensionado’s en 927.000 deelnemers.
4 september 2017
Financiële positie pensioenfondsen op lange termijn onzeker door politieke spanningen
De gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen is, na een stijging in juli, in augustus teruggevallen naar 106 procent. De beleidsdekkingsgraad, die leidend is voor kortingen en indexatie, bleef stabiel op 103 procent.
Door de situatie in Noord-Korea is de euro tot een voorlopig hoogtepunt gestegen ten opzichte van de dollar. Ondertussen lopen de spanningen tussen de Amerikaanse president Trump en de Noord-Koreaanse leider Kim Jong Un verder op. Beleggers zien een steeds groter risico in Trump en verlagen daarom hun belangen in de Verenigde Staten. De rente is weer teruggezakt na een rentestijging vorige maand ten gevolge van de aankondiging van Draghi, voorzitter van de Europese Centrale Bank. De Britten beginnen de financiële gevolgen van de Brexit te voelen en zetten in op een zachtere Brexit. "Er speelt zoveel, dat het spannende tijden blijven voor pensioenfondsen," zegt Frank Driessen, Chief Commercial Officer van Aon Hewitt. "De komende maanden zal blijken of ook de grote fondsen uit de gevarenzone kunnen komen."
Beleidsdekkingsgraad 5 grootste pensioenfondsen
U weet dat veel van onze pensioenfondsen er financieel abominabel voorstaan, en daarom moeten herstellen volgens een plan dat tot herstelplan is gebombardeerd. In dezen staan hun dekkingsgraden centraal - dus in hoeverre een fonds aan haar toekomstige pensioenverplichtingen kan voldoen. De herstelplannen mochten we niet zien, maar wat wel enig inzicht geeft zijn de cijfers over Q2 van de vijf grootste fondsen. Deze leiden tot een inmiddels bekende conclusie: de financiële posities gingen er weer een beetje op vooruit, maar kortingen op pensioenen hangen nog steeds in de donkere lucht en over indexaties (corrigeren voor inflatie) hoeven we het al helemaal niet te hebben.
Voor we naar de cijfers gaan even de spelregels:
Voor elk fonds telt weer een andere kritische grens, maar voor velen geldt dat ze moeten korten als hun beleidsdekkingsgraad - gemiddelde dekkingsgraad over de afgelopen twaalf maanden - onder de 104% zit in 2020.
Dan nu de beleidsdekkingsgraden voor den liefhebber. ABP: 96,3%, PFZW: 94,2%, PME: 95,9%, PMT: 96,6% en koploper is het fonds voor de bouw met 110,1%. Het schiet inderdaad andermaal weinig op. De reden voor de stijgingen is de rente die omhoogging: hierdoor dalen hun pensioenverplichtingen.
Daarentegen lagen in veel gevallen de rendementen op beleggingen onder het nulpunt. Maar afijn, al deze statistieken nopen enkele fondsen ook tot een verwijzing naar het nieuwe pensioenstelsel dat nog in de maak is. ABP 'ziet wel de noodzaak van modernisering van ons pensioenstelsel' en geeft daarom groen licht voor de huidige schetsen. BpfBouw houdt het cryptischer en blijft hameren op 'voldoende risicodeling, collectiviteit en behoud van de verplichtstelling'. Want allemaal leuk en aardig, zo'n persoonlijk pensioenpotje, maar kunt u al die verantwoordelijkheid wel aan?
18 mei 2017
Banken weerbaarder, pensioenfondsen kwetsbaar
Banken hebben zich na de financiële crisis goed hersteld. De buffers zijn versterkt en daarmee is de weerbaarheid vergroot. De vier Nederlandse grootbanken zijn in Europa keurige middenmoters, de Waterschapsbank en de Bank Nederlandse Gemeenten zitten zelfs aan de top. Ook het vertrouwen van burgers in banken is verbeterd, stelt De Nederlandsche Bank (DNB) in het halfjaarlijks rapport over het toezicht bij banken en pensioenfondsen.
![]() |
Jan Sijbrand van DNB |
Pensioenfondsen klimmen weliswaar langzaam uit het dal, maar blijven volgens DNB erg kwetsbaar. Als de rente laag blijft en de beleggingsrendementen tegenvallen kan het zomaar in het slechtste scenario gebeuren dat miljoenen pensioenen in 2020 en 2021 gekort worden. Dat risico moeten de betreffende pensioenfondsen ook duidelijk communiceren aan hun deelnemers, stelt DNB.
Pensioenkorting
Veel pensioenfondsen zitten onder de vereiste minimale dekkingsraad van 104,2 procent en hebben herstelplannen moeten indienen. Van indexatie - meegroeien van de pensioenen met de inflatie- is al jaren geen sprake meer. Twee kleine pensioenfondsen met samen 13.000 deelnemers zullen dit jaar moeten korten, verwacht DNB.
Als pensioenfondsen vijf jaar op rij onder de vereiste dekkingsgraad zitten, moet er gekort worden. Volgens DNB dreigt dat wellicht ook voor 11 pensioenfondsen met bijna 2 miljoen pensioenen in 2020, en voor nog eens 45 pensioenfondsen met bijna 8 miljoen pensioenen in 2021. Daarbij gaat het om een pensioenkorting van 4 procent die over tien jaar uitgesmeerd mag worden.
13 januari 2017
Stevige tik dekkingsgraden pensioenfondsen
De stijging van de rente én de goede resultaten van beurzen tijdens de laatste paar maanden van 2016, hebben de pensioenfondsen op het nippertje gered van een zeer zware tegenslag. Toch is het jaar 2016 slecht geweest voor de dekkingsgraden van de fondsen, zo blijkt uit de eerste cijfers.
Vrijdag kwamen de eerste grote fondsen met de getallen over 2016 naar buiten en die zijn, zoals verwacht, negatief. Alle fondsen melden een daling van de beleidsdekkingsgraad.
De dekkingsgraad geeft aan hoeveel geld er is kas is om lopende en toekomstige pensioenen te betalen. Bij een dekkingsgraad van 105% is er 105 euro in kas tegenover 100 euro aan verplichtingen. Maar veel fondsen zitten op dit moment lager dan 100%; dat geeft aan dat er thans te weinig geld is om lopende en toekomstige pensioenen te betalen. De regels schrijven voor dat fondsen grote buffers hebben (meestal ruim boven de 120%) om tegenslagen op te vangen.
Van de fondsen die vrijdag naar buiten kwamen met de eerste getallen, scoort PNO Media (pensioenfonds voor mediabedrijven, zoals de omroepen) het minst goed met een dekkingsgraad eind 2016 van maar 91,3%. Dat is een daling van het ook al beroerde cijfer eind 2015: 97,3%. Ook het pensioenfonds Xeros zakt verder weg met een beleidsdekkingsgraad van 94,3% (eind 2015: 97,8%). Het pensioenfonds PGB dat voor meerdere bedrijven en sectoren het pensioen regelt, sloot 2015 nog nét in de plus af (101,4%) maar zit nu op 96%.
De grote pensioenfondsen Detailhandel en Philips (beide met belegde vermogens van meer dan 17 miljard euro) blijven ruim boven de 100% met dekkingsgraden van respectievelijk 104,7% en 108%. Beide zagen de dekkingsgraad in 2016 wel dalen.
Ook de pensioenfondsen voor KLM’ers die er traditioneel goed voor staan, hebben in 2016 flinke tegenwind gehad. Het fonds KLM Algemeen zakte van 111,1% naar 103,4%, het fonds KLM Cabinepersoneel van 108,5% naar 100% en het fonds KLM Vliegers daalde van 122,9% naar 114,6%.
Hoewel alle fondsen te weinig buffers hebben, is het nergens nodig om de pensioenen dit jaar te verlagen. De fondsen kunnen echter geen van alle de pensioenen in 2017 opvoeren en aan te passen aan het gestegen prijspeil. Zo’n aanpassing (indexatie genoemd) komt pas in beeld als de fondsen meer buffers hebben opgebouwd.
Al eerder maakten de grootste pensioenfondsen van Nederland (ABP, Zorg & Welzijn, PME en PMT) bekend dat pensioenkortingen dit jaar niet nodig zijn. Tot in de herfst van 2016 leek zo’n korting onontkoombaar maar de goede resultaten op de beurzen en de hogere rente hebben gezorgd voor een verbetering van de dekkingsgraden.
15 november 2016
Kans pensioenkorting bij grote fondsen kleiner
HEERLEN - De kans dat Nederlands grootste pensioenfondsen ABP en PFZW volgend jaar de pensioenen moeten verlagen is afgelopen maand iets kleiner geworden. Dat hebben de fondsen dinsdag laten weten.
De dekkingsgraad, de graadmeter die aangeeft in hoeverre een fonds aan zijn verplichtingen kan voldoen, verbeterde bij ABP in oktober met dik 2 procentpunt naar 92,8 procent. Die van PFZW ging vooruit van 89,2 naar 91,2 procent.

Heet hangijzer in de pensioenenkwestie is de rente in Europa. Die is al lang erg laag waardoor de verplichtingen van de fondsen hoger uitkomen. Maar de laatste tijd lijkt het renteniveau iets op te krabbelen. Sinds de verkiezing van de Amerikaanse presidentskandidaat Donald Trump in de Verenigde Staten is de rente verder gestegen.
1 september 2015
Geen kortingen op pensioenen nodig
Geen van de 155 pensioenfondsen die extra onder de loep liggen bij De Nederlandsche Bank (DNB), hoeft de pensioenen te verlagen om de financiële situatie te verbeteren. Dat meldt de toezichthouder dinsdag na beoordeling van de herstelplannen van de betreffende fondsen. Eén fonds moet nog wel een nieuw, beter onderbouwd herstelplan indienen.
Pensioenfondsen mogen sinds dit jaar langer de tijd nemen om hun zwakke financiële situatie aan te pakken, maar moeten dan wel met een goed doortimmerd plan komen. Een herstelplan moet binnen twaalf jaar leiden tot een gezonde verhouding tussen de verplichtingen en het vermogen. Gemiddeld nemen fondsen daar 6,5 jaar de tijd voor, blijkt uit de door DNB beoordeelde herstelplannen.
Voorheen moest de dekkingsgraad van pensioenfondsen binnen drie jaar herstellen. Veel fondsen die door de financiële crisis en lage rente in moeilijkheden waren gekomen, moesten daardoor de afgelopen jaren korten op de pensioenen of de premies verhogen.

Uit de beoordeelde herstelplannen blijkt dat het pensioenfondsen hun herstel vrijwel geheel uit waardestijging van de beleggingen denken te kunnen halen. Gemiddeld gaan ze uit van 4,7 procent rendement. Een aantal, veelal grotere fondsen, zoekt volgens DNB wel de grenzen op door uit te gaan van de maximaal toegestane rendementsverwachtingen. Of die prognoses uitkomen, hangt af van de marktontwikkelingen.
Een op de vijf fondsen met onderdekking heeft wel voldoende bufferruimte om de pensioenen volgend jaar gedeeltelijk mee te laten stijgen met de inflatie. Twee derde van de pensioenfondsen verwacht dat in 2018 te kunnen doen.
13 augustus 2015
Wie helpt gepensioneerden en ouderen de pensioenwinter door?
Wie helpt gepensioneerden en ouderen de pensioenwinter door?
bron: DFT Theo Gommer - Pensioenadvocaat
Een mooie titel zo midden in de zomer. Toch is duidelijk dat er een probleem ontstaat tussen ‘jongeren/werkenden’ en ‘ouderen/gepensioneerden’. Wat is er aan de hand?
Zoals uit alle informatie (van het CPB) blijkt, krabbelt de economie snel op en kunnen salarissen weer worden verhoogd, worden de lasten – met name voor werkenden - verlicht en neemt de werkloosheid onder jongeren af. Zij, de jongeren en werkenden, gaan er dus eindelijk weer op vooruit qua koopkracht.
De gepensioneerden echter niet. Hoe komt dat? Dat zit in twee zaken. Allereerst omdat bijna alle pensioenfondsen, zeker de bedrijfstakpensioenfondsen zoals bouw, metaal, maar ook die voor de gezondheidzorg en de ambtenaren, geen vet (meer) op de botten hebben. Ze hebben een zogenoemde lage dekkingsgraad en mogen dus de ingegane pensioenen niet verhogen.
Daar komt bij dat in vanaf juli De Nederlandsche Bank de rekenrente – om die dekkingsgraad te berekenen – weer heeft aangepast. Naar beneden! Dat betekent dat de pensioenfondsen nóg lager komen te zitten qua dekkingsgraad. Zo rond 2010 heeft de directeur van het pensioenfonds voor de gezondheidszorg gezegd dat ze waarschijnlijk de komende 15 jaar de pensioenen niet kunnen verhogen. Wel, daar begint het inderdaad op te lijken.
Sappelen

Dan de ‘nog niet gepensioneerde’ ouderen. Zij komen steeds moeilijker aan een baan, dat blijkt inmiddels. Het enige dat er dan op zit, is met deeltijdpensioen te gaan – en proberen ‘bij te klussen als ZZP-er’. Maar ja, dan gaan ze sneller snoepen van de pensioenpot en betekent dat het pensioen in de toekomst minder wordt. En ook, net als bij de gepensioneerden, niet verhoogd wordt. Als ZZP-er bouw je immers niet automatisch pensioen op.
Al met al breekt er dus een lange tijd aan van stevige discussie tussen actieven en gepensioneerden hoe om te gaan met de pensioenpot. Naarmate het beter gaat met de economie én er steeds meer gepensioneerden komen zal die discussie steviger worden.
Al langer dan 5 jaar geleden schreef ik dat als we niet oppassen we niet een generatiediscússie maar een generatieconflict krijgen... Als ik maar geen gelijk krijg!
14 juli 2015
Dekkingsgraden flink lager door ingreep DNB
Dekkingsgraden flink lager door ingreep DNB;
Het bijstellen van de rekenrente voor de Nederlandse pensioenfondsen door De Nederlandsche Bank (DNB) drukt de dekkingsgraden met gemiddeld 3 procentpunt omlaag.
Gepensioneerden zijn nu nog verder af van een mogelijke verhoging van hun pensioen voor de inflatie.
DNB drukt met het aanpassen van de UFR, de rekenrente voor de periode na 20 jaar, het financieel herstel van ondermeer de grote metaalfondsen PMT en PME flink de kop in. Het directe gevolg is dat indexatie van de pensioenen bij de fondsen nog verder naar de toekomst wordt verschoven. Ook bijvoorbeeld zorgfonds Zorg en Welzijn voelt de ingreep flink.
In het tweede kwartaal verbeterde de zogeheten beleidsdekkingsgraad van PMT juist van 102,6 naar 103,5 procent doordat de rente aantrok. Maar wanneer de nieuwe rekenmethode wordt toegepast, komt de dekkingsgraad per eind juni slechts uit op 100,2 procent. PME zag zijn financiële situatie de laatste tijd eveneens verbeteren. De ingreep van DNB betekent echter een stap terug in dat herstel. Volgens het fonds krijgt zijn actuele dekkingsgraad hierdoor een knauw van 2,4 procentpunt.
Jonge fondsen hard geraakt
De dekkingsgraad geeft aan in hoeverre fondsen aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Bij een jong fonds met veel actieve werknemers in het bestand, zakt deze graadmeter als gevolg van de nieuwe rekenmethode volgens DNB zelfs tot 6 procentpunt.
Het relatief jonge fonds Zorg en Welzijn, waar veel actieve zusters en dokters actief zijn, zakt volgens haar eigen berekeningen 'maar' 3 procent in de dekkingsgraad.
ABP
Een wat ouder fonds als het ABP met relatief veel gepensioneerden wordt minder hard geraakt door de aanpassing van DNB. Vooral de pensioenen over 40, 50 en 60 jaar worden vandaag de dag duurder. Bij het ABP zal de dekkingsgraad daarom met 'slechts' rond de 2 procentpunt dalen.
Verdere dalingen
DNB kondigde dinsdagmorgen aan de rekenrente te verlagen, door een aanpassing in de berekeningsmethode. Volgens de toezichthouder is die ingreep nodig vanwege de lage rentestand in Europa. De UFR zal zeker het komende jaar nog verder dalen, door een gestage daling van de gemiddelde rente op de kapitaalmarkt, waardoor de dekkingsgraden verder dalen. Uit berekeningen blijkt de dekking uiteindelijk wel eens met 10 procentpunt te kunnen dalen.
25 maart 2015
Pensioenfondsen staan er iets slechter voor
De beleidsdekkingsgraad van pensioenfondsen is in de eerste twee maanden van dit jaar gedaald.
Dat meldt De Nederlandsche Bank (DNB) woensdag.
Eind februari kwam de beleidsdekkingsgraad uit op 109 procent. Eind 2014 bedroeg die nog 110 procent. Dit zegt iets over de verhouding tussen het huidige vermogen van een pensioenfonds en de toekomstige verplichtingen.
De beleidsdekkingsgraad is de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden. Het cijfer van februari is dus het gemiddelde van maart vorig jaar tot en met februari 2015.
De niet-gemiddelde dekkingsgraad daalde tussen eind december en eind februari van 108 procent naar 105 procent. Deze graad is minder stabiel dan de beleidsdekkingsgraad. Vanwege deze lage stand verwacht DNB dat de beleidsdekkingsgraad in de komende maanden nog verder zal dalen