Pensioenfondsen ABP (overheid) en PME (metaal) hebben voor het eerst in lange tijd de pensioenen verhoogd. Daarbij kijken de fondsen naar de gemiddelde prijsstijging. Hoe werkt dit en gaan meer fondsen volgen? En waarom kan er uitgerekend nú, terwijl de beurzen zwaar lijden onder de oorlog en de energiecrisis, wel worden geïndexeerd? Tijdens de afgelopen ’vette beursjaren’ kon dat immers niet.
Het nieuws dat de grote fondsen de pensioenen gaan verhogen leidt bij veel tot opluchting.
Waarom verhogen de fondsen de pensioenen?
Als er financiële ruimte is, willen pensioenfondsen graag indexeren. Met een volledige indexatie worden pensioenen met de prijsstijgingen mee verhoogd. Sinds de financiële crisis van 2008 is er niet of nauwelijks meer geïndexeerd. Eerst door de klap op de beurzen, daarna door de alsmaar dalende rente. ABP indexeerde voor het laatst in 2010, al was dat met 0,28 procent heel erg karig. PME indexeerde voor het laatst in 2008. Zonder indexatie staat je pensioen stil en holt de koopkracht van het aanvullend pensioen uit, omdat je geld gewoonweg minder waard wordt.
Hoe is de indexatie berekend?
PME verhoogt de pensioenen per 1 juli met 1,29 procent, ABP met 2,39 procent. In beide gevallen is het een aanpassing met terugwerkende kracht, die mogelijk is dankzij soepeler pensioenregels. PME mikt op de inflatie van juli 2021 en ABP op die van september 2021. De extreme prijsstijgingen die zich dit jaar voordoen, zijn daarmee dus niet gecompenseerd.
Als er financiële ruimte is, willen pensioenfondsen graag indexeren. Met een volledige indexatie worden pensioenen met de prijsstijgingen mee verhoogd. Sinds de financiële crisis van 2008 is er niet of nauwelijks meer geïndexeerd. Eerst door de klap op de beurzen, daarna door de alsmaar dalende rente. ABP indexeerde voor het laatst in 2010, al was dat met 0,28 procent heel erg karig. PME indexeerde voor het laatst in 2008. Zonder indexatie staat je pensioen stil en holt de koopkracht van het aanvullend pensioen uit, omdat je geld gewoonweg minder waard wordt.
Hoe is de indexatie berekend?
PME verhoogt de pensioenen per 1 juli met 1,29 procent, ABP met 2,39 procent. In beide gevallen is het een aanpassing met terugwerkende kracht, die mogelijk is dankzij soepeler pensioenregels. PME mikt op de inflatie van juli 2021 en ABP op die van september 2021. De extreme prijsstijgingen die zich dit jaar voordoen, zijn daarmee dus niet gecompenseerd.
Hoe groot is het koopkrachtverlies over de afgelopen jaren?
Een gemiddeld metaalpensioen is circa 800 euro per maand. Dankzij pensioenkortingen en uitblijvende indexatie in vele jaren komt dat bedrag nu uit op 765 euro, inclusief de indexatie die net is aangekondigd. Als vanaf 2009 het pensioen steeds met de prijzen van dat jaar was verhoogd dan zou je op een bedrag van 1075 euro uitkomen. Een koopkrachtverlies van dik 40 procent. Gepensioneerden zijn - uitgerekend op de achterkant van een sigarendoosje - zo over al die jaren bijna 24.000 euro misgelopen.
Een gemiddeld metaalpensioen is circa 800 euro per maand. Dankzij pensioenkortingen en uitblijvende indexatie in vele jaren komt dat bedrag nu uit op 765 euro, inclusief de indexatie die net is aangekondigd. Als vanaf 2009 het pensioen steeds met de prijzen van dat jaar was verhoogd dan zou je op een bedrag van 1075 euro uitkomen. Een koopkrachtverlies van dik 40 procent. Gepensioneerden zijn - uitgerekend op de achterkant van een sigarendoosje - zo over al die jaren bijna 24.000 euro misgelopen.
Het gemiddeld ABP-pensioen van 1000 euro bedraagt nu 1026 euro, maar zou bij volledige indexatie 1344 euro zijn geweest, een koopkrachtmin van bijna 31%. Opnieuw op de achterkant van een sigarendoosje een misgelopen 22.000 euro tussen 2008 en nu.
Dit geldt alleen voor het aanvullende pensioen, de AOW steeg de afgelopen jaren wel.
Waarom kunnen pensioenfondsen nu wél indexeren?
Dankzij de stijgende rente is de financiële positie van de fondsen heel snel verbeterd. Pensioenfondsen zagen de afgelopen jaren hun vermogen flink groeien in goede beursjaren. Maar als de rente daalt, dan drukken de toekomstige pensioenverplichtingen steeds zwaarder en is er geen ruimte om de pensioenen te verhogen. Nu de rente stijgt, gebeurt het tegenovergestelde. En dat effect is zo groot dat zelfs in een slechte beurstijd zoals nu de ruimte ontstaat om te indexeren. Daarnaast gaat per 1 juli een soepelere regeling in. Eerst moesten pensioenfondsen een buffer hebben van 10 procent om te mogen indexeren, maar dat is nu verlaagd naar 5 procent. Dat geldt alleen voor pensioenfondsen die mee gaan doen aan het nieuwe pensioenstelsel waarin het pensioen onzekerder wordt en er minder strikte regels gaan gelden. Ook andere grote fondsen zullen naar verwachting indexaties gaan aankondigen.
Dankzij de stijgende rente is de financiële positie van de fondsen heel snel verbeterd. Pensioenfondsen zagen de afgelopen jaren hun vermogen flink groeien in goede beursjaren. Maar als de rente daalt, dan drukken de toekomstige pensioenverplichtingen steeds zwaarder en is er geen ruimte om de pensioenen te verhogen. Nu de rente stijgt, gebeurt het tegenovergestelde. En dat effect is zo groot dat zelfs in een slechte beurstijd zoals nu de ruimte ontstaat om te indexeren. Daarnaast gaat per 1 juli een soepelere regeling in. Eerst moesten pensioenfondsen een buffer hebben van 10 procent om te mogen indexeren, maar dat is nu verlaagd naar 5 procent. Dat geldt alleen voor pensioenfondsen die mee gaan doen aan het nieuwe pensioenstelsel waarin het pensioen onzekerder wordt en er minder strikte regels gaan gelden. Ook andere grote fondsen zullen naar verwachting indexaties gaan aankondigen.
Is indexatie verantwoord?
Volgens pensioendeskundigen is het kwetsbaar om nu te veel financiële ruimte in te zetten voor pensioenverhogingen. De komende jaren stappen de fondsen over naar het nieuwe stelsel en daarvoor is wel enige buffer nodig om alle overgangsproblemen mee weg te strijken. Niemand weet wat in de tussentijd de beurzen en de rente gaan doen. Anderzijds is met het nieuwe pensioenstelsel juist voorgespiegeld dat er vaker en meer geïndexeerd kan worden. Nu alvast indexeren is voor het kabinet en de pensioenfondsen een manier om draagvlak voor het nieuwe stelsel te creëren.
Volgens pensioendeskundigen is het kwetsbaar om nu te veel financiële ruimte in te zetten voor pensioenverhogingen. De komende jaren stappen de fondsen over naar het nieuwe stelsel en daarvoor is wel enige buffer nodig om alle overgangsproblemen mee weg te strijken. Niemand weet wat in de tussentijd de beurzen en de rente gaan doen. Anderzijds is met het nieuwe pensioenstelsel juist voorgespiegeld dat er vaker en meer geïndexeerd kan worden. Nu alvast indexeren is voor het kabinet en de pensioenfondsen een manier om draagvlak voor het nieuwe stelsel te creëren.