zondag 13 oktober 2019

Brandbrief: strenge rekenregels drijven pensioenfondsen in het nauw

De druk op het kabinet om verlaging van de pensioenen te voorkomen wordt opgevoerd. Veertig prominenten hebben zondag een brandbrief aan de fractievoorzitters in de Tweede Kamer gestuurd. Daarin hekelen ze de rekenregels die de pensioenfondsen in het nauw hebben gedreven.

Onder de ondertekenaars zijn economen als Coen Teulings, Bernard van Praag en Harrie Verbon en oud-politici als Elco Brinkman. Ook oud-werkgeversvoorzitter Bernard Wientjes heeft getekend.


Zij betogen in de brief dat ‘de feitelijke financiĆ«le ontwikkelingen bij onze pensioenfondsen (...) aanzienlijk afwijken van de thans gehanteerde rekenregels’. Zij willen de ‘rekensystematiek ter discussie stellen in het licht van het bestaande pensioencontract en zeker ook in het zicht van hervorming daarvan’. Daarmee verwijzen zij naar het pensioenakkoord dat vakbeweging, werkgevers en kabinet in juni sloten over hervorming van het pensioenstelsel. In dat nieuwe stelsel gaan pensioenaanspraken op de schop en veranderen de rekenregels.

De ondertekenaars bezweren dat zij kortingen niet willen voorkomen als die noodzakelijk zijn. Maar zij willen ‘uitsluitend tegenwicht bieden tegen onjuiste conclusies gebaseerd op een rekensystematiek die soms welhaast lijkt te worden verdedigd om te kunnen korten’. Zij leveren ‘een pleidooi voor een rekensystematiek die meer aansluit bij de werkelijkheid’.


Die werkelijkheid is, zo betogen de veertig ondertekenaars, dat de vermogens van de pensioenfondsen de eerste helft van dit jaar zijn toegenomen met 161 miljard euro. Daarmee is het totale pensioenvermogen met 12 procent gestegen.

Zij plaatsen dat bedrag meteen in perspectief: ‘Het is een forse bijdrage aan ons pensioenstelsel dat in 2018 een bedrag van bijna 31 miljard uitkeerde aan 3,3 miljoen pensioengerechtigden. Omdat de pensioenfondsen in datzelfde jaar een bedrag van ruim 33 miljard aan premie ontvingen, kan deze hele vermogenswinst worden toegevoegd aan de bestaande pensioenvermogens die eind vorig jaar 1322 miljard bedroegen.’


Volgens hen zal het nog ‘vele jaren’ duren voor de fondsen meer uitkeren dan er binnenkomt. ‘En dan nog zullen de fondsen een omvangrijke buffer achter de hand hebben (momenteel al 48 keer de in 2018 uitgekeerde pensioenen) waaruit de pensioenen verder kunnen worden gefinancierd.’

Hoe kan het dan dat er toch verlaging van pensioenen van ouderen en pensioenaanspraken van werkenden dreigen, vragen de briefschrijvers zich af. ‘Heel simpel: het ligt onder meer aan de huidige rekenregels die tot in extremis worden aangehouden. In 2006 heeft de politiek besloten dat de pensioentoezegging voortaan nog veel sterker moest worden gegarandeerd. Voor jong en oud zou de pensioentoezegging voor 97,5 % moeten worden zekergesteld.’

Strenge rekenregels

Door die rekenregels ‘moeten de pensioenfondsen nu rekenen met een verwacht rendement van vrijwel nul en de kans bestaat dat de fondsen binnenkort van negatieve rendementen moeten uitgaan.’ Terwijl de feitelijke rendementen dus veel hoger zijn. ‘Ten eerste hebben de Nederlandse pensioenfondsen sinds het begin van de jaren negentig, na de liberalisering van de kapitaalmarkten, jaarlijks een gemiddeld rendement gemaakt van ongeveer 7 procent.’


De briefschrijvers voeren nog een bezwaar aan tegen de strenge rekenregels. ‘De bedoeling was om de pensioenen zo zeker mogelijk te maken. Maar precies het omgekeerde is gebeurd. Er zijn in ons land nog maar heel weinig mensen te vinden die geloven dat zij een gegarandeerd pensioen hebben. Dat geloof is echt wel verdwenen.’

Daarom pleiten de briefschrijvers voor een nieuwe systematiek om te berekenen hoe een pensioenfonds ervoor staat: ‘Voor een deel gebaseerd op de risicovrije rente en voor een ander deel gebaseerd op de gerealiseerde rendementen.’