Nederland weer beste pensioenstelsel ter wereld
dinsdag, 15 oktober 2024 (09:22) - Salaris Vanmorgen
In dit artikel:
Nederland blijft leiders met het beste pensioenstelsel ter wereld in de 16e Mercer CFA Institute Global Pension Index (MCGPI), waarbij IJsland en Denemarken respectievelijk de tweede en derde plaats innemen. De index vergelijkt 48 pensioenstelsels, waarbij landen als India, Indonesië en Argentinië onderaan de lijst staan.
Het succes van het Nederlandse systeem ligt in de combinatie van de AOW en aanvullende pensioenen, wat resulteert in een indrukwekkende netto vervangingsratio van 93%. Sterke regelgeving en flexibiliteit, zoals keuzevrijheid bij de ingangsdatum van het pensioen, dragen bij aan de duurzaamheid van het stelsel. Dit jaar kunnen opnieuw verbeteringen worden verwacht door recente hervormingen.
Globaal verschuiven pensioenstelsels van traditionele (DB) naar beschikbare premieregelingen (DC), die meer flexibiliteit bieden, vooral voor flexwerkers en contractmedewerkers. Nederland scoorde het hoogst op de index met een totale waarde van 84,8, gevolgd door IJsland (83,4) en Denemarken (81,6). Diverse recente hervormingen in landen zoals China en Mexico zijn nog niet in deze scores verwerkt, terwijl de druk van een hogere levensverwachting en stijgende zorgkosten de budgetten voor pensioenprogramma’s onder druk zet.
Tijdens deze overgangsfase is het van belang dat mensen goede uitleg krijgen over wat er hetzelfde blijft en wat er verandert in hun pensioenregeling. Daarom start er vanaf 21 augustus een brede voorlichtingscampagne vanuit de Rijksoverheid over de nieuwe pensioenregels, waarbij nauw wordt samengewerkt met vakbonden, werkgevers en pensioenuitvoerders.
Via deze voorlichtingscampagne worden Nederlanders geïnformeerd over wat pensioen is, wat hetzelfde blijft en wat er verandert. Dit gebeurt via advertenties op radio, televisie en internet. Persoonlijke informatie over de eigen pensioenvoorziening volgt later vanuit de pensioenuitvoerders, als zij de afspraken van vakbonden en werkgevers gaan uitvoeren. Meer informatie over de nieuwe pensioenregels is te vinden op www.onsnieuwepensioen.nl.
Wat verandert er al op 1 juli?
Er zijn enkele zaken waar mensen op 1 juli meteen wat van kunnen merken. Zo wordt de belastingvrijstelling voor pensioenopbouw in de derde pijler verruimd van 13% tot 30%, zodat bijvoorbeeld zelfstandigen meer pensioen kunnen opbouwen. Ook treedt het transitie-financieel kader in werking, waardoor pensioenfondsen de pensioenen sneller kunnen verhogen als de financiële mogelijkheden er zijn. Dit komt doordat zij al met de bril van het nieuwe pensioenstelsel mogen kijken.
Ook wordt de wachttijd voor het opbouwen van pensioen per 1 juli afgeschaft. Iedere werknemer wiens werkgever een pensioenregeling heeft bouwt dan vanaf de eerste dag pensioen op. Tot slot geldt vanaf 1 juli de nieuwe norm voor keuzebegeleiding. Pensioenuitvoerders moeten hun deelnemers nog beter begeleiden bij het maken van keuzes voor hun pensioen.
Wat blijft er hetzelfde in de nieuwe wet?
In de ‘Wet toekomst pensioenen’ zijn de afspraken vastgelegd die werkgevers, werknemers en het kabinet in 2019 met elkaar hebben gemaakt in het Pensioenakkoord. Het uitgangspunt van de nieuwe wet blijft dat pensioenen gezamenlijk worden opgebouwd en dat financiële risico’s met elkaar gedeeld worden. Werkgevers en werknemers leggen premie in, pensioenuitvoerders beleggen dat geld en keren de pensioenuitkeringen uit.
En wat verandert er de komende jaren?
De afgelopen jaren gingen de meeste pensioenen niet of nauwelijks omhoog. In het nieuwe pensioenstelsel kunnen pensioenuitvoerders de opbrengst van hun beleggingen sneller gebruiken om de pensioenen te verhogen. Omgekeerd werkt het ook: als het flink tegenzit, kunnen de pensioenen ook omlaag. De nieuwe pensioenwet regelt wel dat er buffers zijn om dat zo veel mogelijk op te vangen.
De nieuwe pensioenwet zorgt er ook voor dat het duidelijker en persoonlijker wordt hoeveel pensioen er is opgebouwd. Het pensioen van een deelnemer is voortaan alle premie die namens die deelnemer is betaald, plus het rendement dat dit geld heeft opgeleverd.
Wat ook verandert, is dat de premie die werknemers betalen op elke leeftijd ten gunste komt van hun eigen pensioen. In het vorige systeem werd het meeste pensioen opgebouwd aan het einde van de loopbaan en was er een impliciete subsidie van jong naar oud. Een andere baan of werkloosheid had aan het eind van de loopbaan daardoor extra grote gevolgen. De nieuwe wet sluit op deze manier beter aan bij dat mensen tegenwoordig niet meer veertig jaar voor één baas werken.
Wat kunnen mensen zelf doen?
Voor de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel hoeven mensen zelf niks te doen: het is aan vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers om afspraken te maken over de nieuwe regelingen. Wel is het goed om de contactgegevens te controleren bij de verschillende pensioenuitvoerders, zodat informatie over de overgang naar de nieuwe pensioenregels ook goed aankomt.
Om het wantrouwen tegen het nieuwe stelsel weg te nemen, maakte het kabinet het per 1 juli – na tien jaar van vrijwel stilstand – opeens mogelijk de pensioenen weer wat te verhogen. De pensioenfondsen die dat deden, moesten wel eerst beloven akkoord te gaan met de wet Toekomst Pensioenen, die er dus nog niet is.
In de nieuwe wet wordt het recht van deelnemers om bezwaar te maken tegen nog te nemen beslissingen over hun pensioenen geschrapt. Reden: men verwacht veel rechtszaken rond de herverdeling van de gelden, tot de hoogste Europese rechter aan toe.
- Er zijn geen spelregels voor de herverdeling van de €1800 miljard pensioengelden over de generaties en over individuen; het gaat daarbij gemiddeld over een bedrag van €180.000 van tien miljoen deelnemers.
- Onder de nieuwe wet reageren de pensioenen sneller op de financiële markten en dat betekent niet alleen grotere kans op indexatie, maar ook grotere kans op korting van de pensioenen.
- De eerste tien jaar zal er vrijwel geen sprake kunnen zijn van nieuwe indexaties, maar wel van kortingen op de uitkeringen, omdat er buffers moeten worden opgebouwd om de enorme wisselvalligheid van het ’casinopensioen’ te dempen.
- Alle grote overheidsoperaties van de afgelopen jaren zijn geëindigd in een enorme chaos. Ook deze stelselwijziging leidt onomstotelijk straks tot een parlementaire enquête, waarbij de hoofdpersonen van vandaag naar elkaar verwijzen. De gepensioneerden zitten dan allang in de ellende.
Ook democratisch gezien klopt het niet. Zeven miljoen deelnemers en drie miljoen gepensioneerden zijn nooit over deze plannen geraadpleegd. Een stelsel voor het hele volk moet per definitie kunnen rekenen op een breed draagvlak. Een meerderheid van 55% is zelfs nog te schraal om te kunnen spreken van een overtuigend draagvlak voor zo’n ingrijpende stelselwijziging.
Moet dan alles bij het oude blijven?
Nee. Enkele echt noodzakelijke aanpassingen kunnen in de bestaande pensioenwet worden doorgevoerd, zoals aanpassing van de doorsneepremie en van de rekenrente waarmee de pensioenfondsen hun financiële gezondheid moesten berekenen. De afgelopen jaren moesten de pensioenfondsen uitgaan van minder dan 1% rendement, terwijl ze gemiddeld 7% maakten, waardoor de pensioenpotten volstroomden. Dit bewijst het ongelijk van DNB en van de politieke partijen en vermeende deskundigen die lang beweerden dat we rekening moeten houden met 60 jaar lang nabij 0% rente.Bij de huidige lange rente van zo’n 2% is het in het bestaande stelsel al mogelijk de pensioenen fors te verhogen. Waarvoor is de nieuwe wet dan nog een oplossing?
Ook Joanne Kellerman, bestuursvoorzitter van pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW), maant tot haast. Want hoewel ook de financiële positie van PFZW is verbeterd, „kopen onze deelnemers en zeker onze gepensioneerden daar helaas niets voor”, zo zegt zij.
Want wie in de zorg werkt of heeft gewerkt, of als leraar, politieagent, metaalarbeider, hoeft er opnieuw niet op te rekenendat zijn of haar pensioen geïndexeerd gaat worden. Kellerman: „In een tijd dat de boodschappen steeds duurder worden en de energieprijzen snel stijgen, is dat een harde constatering.”
Eenzelfde geluid klinkt bij de andere pensioenfondsen. „We willen ongelofelijk graag indexeren, we begrijpen de steeds luider wordende roep om indexatie ook heel goed”, zegt PME-bestuurder Uijen.
Er is nu een regel in de maak waarmee pensioenfondsen over de laatste twaalf maanden gemiddeld nog maar 105 euro in kas hoeven te hebben voor iedere 100 euro die aan pensioen moet worden uitgekeerd. Dat moet nu nog 110 euro zijn. Pensioenfonds ABP, dat nu met een gemiddelde dekkingsgraad van 102,8 procent dichterbij die 105 procent komt, zegt dan ook de intentie te hebben te indexeren als die grens wordt gehaald.
Principeakkoord Pensioenstelsel;
De gesprekken over een pensioenakkoord naderen een einde. Minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken) heeft met werkgevers en werknemers een principeakkoord bereikt, melden bronnen dinsdag aan NU.nl. Zij moeten de plannen nog wel voorleggen aan de eigen achterban.
Er werd maandagnacht overeenstemming bereikt over de AOW-leeftijd, een van de lastigste hobbels in het pensioendossier.
Er is nu een compromis bereikt waarbij de AOW-leeftijd de komende twee jaar wordt bevroren op 66 jaar en vier maanden en daarna geleidelijk stijgt naar 67 in 2024.
12-4-2019
ABP roept op haast te maken met een nieuw stelsel;
Dagblad Trouw interview met ABP voorzitter Corien Wortmann:
Miljoenen Nederlanders dreigen een deuk in hun pensioen op te lopen als er niet direct een nieuw pensioenstelsel komt. Maar de onderhandelingen daarover tussen het kabinet en de sociale partners schieten niet op door het hameren op de bijkomende problemen, vindt Corien Wortmann, bestuursvoorzitter van ambtenarenfonds ABP. “Je kunt niet alles aan de voorkant gladstrijken”, zegt zij vandaag in onderstaand interview met Trouw.
Zij roept op het bijna-akkoord uit de geklapte onderhandelingen zo snel mogelijk om te zetten in een echt akkoord. Met dat nieuwe pakket aan regels hoeven pensioenfondsen namelijk minder grote reserves in kas te hebben. Zo kunnen ze de uitkeringen sneller verhogen. Ook zal een groot deel van gepensioneerd Nederland gered worden van de kortingen die hen nu boven het hoofd hangen.
6-2-2019
Pijnlijk pensioengat miljoenen Nederlanders;
Het kabinet zadelt miljoenen mensen op met een fors pensioengat. Voor veertigers kan dat leiden tot een verslechtering van hun pensioenopbouw met ruim tien procent.
Dat zegt voorzitter Arend van Wijngaarden van vakbond CNV in deze krant. „Een paar miljoen Nederlanders moeten de prijs gaan betalen voor een D66-dogma.” Hij voorziet dat veel pensioenfondsen te weinig vet op de botten hebben om deze financiële gevolgen te compenseren.
De minister erkent dat er ’substantiële overgangseffecten’ zijn. Volgens onderzoeken zou financiële compensatie van alle gevolgen zo’n 60 tot 100 miljard euro kosten. Van Wijngaarden: „Het vervelende is dat de minister de verantwoordelijkheid om dit te compenseren over de heg kiepert.”
1-2-2019
Pensioenstelsel: niet terug naar vroeger;
Door Hans Wiegel in De Telegraaf

Even ter herinnering: in november vorig jaar had de vakbeweging de besprekingen opgeblazen. Reden: de verdeeldheid binnen met name de FNV, waar nogal wat SP’ers de maat slaan. Waarschijnlijk hebben de alarmerende berichten van de pensioenfondsen tot die koerswijziging van de bonden geleid. De dekkingsgraden van een aantal van deze fondsen duiken voor het eerst in meer dan een jaar weer onder de 100 procent. „Korten nu aan de vooravond van de invoering van een nieuw pensioenstelsel, dat is aan onze deelnemers niet uit te leggen”, zei een woordvoerder van een van de pensioenfondsen. Kort voor de oproep van de vakbonden om weer aan tafel te gaan had De Telegraaf becijferd dat het pensioen van iemand uit de metaalsector in zo’n tien jaar ongeveer een kwart minder waard is geworden!
Klik HIER voor het gehele verhaal.
24-1-2019
Koolmees: pensioenhervorming wordt urgenter;
DEN HAAG (ANP) - Het wordt ,,urgenter" om tot een hervorming van het pensioenstelsel te komen, aldus minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken). Door het dalen van de aandelenkoersen vrezen pensioenfondsen opnieuw te moeten korten op de pensioenen.
In november klapten de gesprekken tussen kabinet, werkgevers en werknemers over hervorming van het pensioenstelsel. De vakbonden hebben acties aangekondigd voor een beter pensioenakkoord. Koolmees wil niet zeggen of hij de bonden nog iets extra's te bieden heeft. Nog voor eind deze maand komt hij met een brief naar de Kamer over hoe het verder moet met het pensioendossier. Daarin zal niet ,,iets heel nieuws" staan, laat hij alvast weten.
23-11-2018
ANBO: Waarom een nieuw stelsel?

Het huidige stelsel is volgens bureau Mercer het beste ter wereld. De pensioenen zijn kapitaalgedekt, dat wil zeggen dat er voor elk toegezegd pensioen nu en in de verre toekomst geld is gespaard. Dat geld komt uit premies, maar vooral uit rendementen op het belegde geld. Er zit al zo’n 1400 miljard euro in kas. Dat is anderhalf keer ons nationaal inkomen. Nergens is zoveel gespaard als in Nederland. Vrijwel nergens is er ook zo weinig armoede onder ouderen.
Tegelijkertijd is de waarde van pensioenen gedaald, omdat door strenge regels de pensioenen niet kunnen meestijgen met de inflatie Het pensioen van miljoenen Nederlanders is al zo’n vijftien procent minder waard geworden, zowel van gepensioneerden als van werkenden.
Bovendien zijn de (reken)regels rigide. De pensioenpot groeide in tien jaar van circa 800 naar 1400 miljard euro, terwijl de pensioenen minder koopkracht kregen. En dan zouden de pensioenen van fondsen als ABP, Zorg en Welzijn en de metaalfondsen PME en PMT net als bij tientallen andere in 2020 en 2021 zouden kunnen worden gekort. Net als bij vele tientallen andere fondsen. Zelfs bij een dekkingsgraad tussen de 100 en 104,5 procent zou die korting moeten doorgaan. Dat terwijl er dus genoeg geld in kas zou zijn. Dat tast het vertrouwen in het pensioen aan. Jongeren denken dat er te weinig geld is – wat niet waar is – en gepensioneerden zien elk jaar hun koopkracht onder druk staan.
ANBO is daarom voor het vernieuwen van het pensioenstelsel.
19-11-2018

Het "zich al vele jaren voortslepende overleg tussen werkgevers en de vakbeweging" moet vervangen worden door besprekingen over een breed nationaal pensioenakkoord, schrijven de acht seniorenorganisaties maandag in een ingezonden brief in dagblad Trouw.
Het uitsluiten van ouderen en jongeren gaat volgens de organisaties "voorbij aan de wettelijke plicht tot evenwichtige afweging van belangen die de Pensioenwet oplegt".
21-3-2018
SER koerst op model dat veel op huidig pensioenstelsel lijkt;
Dat zeggen bronnen rond de Sociaal-Economische Raad (SER) en de politiek. In de SER ligt al een jaar een conceptplan voor individuele pensioenpotjes, maar de vakbeweging is er uiterst ongelukkig mee. De bonden vrezen dat hun leden deze vergaande pensioenhervorming niet zullen accepteren, omdat er veel minder solidariteit tussen generaties in dit model zit.
4-2-2018
Niets mis met het huidige pensioenstelsel.

Door het verplichte gebruik van de rekenrente moeten de pensioenfondsen de komende 60 jaar rekenen met en belegginsgresultaat van 1,5%.
De beleggingsresultaten lagen gemiddeld over 5-, 10-, 15- en 40-jaarsperioden tussen de 6% en 9%.
De rekenrente leidt tot een sterke onderschatting van het toekomstige rendement.
Verder is er niets mis met het huidige pensioensysteem.
18-10-2017
Nieuw pensioenstelsel nog problematischer dan huidig pensioenstelsel
Het persoonlijke pensioen levert minder op dan het huidige stelsel wanneer het tegenzit op de financiële markten. Dat blijkt uit nieuwe doorrekeningen door de pensioenfondsen van de voorstellen voor de hervorming van het pensioenstelsel, zo melden ingewijden aan Pensioen Pro en het Financieele Dagblad. Daar staat tegenover dat wanneer de beurskoersen hard stijgen, het pensioenresultaat ook beter is.

De uitkomsten van de berekeningen zijn gedeeld met de sociale partners, die er volgende week over zullen praten in de Sociaal Economische Raad (SER). Uiteindelijk zijn het de werkgevers en werknemers in de SER die de knoop moeten doorhakken over de overgang naar een nieuw stelsel.
Vorige week kondigde het nieuwe kabinet grootse pensioenhervormingen aan. Iedereen moet per 2020 aan de persoonlijke pensioenpot. Vandaag slaat het conservatieve smaldeel van de pensioensector keihard terug door desastreuze informatie te lekken naar het Financieele Dagblad en Pensioen Pro. Want wat blijkt uit doorrekeningen die pensioenfondsen hebben gemaakt? 'Het persoonlijke pensioen levert minder op dan het huidige stelsel wanneer het tegenzit op de financiële markten'. En dat vinden een aantal pensioenfondsen (hoi Benne!) en de FNV geen optie. Zij hebben juist een stelsel voor ogen dat 'een beter pensioen oplevert, met minder kans op kortingen en meer kans op indexatie'. Het nieuwe stelsel creëert daarentegen 'pech- en geluk-generaties'. Wie in tijden van beursvoorspoed opbouwt, krijgt meer pensioen dan mensen die om de haverklap een black monday voor de kiezen krijgen. Het verzet is een streep door de rekening van het kabinet, dat juist wil dat pensioenfondsen vaart maken met het invoeren van SER-variant lV-C-R; de persoonlijke pensioenpot waarbij collectief wordt belegd en risico's gedeeld, zij het een tikkeltje minder dan nu. In dat laatste bevindt zich de kern van de poedel. De jonge installateur die morgen vol frisse moed met zijn nieuwe baan begint, stort zijn pensioengeld verplicht in pensioenfonds PMT. PMT heeft momenteel te weinig in kas om het pensioen van de jonge installateur later uit te betalen. Dat maakt echter niet uit, want ooit gaat het heus wel weer goed. En anders zijn er straks weer nieuwe jonge installateurs die bijleggen (of anders verzorgt de belastingbetaler net als in 2018 de bail-out). Het nieuwe stelsel gaat ook uit van solidariteit tussen deelnemers, maar die strekt minder ver dan in het huidige stelsel. Er komt een collectieve buffer om tegenslagen op te vangen, met als strikte voorwaarde dat die buffer niet negatief mag worden, want dan schuif je risico's door naar volgende generaties. Iets dat in het huidige stelsel bij te lage dekkingsgraden gewoon is toegestaan. En dat, zeggen de fondsen, willen we behouden want dat helpt 'tegen uitschieters naar beneden in het pensioenresultaat'. Spannend allemaal dus weer en nu afwachten of de berekeningen van de protesterende pensioenfondsen eigenlijk wel kloppen.
10-10-2017
Rutte 3 plan: Persoonlijk pensioen met gedeelde risico’s

24 oktober 2016
Nederland opnieuw op één na beste pensioenstelsel ter wereld
Nederland is nog steeds de nummer twee van de wereld op het gebied van pensioenen. Het Nederlandse stelsel presteerde iets minder dan een jaar eerder, maar het gat met nummer één Denemarken is wel kleiner geworden.

Het Nederlandse pensioenstelsel blinkt vooral uit in toekomstbestendigheid. Ook in de garantie dat een stelsel een leefbaar minimuminkomen kan garanderen, staat Nederland op één. Wel viel de score op dat onderdeel iets lager uit dan een jaar eerder.
Ook qua bestuur, deelnemersbescherming en de regulering van particuliere pensioenaanbieders presteerde Nederland iets minder dan een jaar eerder.
15 september 2015
Nederland koploper in toekomstige pensioenvoorziening
Nederland is internationaal koploper als het gaat om het voorzien van toekomstige generaties van voldoende pensioeninkomen. Dit blijkt uit de Retirement Income Adequacy Indicator (RIA) van Allianz International Pensions
Nederland staat op nummer één, gevolgd door Denemarken en Noorwegen. Indonesië, India en Maleisië scoren het slechtst. Om tot de ranglijst te komen, analyseerde Allianz International Pensions voor 49 landen onder meer hun huidige pensioenstelsel. Hieronder valt zowel het overheidspensioen (in Nederland de AOW) als het beroepspensioen. Het volledige onderzoeksrapport is hier te downloaden.
Hoge ranking door balans overheid en beroepspensioen
Pensioenstelsels die zijn gebouwd op evenwichtige pijlers van overheidspensioen, beroepspensioen en lijfrentes voeren de lijst aan. Indonesië, India en Maleisië scoren het slechtst, vooral omdat die landen een smalle dekking van hun beroepsbevolking hebben alsmede een onderontwikkeld beroepspensioen.Landen die hoog scoren op overheidspensioen, maar bijvoorbeeld slecht naar voren komen wat betreft beroepspensioen en dus slechts één sterke pijler hebben, verkeren op de langere termijn mogelijk in een financieel onhoudbare situatie. Hiervan is Oostenrijk een goed voorbeeld. Het hebben van een geïntegreerd pensioenstelsel dat steunt op meerdere pijlers is daarom van belang.
Lastige balanceeract
Volgens Henk Boeve, CEO Allianz Leven, zijn pensioenvoorzieningen een lastige balanceeract geworden: "Enerzijds moeten de publieke pensioenstelsels financieel houdbaar blijven, anderzijds moet er een bepaald niveau van pensioeninkomen gegarandeerd worden voor toekomstige generaties."
In deze tijd van discussie over het pensioenstelsel, stemt het Boeve positief dat Nederland het hoogst scoort op het aanvullend pensioen en hoog tot gemiddeld op het overheidspensioen. Dat geldt ook voor de andere vlakken zoals lage zorguitgaven en de mate waarin ouderen deelnemen aan het arbeidsproces. Frans van Liempt, Specialist Pensioenen van Allianz, meldt: "Het openbare pensioenstelsel van Nederland blijkt bijzonder duurzaam en is in staat om toekomstige gepensioneerden in een adequaat pensioeninkomen te voorzien. De Nederlandse pensioenen hebben allemaal relatief een goede dekking en garanderen de werknemers van nu een basiskomen in de toekomst."
Financieel onhoudbaar
De rangschikking heeft als doel wereldwijd de discussie te stimuleren zodat landen van elkaar kunnen leren en samen tot gepaste beleidsmaatregelen kunnen komen. Ook helpt de rangschikking bij het identificeren van ‘best practices’ voor een goede pensioenvoorziening. "Zo voorkom je dat landen op de lange termijn mogelijk in een financieel onhoudbare situatie terechtkomen en gepensioneerden steeds meer op zichzelf zijn aangewezen. Dat zal onomstotelijk een negatief effect hebben op de landen die een minder lange traditie van gefinancierde regelingen kennen dan Nederland," waarschuwt Van Liempt.