Deze statistiek bewijst: Nederland is qua koopkracht niet meer dan een middenmoter in Europa
Volgens premier Rutte is Nederland een ongelooflijk “gaaf” land, waar alle kritiek op zijn kabinet volkomen onterecht is. Het gaat economisch goed! De grote bedrijven gaan er steeds meer op vooruit! En de gewone Nederlander heeft ook al niets te klagen. Het inkomen stijgt weliswaar niet snel, maar hé, een zeurkous die daar op let.
Nederland staat slechts op een magere vijftiende plek. Zelfs België en Frankrijk doen het beter. En dat is niet eens het ergste. Nee, het meest schokkende zijn de enorme verschillen met de landen die boven ons staan. Bij ons is het netto besteedbaar inkomen 18.823 euro. In Duitsland is dat 22.949. We hebben dus 4.126 minder te besteden dan onze gemiddelde oosterbuur.
Het verschil met de gemiddelde Deen is met 6.755 euro nóg groter. En over de verschillen met Luxemburg, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein wil ik het niet eens hebben. Die zijn zo enorm… daar word je alleen maar depressief van.
6 februari 2019
Pijnlijk pensioengat miljoenen Nederlanders
AMSTERDAM - Het kabinet zadelt miljoenen mensen op met een fors pensioengat. Voor veertigers kan dat leiden tot een verslechtering van hun pensioenopbouw met ruim tien procent.
Dat zegt
voorzitter Arend van Wijngaarden van vakbond CNV in deze krant. „Een paar miljoen Nederlanders moeten de prijs gaan betalen voor een D66-dogma.” Hij voorziet dat veel pensioenfondsen te weinig vet op de botten hebben om deze financiële gevolgen te compenseren.
Nu betalen jongeren nog te veel pensioenpremie en ouderen te weinig. Die systematiek wil D66-minister Koolmees van Sociale Zaken afschaffen, zo kondigde hij vrijdag aan. Dat slaat een gat in de pensioenopbouw van werkenden die halverwege hun loopbaan zitten.
De minister erkent dat er ’substantiële overgangseffecten’ zijn. Volgens onderzoeken zou financiële compensatie van alle gevolgen zo’n 60 tot 100 miljard euro kosten. Van Wijngaarden: „Het vervelende is dat de minister de verantwoordelijkheid om dit te compenseren over de heg kiepert.”
De minister erkent dat er ’substantiële overgangseffecten’ zijn. Volgens onderzoeken zou financiële compensatie van alle gevolgen zo’n 60 tot 100 miljard euro kosten. Van Wijngaarden: „Het vervelende is dat de minister de verantwoordelijkheid om dit te compenseren over de heg kiepert.”
21 maart 2018
Minister: eerst pensioenvoorstellen uit de polder
Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil wel bewegen op het pensioen- en AOW-dossier, maar hij wil eerst voorstellen vanuit de polder hebben. Dat zei hij in een eerste gesprek met ANBO, andere ouderen- én jongerenorganisaties.
De huidige pensioenregels knellen, onderschreef de minister. Daardoor kunnen pensioenfondsen niet indexeren en wordt de koopkracht van het pensioen steeds verder uitgehold. "Ik weet dat de boosheid toeneemt", zei hij, "maar de bal ligt bij de SER. Het is aan de sociale partners om met een voorstel te komen."

Belangrijk was dat Koolmees beseft dat de verplichtstelling overeind moet blijven. In Europees recht is daarbij een breed draagvlak essentieel. Kortom: als vakbonden, werkgevers maar ook gepensioneerden zich tegen een nieuw stelsel keren, komt de verplichtstelling in gevaar. Zo houden partijen elkaar in een vaste greep: Koolmees heeft de polder nodig en de polder kan niet zonder de politiek. Om de druk wat op te voeren, waarschuwde Koolmees wel dat hij ‘geen pleisters wil plakken voor de korte termijn’. "Dat is in het verleden al te veel gebeurd en dat staat een lange termijn-oplossing in de weg."
AOW-leeftijd minder snel omhoog
ANBO bracht ook de problematiek van de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd op tafel. Koolmees was over een paar dingen duidelijk: terug naar 65 gaat niet gebeuren, bevriezen op 66 (een wens van de FNV) is te duur, maar een meer geleidelijke stijging met aanpassing van de latere verhoging (niet voor elk extra levensjaar een jaar langer werken) wees hij niet meteen af. Maar ook hier hield de minister zijn kaarten strak tegen zijn borst.
Wel gaf hij aan te begrijpen dat oudere werknemers nu in de knel komen. Op het voorstel van ANBO om in elk geval per sector maatregelen te kunnen nemen, reageerde hij niet afwijzend. Naar verwachting worden het pensioendossier en de AOW-problematiek in één pakket geregeld. Te hopen is nog voor de zomer.
31 december 2017
Hoe bekaaid is de gepensioneerde Nederlander er de afgelopen jaren vanaf gekomen?
Erg bekaaid, vinden 50Plus, de PVV, de SP en ook het CDA. Deze partijen willen de ouderen de komende kabinetsperiode flink wat extra's toestoppen om het koopkrachtverlies dat 65-plussers sinds 2008 hebben geleden te compenseren. Helemaal niet zo bekaaid, vinden onder andere D66 en VVD. Gepensioneerden zijn in vergelijking met jongere Nederlanders gemiddeld vermogender en hebben ook minder vaak een heel laag inkomen dan alle andere leeftijdsgroepen.
Wie heeft er gelijk op dit fel bediscussieerde verkiezingsthema? Allebei, antwoordt het CBS vandaag. Het statistisch instituut presenteert nieuwe cijfers over de vermogens- en inkomensontwikkeling van 65-plussers over de periode 1995-2015 en wat blijkt?

De partijen die de ouderen financieel willen steunen hebben gelijk, omdat de koopkracht van individuele 65-plussers al sinds de eeuwwisseling veel minder hard stijgt dan die van werknemers en zelfstandigen. Gemiddeld genomen lag de koopkracht van 65-plussers in 2015 op nagenoeg hetzelfde niveau als in 2000, terwijl de koopkracht van de gemiddelde werknemer in dezelfde periode met 32 procent steeg.
Zelfs bijstandsgerechtigden en arbeidsongeschikten gingen er qua koopkracht meer op vooruit dan gepensioneerden, meldt het CBS.
Dat de koopkracht van individuele werknemers en zelfstandigen harder stijgt, komt doordat zij nog promoties maken en salarisperiodieken en soms een bonus ontvangen. Gepensioneerden maken na hun pensionering geen inkomenssprongen meer. Hun AOW-uitkering stijgt weliswaar elk jaar mee met de inflatie, maar de uitkering van het pensioenfonds is doorgaans al jaren bevroren en soms zelfs verlaagd.
Klik HIER voor het gehele artikel.
18 oktober 2017
Nieuw pensioenstelsel nog problematischer dan huidig pensioenstelsel
Het persoonlijke pensioen levert minder op dan het huidige stelsel wanneer het tegenzit op de financiële markten. Dat blijkt uit nieuwe doorrekeningen door de pensioenfondsen van de voorstellen voor de hervorming van het pensioenstelsel, zo melden ingewijden aan Pensioen Pro en het Financieele Dagblad. Daar staat tegenover dat wanneer de beurskoersen hard stijgen, het pensioenresultaat ook beter is.

De uitkomsten van de berekeningen zijn gedeeld met de sociale partners, die er volgende week over zullen praten in de Sociaal Economische Raad (SER). Uiteindelijk zijn het de werkgevers en werknemers in de SER die de knoop moeten doorhakken over de overgang naar een nieuw stelsel.
Vorige week kondigde het nieuwe kabinet grootse pensioenhervormingen aan. Iedereen moet per 2020 aan de persoonlijke pensioenpot. Vandaag slaat het conservatieve smaldeel van de pensioensector keihard terug door desastreuze informatie te lekken naar het Financieele Dagblad en Pensioen Pro. Want wat blijkt uit doorrekeningen die pensioenfondsen hebben gemaakt? 'Het persoonlijke pensioen levert minder op dan het huidige stelsel wanneer het tegenzit op de financiële markten'. En dat vinden een aantal pensioenfondsen (hoi Benne!) en de FNV geen optie. Zij hebben juist een stelsel voor ogen dat 'een beter pensioen oplevert, met minder kans op kortingen en meer kans op indexatie'. Het nieuwe stelsel creëert daarentegen 'pech- en geluk-generaties'. Wie in tijden van beursvoorspoed opbouwt, krijgt meer pensioen dan mensen die om de haverklap een black monday voor de kiezen krijgen.
Het verzet is een streep door de rekening van het kabinet, dat juist wil dat pensioenfondsen vaart maken met het invoeren van SER-variant lV-C-R; de persoonlijke pensioenpot waarbij collectief wordt belegd en risico's gedeeld, zij het een tikkeltje minder dan nu.

15 juli 2017
Het is een terugkerend fenomeen: cijfers die aantonen dat zelfstandigen zich niet verzekeren en geen pensioen opbouwen. Ook deze week werd dit beeld bevestigd. Welke pensioenmogelijkheden zijn er voor deze groep werknemers en welke ontbreken?
Uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat vier op de vijf zelfstandigen niet zijn verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid, en een kwart bouwt geen extra pensioen op.
De politiek worstelt al langer met de vraag of zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers) verplicht premie moeten betalen voor hun pensioen en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen.
De huidige formerende partijen verschillen in opvatting. VVD en D66 willen een vrijblijvend karakter. Zij pleiten voor een dermate gunstig klimaat dat ondernemers een verzekering simpelweg niet kunnen weigeren. CDA en ChristenUnie hebben een iets dwingender voorstel voor ogen.
Welke mogelijkheden zijn er op dit moment en wat willen betrokken partijen zelf?
Klik HIER voor het gehele artikel.
12 mei 2017
Oplossing voor mensen met klein pensioen
In plaats van mensen te verplichten om tussentijds kleine pensioenbedragen op te nemen, gaan pensioenfondsen en verzekeraars deze kleine pensioenen samenvoegen. Door deze te bundelen, krijgen die kleine pensioenen een echte pensioenbestemming. De ministerraad heeft daarmee ingestemd op voorstel van staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Verschillende banen betekent vaak verschillende pensioenen bij meerdere pensioenfondsen of verzekeraars. Steeds vaker zijn dat ook kleine pensioenen, waarbij de pensioenuitvoerder zelfstandig besluit tot afkoop over te gaan vanwege de hoge administratiekosten. Dit is niet in het belang van de werknemer. Daarom is besloten, samen met de pensioenuitvoerders een de sociale partners, om de regeling voor de afkoop van klein pensioen aan te passen.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer. Het streven is de wet in januari 2018 in werking te laten treden.
30 januari 2017
Naar aanleiding van Kamervragen heeft het CPB in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken doorgerekend wat de effecten zijn van het invoeren van een bodem in de rekenrente voor pensioenfondsen. Het CPB-rapport wijst uit dat jongere generaties het risico lopen dat hun pensioen 30% lager uitvalt als voor die alternatieve berekening wordt gekozen. Oudere deelnemers zouden hiervan juist profiteren. De rekenrente is een fictieve rente die fondsen moeten hanteren bij het bepalen van hun financiële positie. Deze rente is op dit moment erg laag waardoor indexatie van pensioen niet mogelijk is en enkele fondsen de pensioenen zelfs moeten korten. Daarom willen sommige partijen een bodem in de rekenrente.
Volgens Klijnsma moeten jong en oud op een goed pensioen kunnen rekenen. Zij voelt daarom niets voor een bodem in de rekenrente. 'Er wordt dan meer geld uitgekeerd, terwijl de werkelijke financiële positie van de pensioenfondsen niet verbetert', aldus Klijnsma.
Behalve het invoeren van de bodem in de rekenrente, lag er ook nog een verzoek om te kijken naar het verlengen van de hersteltermijn voor pensioenfondsen. Op dit moment ligt de dekkingsgraad van veel fondsen tussen de 90% en 110%. Daardoor kunnen pensioenfondsen de pensioenen weliswaar niet indexeren, maar korten is dan niet nodig. Het kabinet ziet daarom tevens geen reden voor een langere hersteltermijn voor pensioenfondsen.
27 januari 2017
DEN HAAG - De hersteltermijn voor pensioenfondsen hoeft niet verlengd. Dat heeft premier Mark Rutte vrijdag bekendgemaakt. Staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken) speelde afgelopen jaar met die gedachte om de fondsen wat respijt te geven om hun geslonken reserves aan te vullen. Zo wilde ze afwenden dat de fondsen de pensioenen zouden verlagen.

Het overgrote deel van de pensioenfondsen blijkt er iets beter voor te staan, zei Rutte. De pensioenen hoeven daarom voorlopig niet te worden verlaagd. Ook is er veelal geen geld om de waarde waaraan ze door inflatie inboeten, te compenseren. Er is "nog geen reden om achterover te leunen", aldus de premier.
De lage rente speelt de fondsen al geruime tijd parten. Hun beleggingen leveren te weinig op om de pensioenen van alle aangesloten werknemers van nu en in de toekomst te kunnen betalen.
16 november 2016
Staatssecretaris: 'Korten bij meeste pensioenfondsen niet aan de orde'
Staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken) is voorzichtig optimistisch over de pensioenfondsen. ''Als je er nu naar kijkt zou een korting bij de meeste fondsen niet aan de orde zijn", zei ze vrijdag.
Pas na 31 december kan er definitief uitsluitsel worden gegeven, benadrukt ze.
Later op de dag stuurt ze een rapportage van De Nederlandsche Bank (DNB) naar de Kamer. Daarin wordt ingegaan op de periode tot 30 september.
Uit de rapportage komt naar voren dat de dekkingsgraad van de pensioenfondsen beter is dan eind mei, toen het laatste rapport van DNB verscheen. ''Dat geeft de burger voorzichtig moed."
Begin volgend jaar beslist ze of pensioenfondsen langere herstelperioden krijgen. Het kan volgens de staatssecretaris een goed middel zijn voor fondsen die ''net onder de goede dekkingsgraad" zitten. ''Maar ik hoop dat het niet nodig zal zijn.''