De financiële situatie van pensioenfondsen blijft penibel. Van de vijf grootste fondsen in Nederland, staan er drie ’in het rood’.
Het gaat om ambtenarenfonds ABP, zorgfonds PFZW en metaalfonds PME. Zij hebben een dekkingsgraad van minder dan 100%. Dat betekent dat ze voor elke euro pensioen die ze in de toekomst uit moeten keren, minder dan een euro in kas hebben. Het andere metaalfonds PMT komt precies op 100% uit.
Van de ’Grote Vijf’ staat alleen bpfBouw er beter voor met een dekkingsgraad van meer dan 115%. Het bouwfonds kon dit jaar dan ook de pensioenen verhogen met iets meer dan 1%.
De situatie is iets beter dan eind 2018, maar nog altijd lang niet genoeg om pensioenkortingen te voorkomen. Voor de metaalfondsen PME en PMT dreigen die al volgend jaar doorgevoerd te moeten worden. Met de huidige financiële standen zullen zij zo’n 4 tot 5 procent moeten snijden in de uitkeringen van gepensioneerden, maar ook de opbouw van werkenden.
Maar daar hebben de fondsen eigenlijk weinig trek in. Jos Brocken en Eric Uijen, voorzitters van de metaalfondsen, lieten afgelopen zaterdag in De Telegraaf weten dat ze het ’idioot en onverantwoord’ vinden om nu te gaan korten.
De pensioenbobo’s vinden het raar dat ze mensen zouden moeten korten, terwijl er mogelijk op korte termijn een nieuw pensioencontract ligt waarin de regels voor wanneer en hoeveel er gekort moet worden, wel eens heel anders zouden kunnen zijn.
De beleidsdekkingsgraden – de gemiddeldes van de afgelopen twaalf maanden – van de fondsen liggen nog wel boven 100%. Maar als de situatie van de fondsen niet snel opklaart, zullen die de komende maanden ook gaan dalen.
In het voorjaar en de zomer van vorig jaar kenden de fondsen namelijk een periode van redelijk herstel. Maar die periode zal de komende maanden van het twaalfmaandsgemiddelde afvallen. En zonder een nieuw herstel, komen daar alleen maar lagere actuele dekkingsgraden voor terug.