Het kabinet moet onderzoeken of de AOW-leeftijd nog met gelijke tred kan meestijgen met de levensverwachting vanaf 2022. Daarover zijn de coalitiepartijen CDA, VVD, D66 en ChristenUnie het dinsdagavond samen met oppositiepartijen GroenLinks, PvdA en SGP eens geworden tijdens een debat over het mislukte pensioenakkoord.
De ruime Kamermeerderheid wil dat het kabinet kijkt naar wat een "redelijke verhouding" tussen het aantal gewerkte jaren en het aantal pensioenjaren is en daarbij rekening houdt met de gezondheid van werknemers en de betaalbaarheid voor de overheid.
In het verleden is afgesproken om de AOW-leeftijd naar 67 jaar te verhogen en daarna een-op-een te koppelen aan de levensverwachting. Dat betekent dat werknemers een jaar langer moeten doorwerken als Nederlanders gemiddeld een jaar langer leven.
Op basis daarvan is de AOW-leeftijd in 2024 vastgesteld op 67 jaar en drie maanden, maar de partijen zetten nu vraagtekens bij deze koppeling.