woensdag 21 maart 2018

Minister: eerst pensioenvoorstellen uit de polder


Minister: eerst pensioenvoorstellen uit de polder

Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil wel bewegen op het pensioen- en AOW-dossier, maar hij wil eerst voorstellen vanuit de polder hebben. Dat zei hij in een eerste gesprek met ANBO, andere ouderen- én jongerenorganisaties.

De huidige pensioenregels knellen, onderschreef de minister. Daardoor kunnen pensioenfondsen niet indexeren en wordt de koopkracht van het pensioen steeds verder uitgehold. "Ik weet dat de boosheid toeneemt", zei hij, "maar de bal ligt bij de SER. Het is aan de sociale partners om met een voorstel te komen."


Dat was bekend, maar is de minister bereid om een voorstel te accepteren dat afwijkt van het regeerakkoord, wilde ANBO weten. Koolmees zei in dit verband 'met meel in de mond te praten'. Ofwel: tijdens de onderhandelingen wil de minister niet in zijn kaarten laten kijken. “Laat ik het zo zeggen: wel als dat een beter, toekomstbestendig stelsel oplevert.

Belangrijk was dat Koolmees beseft dat de verplichtstelling overeind moet blijven. In Europees recht is daarbij een breed draagvlak essentieel. Kortom: als vakbonden, werkgevers maar ook gepensioneerden zich tegen een nieuw stelsel keren, komt de verplichtstelling in gevaar. Zo houden partijen elkaar in een vaste greep: Koolmees heeft de polder nodig en de polder kan niet zonder de politiek. Om de druk wat op te voeren, waarschuwde Koolmees wel dat hij ‘geen pleisters wil plakken voor de korte termijn’. "Dat is in het verleden al te veel gebeurd en dat staat een lange termijn-oplossing in de weg."
AOW-leeftijd minder snel omhoog

ANBO bracht ook de problematiek van de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd op tafel. Koolmees was over een paar dingen duidelijk: terug naar 65 gaat niet gebeuren, bevriezen op 66 (een wens van de FNV) is te duur, maar een meer geleidelijke stijging met aanpassing van de latere verhoging (niet voor elk extra levensjaar een jaar langer werken) wees hij niet meteen af. Maar ook hier hield de minister zijn kaarten strak tegen zijn borst.

Wel gaf hij aan te begrijpen dat oudere werknemers nu in de knel komen. Op het voorstel van ANBO om in elk geval per sector maatregelen te kunnen nemen, reageerde hij niet afwijzend. Naar verwachting worden het pensioendossier en de AOW-problematiek in één pakket geregeld. Te hopen is nog voor de zomer.


Pensioenpotje op losse schroeven?

SER koerst op model dat veel op huidig pensioenstelsel lijkt;




Het individuele pensioenpotje staat op losse schroeven. Polderonderhandelaars kijken nu nadrukkelijk naar een ander pensioenmodel dat dicht aanzit tegen het huidige stelsel.
Dat zeggen bronnen rond de Sociaal-Economische Raad (SER) en de politiek. In de SER ligt al een jaar een conceptplan voor individuele pensioenpotjes, maar de vakbeweging is er uiterst ongelukkig mee. De bonden vrezen dat hun leden deze vergaande pensioenhervorming niet zullen accepteren, omdat er veel minder solidariteit tussen generaties in dit model zit.

De onderhandelingen in de SER zijn de afgelopen weken in een stroomversnelling gekomen, omdat er ruimte ontstond om alsnog naar andere opties te kijken, zo zeggen bronnen. Als serieus plan ligt nu op tafel om vast te houden aan het collectieve pensioen.


vrijdag 2 maart 2018

Pensioenopbouw veel werkenden onvoldoende


UTRECHT (ANP) - Een derde van de werkenden in loondienst in Nederland bouwt niet genoeg pensioen op. Bij zzp’ers zijn dat er zelfs meer dan vier op de tien, blijkt uit onderzoek van Rabobank en het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). Bij die cijfers zijn alle vormen van vermogensopbouw meegerekend, zoals bijvoorbeeld een vrijwel afgelost huis.


De meeste werkenden weten niet of hun pensioenregeling beter of slechter is dan gemiddeld. De pensioenopbouw wordt ook zelden meegenomen in salarisonderhandelingen bij een wissel van baan.

Hoe goed het pensioen is hangt daarnaast niet alleen af van individuele omstandigheden zoals het carrièreverloop, maar ook van de kwaliteit van de pensioenregeling waar werknemers onder vallen. Die regelingen zijn het best voor werknemers in de sectoren overheid, zorg en bouw.

Het slechtst zijn de pensioenregelingen in onder meer de sectoren zakelijke dienstverlening, uitzend- en detacheringsbedrijven, beveiliging en vervoer. In die sectoren hebben relatief veel werknemers een pensioen dat lager is dan 70 procent van het eerdere inkomen.

Rabobank-econoom Leontine Treur wijst daarom op het belang van inzicht in de eigen pensioenopbouw. „Voor een grote groep mensen is het verstandig om zelf extra vermogen op te bouwen, bijvoorbeeld door zelf te sparen of te beleggen, of door extra af te lossen op de hypotheek.”