dinsdag 27 november 2018

2e kamer: AOW leeftijd herzien?

Het kabinet moet onderzoeken of de AOW-leeftijd nog met gelijke tred kan meestijgen met de levensverwachting vanaf 2022. Daarover zijn de coalitiepartijen CDA, VVD, D66 en ChristenUnie het dinsdagavond samen met oppositiepartijen GroenLinks, PvdA en SGP eens geworden tijdens een debat over het mislukte pensioenakkoord.

De ruime Kamermeerderheid wil dat het kabinet kijkt naar wat een "redelijke verhouding" tussen het aantal gewerkte jaren en het aantal pensioenjaren is en daarbij rekening houdt met de gezondheid van werknemers en de betaalbaarheid voor de overheid.

In het verleden is afgesproken om de AOW-leeftijd naar 67 jaar te verhogen en daarna een-op-een te koppelen aan de levensverwachting. Dat betekent dat werknemers een jaar langer moeten doorwerken als Nederlanders gemiddeld een jaar langer leven.


Op basis daarvan is de AOW-leeftijd in 2024 vastgesteld op 67 jaar en drie maanden, maar de partijen zetten nu vraagtekens bij deze koppeling.

vrijdag 23 november 2018

ANBO: Hoe zit het met het Pensioen Akkoord?

De onderhandelingen over een pensioenakkoord zijn gisteravond zijn gisteravond geklapt. ANBO hoopt dat partijen toch weer aan tafel gaan zitten, want de problemen in het huidige stelsel zijn groot. Onze analyse van een complexe materie en hoe denkt ANBO hier over? 

Waarom een nieuw stelsel?

Het huidige stelsel is volgens bureau Mercer het beste ter wereld. De pensioenen zijn kapitaalgedekt, dat wil zeggen dat er voor elk toegezegd pensioen nu en in de verre toekomst geld is gespaard. Dat geld komt uit premies, maar vooral uit rendementen op het belegde geld. Er zit al zo’n 1400 miljard euro in kas. Dat is anderhalf keer ons nationaal inkomen. Nergens is zoveel gespaard als in Nederland. Vrijwel nergens is er ook zo weinig armoede onder ouderen.

Tegelijkertijd is de waarde van pensioenen gedaald, omdat door strenge regels de pensioenen niet kunnen meestijgen met de inflatie Het pensioen van miljoenen Nederlanders is al zo’n vijftien procent minder waard geworden, zowel van gepensioneerden als van werkenden.

Bovendien zijn de (reken)regels rigide. De pensioenpot groeide in tien jaar van circa 800 naar 1400 miljard euro, terwijl de pensioenen minder koopkracht kregen. En dan zouden de pensioenen van fondsen als ABP, Zorg en Welzijn en de metaalfondsen PME en PMT net als bij tientallen andere in 2020 en 2021 zouden kunnen worden gekort. Net als bij vele tientallen andere fondsen. Zelfs bij een dekkingsgraad tussen de 100 en 104,5 procent zou die korting moeten doorgaan. Dat terwijl er dus genoeg geld in kas zou zijn. Dat tast het vertrouwen in het pensioen aan. Jongeren denken dat er te weinig geld is – wat niet waar is – en gepensioneerden zien elk jaar hun koopkracht onder druk staan.

ANBO is daarom voor het vernieuwen van het pensioenstelsel.




maandag 19 november 2018

Dagblad Trouw: Breder overleg over toekomstig pensioenstelsel

Ouderen, jongeren en pensioenfondsen zouden moeten meepraten over een toekomstig pensioenstelsel, vinden acht seniorenorganisaties.

Het "zich al vele jaren voortslepende overleg tussen werkgevers en de vakbeweging" moet vervangen worden door besprekingen over een breed nationaal pensioenakkoord, schrijven de acht seniorenorganisaties maandag in een ingezonden brief in dagblad Trouw.
Volgens de organisaties, waaronder seniorenorganisaties KNVG, Verontruste Ouderen, KBO-PCOB en NVOG, leidt het huidige overleg tot niets, omdat "er geen draagvlak voor is".

Het uitsluiten van ouderen en jongeren gaat volgens de organisaties "voorbij aan de wettelijke plicht tot evenwichtige afweging van belangen die de Pensioenwet oplegt".

vrijdag 9 november 2018

Telegraaf: Hier moet je op letten voor een goed pensioen voor nabestaanden


Het overlijden van een partner is niet alleen emotioneel, maar ook financieel een groot gemis op de oude dag. Het regelen van een goed nabestaandenpensioen heeft namelijk de nodige voeten in de aarde.
Als een van de partners overlijdt, voor of na de pensionering, kan de overgebleven partner met een groot financieel gat blijven zitten. Zeker als het gaat om de partner die niet veel werkte, vooral thuis was bij de kinderen en dus weinig eigen inkomen heeft.

Dat gat kan opgevangen worden door een nabestaandenpensioen. Maar het is verre van een zekerheidje dat dit ook genoeg inkomen oplevert voor de overgebleven partner. Het is een kwestie van goed uitzoeken hoe het zit met het nabestaandenpensioen?

Bij pensioenfondsen wordt het nabestaandenpensioen op twee manieren geregeld: op opbouwbasis of risicobasis. Dat is een belangrijk verschil.
Het probleem zit vooral bij nabestaandenpensioen dat op risicobasis wordt opgebouwd. Dan bouwt het fonds van jouw werkgever of bedrijfstak wel een nabestaandenpensioen op. Maar als je van baan wisselt en bij een ander fonds terecht komt, ben je dat meteen kwijt.

Zit je dan bijvoorbeeld 25 jaar bij hetzelfde pensioenfonds, maar stap je dan over naar een andere baan met een ander fonds, ben je die opbouw in één klap kwijt. En als je kort daarna overlijdt, blijft er maar heel weinig nabestaandenpensioen over. In de politiek klinken daarom ook geluiden dat dit probleem aangepakt moet worden.

Bij een nabestaandenpensioen op opbouwbasis staat het er iets beter voor, dat blijft gewoon staan als je voor een ander bedrijf of in een andere bedrijfstak gaat werken.