woensdag 30 januari 2019

Koopkracht effect a.g.v. achterblijvende indexering pensioenen

Inflatie geeft de stijging van de prijzen weer. Als de prijzen dit jaar 2% hoger zijn dan vorig jaar, dan is de inflatie 2%.
Inflatie is een groot risico voor pensioenen. Door inflatie kan je straks voor hetzelfde pensioen minder kopen. De koopkracht van het pensioen neemt dan af.

bron: CBS

In de eerste grafiek staat de inflatie sinds 1963. Duidelijk is te zien dat de inflatie in de jaren 70 aanzienlijk hoger was dan inflatie sinds het jaar 2000. In de tweede grafiek staat het effect van de inflatie op de koopkracht vanaf het jaar 2000. Dit betreft dus de periode met lage inflatie. 

Iemand die sinds het jaar 2000 € 100 te besteden heeft, heeft zijn koopkracht in 16 jaar met 25% zien dalen. De tijd dat iemand met pensioen is, is meestal langer dan 16 jaar.

Om koopkrachtdaling van pensioenen tegen te gaan hebben veel pensioenfondsen de ambitie (doelstelling) om de pensioenen jaarlijks te verhogen met de stijging van de prijzen. Deze verhoging heet indexatie of toeslag. Als dit lukt, dan blijft de koopkracht van het pensioen gelijk. Als de indexatie minder is, dan neemt de koopkracht af.

Als er elk jaar volledig geïndexeerd wordt, dan is ongeveer 40% van de uiteindelijke uitkering afkomstig van indexatie. Omgekeerd als het indexeren in het geheel niet lukt, dan is de uitkering 40% lager dan bedoeld.

Pensioenfondsen mogen alleen indexeren als ze voldoende vermogen hebben. Sinds de crisis van 2008 hebben de meeste pensioenfondsen onvoldoende vermogen. Daarom hebben veel (grote) pensioenfondsen sinds 2008 niet of nauwelijks geïndexeerd. Hierdoor is bij deze pensioenfondsen de koopkracht met ongeveer 17% afgenomen.

Veel pensioenfondsen kunnen ook in de komende 5 jaar waarschijnlijk niet indexeren en mogelijk duurt het nog zo’n 15 jaar voordat ze weer volledig kunnen indexeren. Hierdoor zullen de opgebouwde pensioenen ook de komende jaren veel koopkracht verliezen. 
Bij ongewijzigd beleid zullen pensioenen gekort gaan worden!
In dat geval wordt de koopkracht nog verder worden aangetast.

donderdag 24 januari 2019

Koolmees: pensioenhervorming wordt urgenter

DEN HAAG (ANP) - Het wordt ,,urgenter" om tot een hervorming van het pensioenstelsel te komen, aldus minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken). Door het dalen van de aandelenkoersen vrezen pensioenfondsen opnieuw te moeten korten op de pensioenen.

De minister wijst erop dat pas aan het eind van het jaar het meetmoment ligt voor de dekkingsgraad voor de pensioenfondsen. Dan wordt duidelijk of er gekort moet worden. Koolmees' inzet is om voor die tijd een akkoord te bereiken over de hervorming van het pensioenstelsel.

In november klapten de gesprekken tussen kabinet, werkgevers en werknemers over hervorming van het pensioenstelsel. De vakbonden hebben acties aangekondigd voor een beter pensioenakkoord. Koolmees wil niet zeggen of hij de bonden nog iets extra's te bieden heeft. Nog voor eind deze maand komt hij met een brief naar de Kamer over hoe het verder moet met het pensioendossier. Daarin zal niet ,,iets heel nieuws" staan, laat hij alvast weten.

woensdag 23 januari 2019

Pensioen steeds minder waard

AMSTERDAM - Het pensioenstelsel zakt langzaamaan door zijn financiële hoeven. Bij sommige fondsen is een pensioen de afgelopen tien jaar al een kwart minder waard geworden. En na een rampzalig financieel einde van 2018 komen kortingen dichterbij dan ooit. Het pensioen van miljoenen mensen staat er beroerd voor, blijkt uit rondgang van deze krant.
Terwijl de boodschappen elk jaar duurder worden, kunnen de fondsen hun pensioenen niet of nauwelijks verhogen. Het gevolg: de waarde van een pensioen verdampt. Neem een loodgieter die bij het metaalfonds PMT is aangesloten. Zijn boodschappenkar van 100 euro uit 2008 kost inmiddels ruim 118 euro. Maar zijn 100 euro pensioen van toen is door kortingen nu nog maar iets meer dan 93 euro waard. De koopkracht van deze loodgieter is met een kwart gedaald. 
En door financiële tegenvallers dreigen de grote fondsen ook nog te moeten korten.

donderdag 10 januari 2019

Gemeentelijke woonlasten stijgen fors

De gemeentelijke woonlasten stijgen dit jaar forser dan voorgaande jaren. Huurders gaan 5,4 procent meer betalen en huizenbezitters 4,3 procent, zo blijkt uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen onder 37 grote gemeenten.

De stijging valt hoger uit dan voorheen. Dat komt vooral doordat het Rijk de afvalstoffenbelasting met 139 procent verhoogt. Gemeenten berekenen dat door aan hun inwoners. Daardoor stijgt de afvalstoffenheffing voor het inzamelen en verwerken van afval dit jaar 6,1 procent.

Ook de rioolheffing en onroerendezaakbelasting (ozb) gaan omhoog, maar minder hard dan de afvalstoffenheffing. De rioolheffing stijgt rond 2 procent, de ozb 3,7 procent.

Met 563 euro zijn de woonlasten voor huiseigenaren het laagst in Den Haag, net als vorig jaar. Huizenbezitters in Enschede betalen het meest, 854 euro. Huurders, die geen ozb betalen maar alleen afvalstoffenheffing en soms rioolheffing, zijn het duurst uit in Zaanstad (571 euro), het minst betalen ze in Nijmegen (40 euro).

woensdag 2 januari 2019

Energielasten in 2019 fors hoger!

De belastingen op een gemiddelde gas- en elektriciteitsrekening van een eigen woning schieten volgend jaar met maar liefst 25 % omhoog.

Huiseigenaren gaan daardoor in 2019 ruim € 150 meer aan energiebelasting betalen. Dat heeft Vereniging Eigen Huis berekend op basis van nu bekende informatie*.

De stijging van de energierekening is het resultaat van de optelsom van een hogere energiebelasting op gas, een forse verhoging van de Opslag duurzame energie (ODE), een verlaging van de belasting op elektra en een kleinere korting op de energiebelasting.

De belastingverhogingen benadelen vooral mensen die zelf niet in staat zijn om hun huis energiezuiniger te maken. Vereniging Eigen Huis vindt dit onrechtvaardig. Algemeen directeur Cindy van de Velde: 'Het is aan het kabinet om niet alleen de lasten te verhogen, maar ook om mensen te helpen om hun huis energiezuiniger te maken. Tot nu toe is dergelijk overheidsbeleid nog ver te zoeken.

Veel mensen kunnen hun verbruik nauwelijks verminderen en moeten eerst nog flink sparen om hun huis energiezuiniger te maken. Vooral zij hebben het meeste nadeel van deze belastingverhogingen.'

Besparen levert nauwelijks belastingvoordeel op:

Ook mensen die wel maatregelen nemen om hun energieverbruik volgend jaar te verminderen hebben daar maar weinig voordeel van. Als zij erin slagen om hun gas- en elektriciteitsverbruik met 5 % te verminderen, waar de overheid in prognoses van uitgaat, is hun belastingvoordeel nog geen € 5.