maandag 21 oktober 2019

Adviesbureau: Nederlands pensioenstelsel is nog steeds beste ter wereld

Nederland heeft voor het tweede jaar op rij het beste pensioenstelsel ter wereld, schrijft adviesbureau Mercer in de Global Pension Index van het bureau. Nederland loopt uit op Denemarken, dat net als vorig jaar op de tweede plaats staat, Australië staat op plek drie.

In de Global Pension Index van Mercer worden de pensioenstelsels van meer dan dertig landen wereldwijd getoetst op toereikendheid, toekomstbestendigheid en integriteit. Op basis hiervan krijgt een land een bepaald puntenaantal.

Nederland scoort volgens deze rekenmethode 81 punten, vorig jaar was dat nog 80,3. Ons pensioenstelsel scoort met name goed op integriteit. Mercer geeft daar 88,3 punten voor. Ook in de andere twee categorieën waarop getoetst wordt, komt Nederland in de top drie. Daarnaast staat het stelsel er beter voor door de economische groei en stijgende arbeidsparticipatie.

De totaalscore zou volgens Mercer nog hoger uit kunnen vallen als huishoudens meer gaan sparen en hun schulden verminderen. Daarnaast kan Nederland de duurzaamheid van zijn pensioenstelsel verbeteren door de arbeidsdeelname op hogere leeftijd te stimuleren, in lijn met de stijgende levensverwachting, aldus het adviesbureau.
Pensioenstelsel scoort goed, ondanks zorgen over kortingen

Het stelsel scoort goed, ondanks toenemende zorgen binnen Nederland over de staat van de pensioenen.

"Er is het afgelopen jaar veel te doen om het pensioenstelsel in Nederland. Zeker nu het nieuwe akkoord er is en de nieuwe pensioenwet er aan zit te komen", stelt Marc Heemskerk, pensioenexpert bij Mercer. "We zijn met elkaar kritisch, en dat is ook goed want alleen dan kun je de kwaliteit blijven borgen. Maar soms is het goed om door dit soort onderzoeken je zegeningen te koesteren en te beseffen dat we het wereldwijd gezien erg goed voor elkaar hebben."

donderdag 17 oktober 2019

Grootste AOW-stijging in 20 jaar, pensioenfondsen nog in problemen

De AOW-uitkering stijgt dit en volgend jaar in totaal met 8,3 procent. Dat verwacht ABN Amro. Als de cijfers kloppen, wordt het de grootste stijging sinds 1998.
De stijging van de uitkering is onder meer gekoppeld aan de stijging van de cao-lonen en de prijzen. Die stijgen naar verwachting relatief fors de komende tijd.


Veel mensen krijgen naast hun AOW-uitkering een aanvullend pensioen dat bijeen is gespaard bij een pensioenfonds. Bij die fondsen is de situatie veel minder rooskleurig, blijkt uit de nieuwste cijfers die vandaag zijn gepubliceerd. Voor grote fondsen zoals het pensioenfonds voor medewerkers in de zorg PFZW en ambtenarenfonds ABP dreigen verlagingen.

De dekkingsgraden zijn weliswaar de afgelopen maand iets opgelopen, maar bij de huidige situatie moet er nog altijd gekort worden. Hoeveel precies hangt af van de situatie op 31 december. ABP en PFZW moeten dan op een dekkingsgraad van boven de 94 procent zitten.

Voor de metaalfondsen PME en PMT is de situatie nog nijpender. Omdat de situatie bij deze fondsen al langer slechter is, moeten zij aan het eind van het jaar op een dekkingsgraad van minstens 100 procent zitten.

maandag 14 oktober 2019

Wetenschappers en ondernemers willen soepelere rekenregels pensioen

Een veertigtal wetenschappers en mensen uit het bedrijfsleven pleit er in een brief aan de Tweede Kamer voor dat de rekenregels voor pensioenen worden aangepast. Het huidige stelsel zorgt volgens hen voor een onzeker pensioen.

Het huidige systeem zou uitgaan van "korten wanneer mogelijk", terwijl volgens de groep pas "indien nodig" voor korten moet worden gekozen.

"Er is geen enkel ander land dat zoveel pensioenvermogen per inwoner heeft opgebouwd als ons land. En toch lezen we dagelijks in de krant dat onze pensioenfondsen in grote moeilijkheden verkeren", staat in de brief.


Het pensioenstelsel zou volgens hen rekening moeten houden met de feitelijke rendementen van de pensioenfondsen in plaats van met de risicovrije rente, die op dit moment bijna de 0 procent heeft bereikt.

De dekkingsgraden zijn op dit moment gebaseerd op "het theoretische geval dat pensioenfondsen de komende vijftig jaar geen rendement meer zullen maken", aldus de critici. De rekenregels worden daarnaast momenteel "in extremis" aangehouden, stellen ze.

Bekende ondertekenaars van de brief zijn onder anderen voormalig CDA-minister Elco Brinkman, oud-directielid bij De Nederlandsche Bank Lex Hoogduin en voormalig voorzitter van de Sociaal-Economische Raad Herman Wijffels.

zondag 13 oktober 2019

Brandbrief: strenge rekenregels drijven pensioenfondsen in het nauw

De druk op het kabinet om verlaging van de pensioenen te voorkomen wordt opgevoerd. Veertig prominenten hebben zondag een brandbrief aan de fractievoorzitters in de Tweede Kamer gestuurd. Daarin hekelen ze de rekenregels die de pensioenfondsen in het nauw hebben gedreven.

Onder de ondertekenaars zijn economen als Coen Teulings, Bernard van Praag en Harrie Verbon en oud-politici als Elco Brinkman. Ook oud-werkgeversvoorzitter Bernard Wientjes heeft getekend.


Zij betogen in de brief dat ‘de feitelijke financiële ontwikkelingen bij onze pensioenfondsen (...) aanzienlijk afwijken van de thans gehanteerde rekenregels’. Zij willen de ‘rekensystematiek ter discussie stellen in het licht van het bestaande pensioencontract en zeker ook in het zicht van hervorming daarvan’. Daarmee verwijzen zij naar het pensioenakkoord dat vakbeweging, werkgevers en kabinet in juni sloten over hervorming van het pensioenstelsel. In dat nieuwe stelsel gaan pensioenaanspraken op de schop en veranderen de rekenregels.

De ondertekenaars bezweren dat zij kortingen niet willen voorkomen als die noodzakelijk zijn. Maar zij willen ‘uitsluitend tegenwicht bieden tegen onjuiste conclusies gebaseerd op een rekensystematiek die soms welhaast lijkt te worden verdedigd om te kunnen korten’. Zij leveren ‘een pleidooi voor een rekensystematiek die meer aansluit bij de werkelijkheid’.


Die werkelijkheid is, zo betogen de veertig ondertekenaars, dat de vermogens van de pensioenfondsen de eerste helft van dit jaar zijn toegenomen met 161 miljard euro. Daarmee is het totale pensioenvermogen met 12 procent gestegen.

Zij plaatsen dat bedrag meteen in perspectief: ‘Het is een forse bijdrage aan ons pensioenstelsel dat in 2018 een bedrag van bijna 31 miljard uitkeerde aan 3,3 miljoen pensioengerechtigden. Omdat de pensioenfondsen in datzelfde jaar een bedrag van ruim 33 miljard aan premie ontvingen, kan deze hele vermogenswinst worden toegevoegd aan de bestaande pensioenvermogens die eind vorig jaar 1322 miljard bedroegen.’


Volgens hen zal het nog ‘vele jaren’ duren voor de fondsen meer uitkeren dan er binnenkomt. ‘En dan nog zullen de fondsen een omvangrijke buffer achter de hand hebben (momenteel al 48 keer de in 2018 uitgekeerde pensioenen) waaruit de pensioenen verder kunnen worden gefinancierd.’

Hoe kan het dan dat er toch verlaging van pensioenen van ouderen en pensioenaanspraken van werkenden dreigen, vragen de briefschrijvers zich af. ‘Heel simpel: het ligt onder meer aan de huidige rekenregels die tot in extremis worden aangehouden. In 2006 heeft de politiek besloten dat de pensioentoezegging voortaan nog veel sterker moest worden gegarandeerd. Voor jong en oud zou de pensioentoezegging voor 97,5 % moeten worden zekergesteld.’

Strenge rekenregels

Door die rekenregels ‘moeten de pensioenfondsen nu rekenen met een verwacht rendement van vrijwel nul en de kans bestaat dat de fondsen binnenkort van negatieve rendementen moeten uitgaan.’ Terwijl de feitelijke rendementen dus veel hoger zijn. ‘Ten eerste hebben de Nederlandse pensioenfondsen sinds het begin van de jaren negentig, na de liberalisering van de kapitaalmarkten, jaarlijks een gemiddeld rendement gemaakt van ongeveer 7 procent.’


De briefschrijvers voeren nog een bezwaar aan tegen de strenge rekenregels. ‘De bedoeling was om de pensioenen zo zeker mogelijk te maken. Maar precies het omgekeerde is gebeurd. Er zijn in ons land nog maar heel weinig mensen te vinden die geloven dat zij een gegarandeerd pensioen hebben. Dat geloof is echt wel verdwenen.’

Daarom pleiten de briefschrijvers voor een nieuwe systematiek om te berekenen hoe een pensioenfonds ervoor staat: ‘Voor een deel gebaseerd op de risicovrije rente en voor een ander deel gebaseerd op de gerealiseerde rendementen.’

woensdag 9 oktober 2019

Geert Wilders eist compensatie voor greep uit de kas van het ABP


Toen in de jaren ’80 de Rijksbegroting op losse schroeven stond bedacht het kabinet Lubbers een geniaal plan: de overheid zou staatsobligaties uitgeven om geld te lenen. Maar toen was er te weinig animo en bleef de kas leeg. Het kabinet koos ervoor het pensioenfonds ABP staatsobligaties aan te smeren. Tegelijkertijd verlaagde het kabinet Lubbers de premieafdracht. Hierdoor zijn gepensioneerden ruim 30 miljard gulden in waarde misgelopen. En de schoen begint hem nu te wringen.

Volgens PVV-voorman Geert Wilders is het daarom tijd dat de Rijksoverheid compensatie biedt voor de ‘greep uit de kas bij ABP’. Zo lezen we op de website van de Tweede Kamer dat Wilders een aantal Kamervragen heeft ingediend, gericht aan minister-president Mark Rutte. Wilders verzoekt de regering om het pensioenfonds ABP te compenseren voor de geleden verliezen.