vrijdag 25 november 2022

Waarschuwing voor gulle pensioenfondsen: ’Dekkingsgraden kunnen net zo snel weer dalen’

Waarschuwing voor gulle pensioenfondsen: ’Dekkingsgraden kunnen net zo snel weer dalen’

AMSTERDAM - Pensioenfondsen buitelen bijna over elkaar heen nu het ene na het andere fonds een verhoging van pensioenen aankondigt. Corine Reedijk van Aon noemt het positief dat ze iets extra’s kunnen doen. „Met de huidige hoge kosten die ouderen hebben, kunnen ze dit goed gebruiken.” Maar het is de vraag of pensioenfondsen de grenzen moeten opzoeken. „Je hebt echt buffers nodig voor de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel.”

Nadat veel pensioenfondsen jarenlang de hand op de knip hielden, krijgen gepensioneerden deze weken goed nieuws. De pensioenfondsen delen hoge indexeringen uit. Het grootste pensioenfonds ABP maakte donderdag een ongekende verhoging bekend van bijna 12%.

Met deze indexatie zegt het fonds voor ambtenaren en onderwijzers de ambitie na lange tijd waar te maken: „Pensioen dat meegroeit met de prijsstijging. Daar zijn alle deelnemers op korte of langere termijn bij gebaat.” De bestuursvoorzitter zegt dat het mogelijk is omdat de financiële positie van ABP het toelaat. „En omdat het fonds gebruik mag maken van soepelere regels omdat we willen overstappen naar het nieuwe pensioenstelsel.” ABP houdt daarna voldoende vet op de botten, zegt Van Wijnen. „Een glazen bol met hoe het er in de toekomst uitziet, heeft niemand. Maar deze stap onderstreept onze ambitie: een koopkrachtig pensioen voor onze deelnemers.”

Van de vijf grootste pensioenfondsen spant dat voor de bouw deze week de kroon met een indexatie van 14,52%. „Het is een opvallend en divers beeld deze week”, zegt Corine Reedijk van Aon. „Sommige fondsen doen 4 of 6%, andere bijna 15%. Stel dat je buurman in de bouw werkt en jij in de zorg, dat scheelt 8% indexatie. Dat is bijzonder, en een effect van de verschillende financiële posities van pensioenfondsen. Je merkt ook dat fondsen wel erg naar elkaar kijken, wat doet de ander?”

Reedijk snapt dat het voor fondsen goed nieuws is om te brengen. „Ouderen kunnen dit goed gebruiken.” Ze geeft wel een waarschuwing: „Wat je nu uitgeeft, heb je straks niet meer. De dekkingsgraden kunnen nog alle kanten opgaan. Als de rente dadelijk toch daalt, hebben ze minder buffer. Dat is geen ondenkbaar scenario.” Het is daarom de vraag of pensioenfondsen de grenzen moeten opzoeken. „Je hebt echt buffers nodig voor de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel.”

Ook actuaris Henk Bets van Confident spreekt een waarschuwing uit. „Pensioenfondsen hebben een koopkrachtig pensioen beloofd in het nieuwe stelsel, dus hopelijk lukt dat dadelijk ook nog. Want zo snel als de dekkingsgraden nu zijn gestegen, zo snel kunnen die ook weer dalen.”

Bets noemt de verhogingen daarom wel gewaagd. „Ze spelen niet op safe. Ze gaan inlopen op hun voorzieningen, dus die dekkingsgraden gaan dalen, dus je hebt minder buffer voor de slechtere tijden.” Of dat verstandig is? „Het is goed dat ze invulling geven aan de ruimte. Maar ze moeten dan wel vertellen over de risico’s voor de toekomst.”

donderdag 6 oktober 2022

Pensioenfondsen ruim 40% meer kwijt aan kosten: vooral bonussen

 

Pensioenfondsen ruim 40% meer kwijt aan kosten: vooral bonussen (DFT)

De Nederlandse pensioenfondsen betaalden in 2021 maar liefst €14,5 miljard aan uitvoeringskosten. Dat is bijna €4,3 miljard meer dan in 2020, wat ook al een recordjaar qua kosten was. De stijging komt voornamelijk door prestatievergoedingen voor het vermogensbeheer, oftewel hogere bonussen.
Dat blijkt uit een rapport van pensioenadviseurs Bell dat donderdag is gepubliceerd.

Het bureau keek naar de jaarverslagen van 184 pensioenfondsen, waarmee nagenoeg alle Nederlandse fondsen zijn meegenomen in het onderzoek. Bijna tien miljoen Nederlanders zijn als werkende of gepensioneerde bij een van deze fondsen aangesloten. De fondsen beheren samen liefst €1755 miljard aan pensioenvermogen.

Per deelnemer waren de totale uitvoeringskosten zo’n €1500 in 2021. Daarvan gaat ruim €100 naar pensioenbeheerkosten, zoals voor administratie, controle en advies. De rest is voor beheerkosten en transactiekosten, waarbij prestatievergoedingen dus het grootste deel uitmaken. In totaal maken de bonussen meer dan de helft uit van de uitvoeringskosten voor pensioenfondsen.
De grootste fondsen ABP, voor ambtenaren, en PFZW, voor de zorg, hadden samen maar liefst €4,8 miljard aan uitvoeringskosten. Deze fondsen, met beide meer dan een miljoen deelnemers, boekten in het uitstekende beursjaar 2021 dan ook ruim 10% aan beleggingsrendement, terwijl het gemiddelde voor de rest bijna 5% was. In 2022 dalen de koersen juist fors.




zaterdag 1 oktober 2022

De Haagse pensioenramp ten halve gekeerd? - Eduard Bomhoff

De nieuwe pensioenwet kwam afgelopen maand twee keer in commissies van de Tweede Kamer. Het ging niet goed met de wet in deze voorronde. Er zijn nog geen notulen, maar dit is wat ik leerde van Kamerleden en van FD-verslaggever Martine Wolzak. 

In volgorde van belangrijkheid:

Minister Carola Schouten kan niet uitleggen hoe de nieuwe pensioenwet een verbetering is. Zij komt niet verder dan gemeenplaatsen in de trant van ‘we moeten meegaan met de tijd’. Haar onvermogen zegt veel over de onwetendheid van haar ambtenaren. Het is roekeloos om een wet te behandelen als de minister en de ambtenaren die wet niet snappen.

De steun van de FNV voor de pensioenwet is afgebrokkeld en heeft geen geloofwaardigheid meer. Voorzitter Tuur Elzinga van de vakbond FNV verklaarde eerder: ‘Inzet van het FNV is dat alle generaties ongeveer 80% van hun middelloon aan pensioen opbouwen.’ Maar als dat het doel is, ben je niet goed wijs om in te stemmen met een plan van De Nederlandsche Bank (DNB) om de bestaande verbinding tussen loon en pensioen kapot te maken en te vervangen door een inferieur stelsel waarbij zoiets niet meer wordt beloofd. Elzinga heeft ook beweerd dat iedereen er met de nieuwe wet op vooruit zou gaan. Dat was bluffen. Het is niet waar; veel mensen verliezen direct; op termijn gaat iedereen zwaar achteruit.

Na vorige week is duidelijk waarom DNB steeds zo hardnekkig was met het 14-jaar durende verbod om de pensioenen te indexeren voor de inflatie. Niet omdat er geen geld was; collega Van Praag – top econometrist – heeft laten zien dat er ieder jaar royaal geld was om de gepensioneerden te helpen met de kosten van het levensonderhoud. DNB wilde de valse worst voorhouden dat met de nieuwe wet indexatie weer beter mogelijk zou worden. Een truc ten koste van alle pensionado’s. Ik herhaal nog maar eens mijn eerdere vraag aan DNB, maar zonder veel hoop op een antwoord: noem één ander land waar zo is gegoocheld met die rekenrente als hier, of noem ten minste één internationaal wetenschappelijk artikel dat pleit voor wat DNB in Nederland heeft aangericht met haar berekeningen en haar instructies aan de pensioenfondsen hoe ze hun bezit moesten berekenen. Die waren zo extreem dat Pieter Lakeman best een kans maakt met zijn juridische klacht dat DNB de pensioenfondsen heeft gedwongen tot een onwettige waardering van hun balansposten.

Drie partijen zijn dus afgegaan: de ambtenaren van Sociale Zaken die de nieuwe wet zelf niet overzien en de minister laten bungelen in de Kamercommissie, de FNV die ongefundeerde reclamepraat op tafel heeft gelegd en die nu moet inslikken, en DNB die veertien jaar lang de gepensioneerden heeft beschadigd, niet om de pensioenen meer secuur te maken, maar alleen om vals te kunnen beweren dat indexatie vereist dat de nieuwe wet wordt aangenomen.

Zelden zal een wetsontwerp zo kreupel strompelen na een eerste rondgang door het parlement. Nu is het wachten op een rapport van de zogenaamde ‘Commissie Parameters’ dat wordt verwacht in november. Die commissie heeft tot nog toe vooral de tienduizenden kunstmatige computer-scenario’s geproduceerd die DNB dan verplicht oplegt aan de pensioenfondsen om te testen of hun mix van beleggingen bestand is tegen onzekere tijden.


woensdag 7 september 2022

Opinie: Nieuwe pensioenwet wordt een catastrofe (Martin van Rooijen, oud-staatssecretaris)

 


Nieuwe pensioenwet wordt een catastrofe; 

De komende maanden beslist het parlement over de nieuwe pensioenwet. Deze wet moet ’het beste pensioenstelsel ter wereld’ aanpassen aan nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen en de kans op indexatie van de pensioenen vergroten. Martin van Rooijen waarschuwt dat het kabinet een ’casinopensioen’ optuigt.

„Hoewel er ernstige verdeeldheid over bestaat onder politici, pensioenfondsbestuurders, hoogleraren, vakbeweging, werkenden en gepensioneerden, willen kabinet, vakbondsleiding en regeringspartijen koste wat kost hun pensioenplannen doorzetten. Kern is dat €1800 miljard pensioenvermogen van bijna 10 miljoen Nederlanders wordt omgezet naar een pensioenvermogen per individuele deelnemer.

Om het wantrouwen tegen het nieuwe stelsel weg te nemen, maakte het kabinet het per 1 juli – na tien jaar van vrijwel stilstand – opeens mogelijk de pensioenen weer wat te verhogen. De pensioenfondsen die dat deden, moesten wel eerst beloven akkoord te gaan met de wet Toekomst Pensioenen, die er dus nog niet is.

In de nieuwe wet wordt het recht van deelnemers om bezwaar te maken tegen nog te nemen beslissingen over hun pensioenen geschrapt. Reden: men verwacht veel rechtszaken rond de herverdeling van de gelden, tot de hoogste Europese rechter aan toe.

Dit is wat er tegen het nieuwe stelsel pleit:

- Er zijn geen spelregels voor de herverdeling van de €1800 miljard pensioengelden over de generaties en over individuen; het gaat daarbij gemiddeld over een bedrag van €180.000 van tien miljoen deelnemers.

- Onder de nieuwe wet reageren de pensioenen sneller op de financiële markten en dat betekent niet alleen grotere kans op indexatie, maar ook grotere kans op korting van de pensioenen.

- De eerste tien jaar zal er vrijwel geen sprake kunnen zijn van nieuwe indexaties, maar wel van kortingen op de uitkeringen, omdat er buffers moeten worden opgebouwd om de enorme wisselvalligheid van het ’casinopensioen’ te dempen.

- Alle grote overheidsoperaties van de afgelopen jaren zijn geëindigd in een enorme chaos. Ook deze stelselwijziging leidt onomstotelijk straks tot een parlementaire enquête, waarbij de hoofdpersonen van vandaag naar elkaar verwijzen. De gepensioneerden zitten dan allang in de ellende.


Ook democratisch gezien klopt het niet. Zeven miljoen deelnemers en drie miljoen gepensioneerden zijn nooit over deze plannen geraadpleegd. Een stelsel voor het hele volk moet per definitie kunnen rekenen op een breed draagvlak. Een meerderheid van 55% is zelfs nog te schraal om te kunnen spreken van een overtuigend draagvlak voor zo’n ingrijpende stelselwijziging.

Moet dan alles bij het oude blijven?

Nee. Enkele echt noodzakelijke aanpassingen kunnen in de bestaande pensioenwet worden doorgevoerd, zoals aanpassing van de doorsneepremie en van de rekenrente waarmee de pensioenfondsen hun financiële gezondheid moesten berekenen. De afgelopen jaren moesten de pensioenfondsen uitgaan van minder dan 1% rendement, terwijl ze gemiddeld 7% maakten, waardoor de pensioenpotten volstroomden. Dit bewijst het ongelijk van DNB en van de politieke partijen en vermeende deskundigen die lang beweerden dat we rekening moeten houden met 60 jaar lang nabij 0% rente.

Bij de huidige lange rente van zo’n 2% is het in het bestaande stelsel al mogelijk de pensioenen fors te verhogen. Waarvoor is de nieuwe wet dan nog een oplossing?

De stelselwijziging leidt tot chaos en onoverzienbare kosten. Vergelijkbare operaties worden in het buitenland veel verstandiger uitgevoerd. Daar heeft men het pensioenstelsel gesloten voor nieuwe deelnemers. De bestaande deelnemers behouden hun regeling, de nieuwe pensioengelden worden ondergebracht in het nieuwe stelsel. Dat valt voor iedereen gemakkelijk te communiceren en te begrijpen. Shell en Unilever hebben al bewezen dat dit in Nederland ook kan. Het is te hopen, dat we tijdig terugkeren van deze heilloze weg.”

zaterdag 25 juni 2022

Seniorenafdelingen VVD, CDA en D66: ’Misgelopen pensioengeld compenseren’ (Telegraaf)

De seniorenafdelingen van VVD, CDA en D66 willen dat gepensioneerden eerst hun misgelopen indexatie krijgen voordat hun opgebouwde pensioenvermogen wordt overgeheveld in het nieuwe stelsel. Dat schrijven zij in een brief aan de vier coalitiefracties.


Veel pensioenfondsen hebben al meer dan tien jaar de pensioenen niet verhoogd waardoor een fors koopkrachtverlies is opgebouwd, soms van meer dan 25 procent. „Voorkomen moet worden dat gepensioneerden starten met een indexatieachterstand die nooit meer in te halen is”, aldus de bezorgde ouderen. „Anders dreigt een hele generatie gepensioneerden die nooit een indexatie hebben gekend.”


Minie Walma, voorzitter VVD Senioren in de Samenleving, bevestigt dat de brief donderdagavond naar de Kamerfracties is verstuurd. „Deze generatie ouderen heeft geen enkele gelegenheid om de gemiste indexatie nog in te halen”, zegt zij. „Wie nog niet met pensioen is heeft nog wel de tijd om de achterstand goed te maken. Daarom moet er naar inhaalindexatie gekeken worden.”

Ze is blij dat pensioenfonds ABP naast een indexatie van 2,39 procent per 1 juli ook een klein beetje extra geeft aan gepensioneerden. Over de maanden januari tot en met juni krijgen ouderen bij ABP eenmalig 1,2 procent erbij. Maar dat maakt het koopkrachtverlies bij lange na niet goed. Ook metaalfonds PME verhoogt het pensioen, met 1,39 procent, maar heeft geen inhaalindexatie.

„Senioren zijn het fundament van de samenleving waarop veel zaken zijn gebouwd”, aldus Walma van VVD Senioren. „Dat fundament mag je niet verwaarlozen. Het zou getuigen van solidariteit als inhaalindexatie op de een of andere manier geregeld wordt.”

Bij metaalfonds PME was voor het laatst in 2008 geïndexeerd, bij ABP in 2010 voor het laatst. Inclusief de extreme prijsstijgingen dit jaar, telt de inflatie van 2009 tot eind 2022 inmiddels op tot 34 procent. Dat betekent dat ouderen een steeds groter koopkrachtverlies hebben over hun aanvullende pensioen.

vrijdag 24 juni 2022

Oorlog en energiecrisis, maar de pensioenen gaan omhoog: hoe kan dat?


Pensioenfondsen ABP (overheid) en PME (metaal) hebben voor het eerst in lange tijd de pensioenen verhoogd. Daarbij kijken de fondsen naar de gemiddelde prijsstijging. Hoe werkt dit en gaan meer fondsen volgen? En waarom kan er uitgerekend nú, terwijl de beurzen zwaar lijden onder de oorlog en de energiecrisis, wel worden geïndexeerd? Tijdens de afgelopen ’vette beursjaren’ kon dat immers niet.


Het nieuws dat de grote fondsen de pensioenen gaan verhogen leidt bij veel tot opluchting.

Waarom verhogen de fondsen de pensioenen?

Als er financiële ruimte is, willen pensioenfondsen graag indexeren. Met een volledige indexatie worden pensioenen met de prijsstijgingen mee verhoogd. Sinds de financiële crisis van 2008 is er niet of nauwelijks meer geïndexeerd. Eerst door de klap op de beurzen, daarna door de alsmaar dalende rente. ABP indexeerde voor het laatst in 2010, al was dat met 0,28 procent heel erg karig. PME indexeerde voor het laatst in 2008. Zonder indexatie staat je pensioen stil en holt de koopkracht van het aanvullend pensioen uit, omdat je geld gewoonweg minder waard wordt.
Hoe is de indexatie berekend?

PME verhoogt de pensioenen per 1 juli met 1,29 procent, ABP met 2,39 procent. In beide gevallen is het een aanpassing met terugwerkende kracht, die mogelijk is dankzij soepeler pensioenregels. PME mikt op de inflatie van juli 2021 en ABP op die van september 2021. De extreme prijsstijgingen die zich dit jaar voordoen, zijn daarmee dus niet gecompenseerd.

Hoe groot is het koopkrachtverlies over de afgelopen jaren?

Een gemiddeld metaalpensioen is circa 800 euro per maand. Dankzij pensioenkortingen en uitblijvende indexatie in vele jaren komt dat bedrag nu uit op 765 euro, inclusief de indexatie die net is aangekondigd. Als vanaf 2009 het pensioen steeds met de prijzen van dat jaar was verhoogd dan zou je op een bedrag van 1075 euro uitkomen. Een koopkrachtverlies van dik 40 procent. Gepensioneerden zijn - uitgerekend op de achterkant van een sigarendoosje - zo over al die jaren bijna 24.000 euro misgelopen. 

Het gemiddeld ABP-pensioen van 1000 euro bedraagt nu 1026 euro, maar zou bij volledige indexatie 1344 euro zijn geweest, een koopkrachtmin van bijna 31%. Opnieuw op de achterkant van een sigarendoosje een misgelopen 22.000 euro tussen 2008 en nu. 
Dit geldt alleen voor het aanvullende pensioen, de AOW steeg de afgelopen jaren wel.

Waarom kunnen pensioenfondsen nu wél indexeren?

Dankzij de stijgende rente is de financiële positie van de fondsen heel snel verbeterd. Pensioenfondsen zagen de afgelopen jaren hun vermogen flink groeien in goede beursjaren. Maar als de rente daalt, dan drukken de toekomstige pensioenverplichtingen steeds zwaarder en is er geen ruimte om de pensioenen te verhogen. Nu de rente stijgt, gebeurt het tegenovergestelde. En dat effect is zo groot dat zelfs in een slechte beurstijd zoals nu de ruimte ontstaat om te indexeren. Daarnaast gaat per 1 juli een soepelere regeling in. Eerst moesten pensioenfondsen een buffer hebben van 10 procent om te mogen indexeren, maar dat is nu verlaagd naar 5 procent. Dat geldt alleen voor pensioenfondsen die mee gaan doen aan het nieuwe pensioenstelsel waarin het pensioen onzekerder wordt en er minder strikte regels gaan gelden. Ook andere grote fondsen zullen naar verwachting indexaties gaan aankondigen.

Is indexatie verantwoord?

Volgens pensioendeskundigen is het kwetsbaar om nu te veel financiële ruimte in te zetten voor pensioenverhogingen. De komende jaren stappen de fondsen over naar het nieuwe stelsel en daarvoor is wel enige buffer nodig om alle overgangsproblemen mee weg te strijken. Niemand weet wat in de tussentijd de beurzen en de rente gaan doen. Anderzijds is met het nieuwe pensioenstelsel juist voorgespiegeld dat er vaker en meer geïndexeerd kan worden. Nu alvast indexeren is voor het kabinet en de pensioenfondsen een manier om draagvlak voor het nieuwe stelsel te creëren.

donderdag 23 juni 2022

Ook ABP, grootste pensioenfonds van Nederland, verhoogt pensioenen

ABP, het grootste pensioenfonds van Nederland, verhoogt voor het eerst in jaren de pensioenen weer iets. Net als andere fondsen is het ambtenarenpensioenfonds er de laatste tijd een stuk beter voor komen te staan. Volgens ABP is de stap daarbij mogelijk omdat de overheid de regels heeft aangepast vooruitlopend op het nieuwe pensioenstelsel.

Gepensioneerden krijgen er 2,39% bij en zien dit hogere pensioen vanaf juli op hun rekening staan. Ook ontvangen ze nog een nabetaling van 1,2% over de eerste zes maanden van dit jaar. Het hoge woord is er uit. „Ik ben blij dat we het nu kunnen laten weten”, zegt een opgeluchte voorzitter Harmen van Wijnen van ABP. „Als we het kunnen doen, gaan we het ook doen.”

Hij legt uit dat de financiële positie nu goed was om ook de indexatie toe te passen, dus zij dit als bestuur hadden voorgesteld. „Het prachtige nieuws is, dat het verantwoordingsorgaan, waar ook gepensioneerden in zitten, unaniem was.”

De pensioenuitkeringen zijn sinds 2008 niet meer geïndexeerd.„Het is een historische dag, ook voor ons als bestuur. We hebben er veel werk van gemaakt om dit op een goede manier te doen.” Dus ja, hij is emotioneel. „Blijdschap is ook emotie. Het is een belangrijke dag voor onze deelnemers. Daar doen we het voor.”

Van Wijnen legt uit bij deze verhoging te kijken naar de prijsontwikkeling van september 2020 tot september 2021, op basis van de cijfers van het CBS. „In die periode was de inflatie niet zo hoog als die nu is, maar dat kan in de toekomst anders zijn.” De pensioenverhoging wordt meteen per volgende maand – juli dus - berekend. „De financiële positie van ABP is goed met een beleidsdekkingsgraad van 110,1% per eind mei.”

Van Wijnen denkt dat iedereen blij is dat er een verhoging plaatsvindt. „Een goed pensioenstelsel stijgt immers mee met koopkracht. En ik ben blij dat na veertien jaar dit nu ook eindelijk gebeurt.” Maar ook ziet hij de keerzijde: „We realiseren ons dat het voor gepensioneerden slechtst een kleine toevoeging is bij de hoge kosten van het tanken aan de pomp en de boodschappen in de supermarkt.” Dat maakt de emotie bij hem ook dubbel. „Ik begrijp dat de koopkracht voor onze deelnemers nog niet is opgelost.”

Van Wijnen ziet deze indexatie ook als een vooruitblik van de toekomst die gaat komen. Maar dan is er toch geen sprake meer van indexatie aan de hand van de dekkingsgraden? „Dan ademen pensioenen tenminste mee met de econome. Nu hebben we in de afgelopen jaren vaak gezien dat we niets konden doen terwijl we wel veel geld in onze buffers hadden.” Ook ziet hij deze indexatie als stap die genomen kan worden, omdat ABP overgaat naar het nieuwe pensioensysteem. „Dit is een beweging die we hebben willen nastreven.”

zaterdag 18 juni 2022

Nieuw pensioenstelsel: meer onzekerheid, maar beter uitlegbaar?


Vijf zwakke punten van Schoutens pensioenplan:

Het was een opmerkelijke cri de coeur van pensioenadviseur Jacintha van Bijnen van consultancybureau Aon. „In de media bestaat het idee dat het allemaal beter wordt. Ik vind dat persoonlijk nogal eng”, sprak zij tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer. „Ik denk niet dat voldoende is doordrongen dat dit de meest fundamentele wijziging is in de pensioenwereld die ooit in Nederland plaatsvond.”

Honderden pagina’s aan wetteksten voor het nieuwe pensioenplan liggen in de Tweede Kamer. Om alle details te kunnen overzien, hield de Kamer maar liefst drie rondetafelgesprekken met deskundigen. Pensioenminister Carola Schouten heeft inmiddels talloze vragen ontvangen. Wat zijn de vijf zwakke punten in het pensioenplan?

1. Invaren

Bij de overstap van het huidige naar het nieuwe pensioenstelsel wordt voor honderden miljarden aan opgebouwde pensioenrechten overgeheveld. „Dat invaren wordt het heikelste punt”, denkt Herman Kappelle, pensioenhoogleraar aan de VU en adviseur bij Aegon. Nu is het een grote collectieve pot waarin alle werkenden en gepensioneerden rechten hebben opgebouwd. Die moet worden verdeeld naar individuele pensioenpotjes. Hoe ga je dat doen? „Voor de leek is dat straks compleet onnavolgbaar”, verwacht Van Bijnen.

2. Onzeker pensioen

Na het sluiten van het pensioenakkoord zei FNV-onderhandelaar Tuur Elzinga dat iedereen erop vooruit gaat. „Dat kan niet”, reageert Van Bijnen. „Je kunt de pot geld maar één keer verdelen en er zit geen geldmachine in het systeem. Wij hebben dat zelf nagerekend: vooral volgende generaties krijgen minder.” Maar het idee is toch dat als er meer risico genomen mag worden met pensioenvermogen op de beurs, iedereen dan een hoger verwacht pensioen krijgt? „Inderdaad. Maar dat blijft een risico. Dat kan ook fout gaan”, stelt Van Bijnen.

3. Uitlegbaarheid

„De ambitie is dat je een pensioen opbouwt van 75% van je gemiddelde salaris in 42 jaar tijd”, zegt Kappelle nuchter. „Het nieuwe systeem is echt beter uitlegbaar dan het oude toezichtskader met zijn rekenregels en de rekenrente.”
Van Bijnen is minder positief. „Met het nieuwe pensioen is een monster gecreëerd. Het is zo complex gemaakt dat we bijna weer terug bij af zijn”, stelt zij. Ze doelt vooral op de solidariteiten die in het nieuwe pensioen worden ingebouwd. Om beursverliezen uit te smeren over de jaren en generaties bouwen pensioenfondsen een solidariteitsreserve, waarvan de werking niet voor iedereen duidelijk zal zijn. „Zo maken we van pensioen weer die black box waarvan we niet begrijpen wat eruit komt”, voorziet Van Bijnen.

4. Arbeidsmarkt

„Het is jammer dat het pensioen voor zzp’ers achter de horizon is verdwenen”, reageert Kappelle. De bedoeling was dat het nieuwe stelsel beter zou aansluiten nu meer van baan wordt gewisseld en vaker in flexcontracten of als zzp’er wordt gewerkt. „De 1,1 miljoen zzp’ers krijgen nu niet de kans een pensioen op te bouwen dat alle werknemers wel kunnen. Echt een gemiste kans.”

5. Menskracht

„Dit is een immense operatie”, stelt Kappelle. „De grootste transitie die ik in mijn 40-jarige carrière hebt meegemaakt.” Hebben we voldoende pensioenadviseurs om alle werkgevers tijdig te bedienen? Het lijkt een retorische vraag. „Ik denk dat dit een groot knelpunt wordt, omdat we te weinig mensen hebben. Met name voor kleinere mkb-werkgevers gaat dit een probleem worden.” Van Bijnen denkt niet dat het haalbaar is.


Tijdlijn nieuw pensioen:
  • 5 juni 2019: Pensioenakkoord.
  • 4 juli 2020: Uitwerking pensioenakkoord
  • 30 maart 2022: Pensioenwet naar Kamer.
  • 1 juli 2022: Pensioenfondsen komen met intentieverklaring dat ze vermogen gaan ’invaren’ in nieuw contract, soepeler regels voor indexatie.
  • Najaar 2022: Behandeling in Tweede Kamer.
  • Najaar 2022: Behandeling in Eerste Kamer.
  • 1 januari 2023: Wet Toekomst Pensioenen treedt in werking, transitieperiode naar nieuw stelsel.
  • 1 januari 2027: Nieuw pensioencontract uiterlijk ingevoerd.

dinsdag 5 april 2022

De toekomst van ons pensioen

 Theo Gommer in De Telegraaf:

Vorige week is dan eindelijk de (definitieve) wet Toekomst Pensioenen ingediend. 12 jaar na het eerste PensioenAkkoord in 2010 - toen een verhoging van de AOW- en werkgeverspensioenleeftijd is afgesproken en een modernisering van het pensioensysteem - is de kogel door de kerk.

We gaan naar een persoonlijk pensioen, waarbij iedereen voor zichzelf spaart. Wel wordt natuurlijk het pensioengeld collectief belegd en wordt het kort- en langlevenrisico gedeeld. Het partnerpensioen blijft dus gewoon en het ouderdomspensioen blijft levenslang. En ook het arbeidsongeschiktheidspensioen blijft gewoon zoals het is.

Elke werknemer krijgt een gelijkblijvende premie (flatrate) toegezegd. Die gaat in een individuele of collectieve beleggingspot. De opbrengst daarvan bepaalt op pensioendatum de hoogte van het pensioen. Wel mag 10% van die premie gebruikt worden voor een collectieve solidariteitsreserve. Die is bedoeld om het pensioen (na ingang) stabiel qua hoogte te houden.

Alle opgebouwde pensioenen, ook van gepensioneerden, worden omgezet (ingevaren heet dat) in het nieuwe systeem.

Bij de aankoop van het pensioen mag rekening worden gehouden met toekomstig te behalen rendement, het zogenaamde projectierendement. Dat ligt hoger dan de huidige marktrente en dat is dus positief. Zeker voor (bijna) gepensioneerden.

Opvallend is verder dat pensioen nog maar tien jaar voor de AOW-datum mag ingaan, dat was onbeperkt. En er komt een standaard partnerpensioen van 50% van het salaris. Daarvoor is dan alleen een samenlevingsverklaring van beide partners nodig.

Ook ZZP’ers krijgen ruim meer mogelijkheden om pensioen - in de vorm van een bancaire lijfrente - op te bouwen. Dat is voor hen goed nieuws.

De wet moet per 2023 ingaan, met een overgangsregime tot 2027. Dan moeten alle pensioenregelingen dus aangepast zijn aan het nieuwe systeem. Ook de aanpassingen van de Wet Pensioenverdeling bij Scheiding worden uitgesteld tot 2027 (in plaats van 1 juli 2022).

Later wordt nog verder gesproken over een definitieve regeling voor vroegpensioen voor zware beroepen en worden de mogelijkheden om flexibel met pensioengeld om te gaan, bijvoorbeeld om met pensioengeld een eigen woning te kopen, uitgebreid.

Al met al goed dat we nu eindelijk aan de slag kunnen met de modernisering van ons pensioensysteem en het zodoende passend te houden gezien de maatschappelijke en arbeidsrechtelijke ontwikkelingen.

donderdag 31 maart 2022

Pensionado’s wacht mooie zomer: eindelijk gloort indexatie aan de horizon

Financiele Telegraaf:

DEN HAAG - Voor het eerst in jaren komt brede indexatie van de pensioenen echt in zicht. Als de snel oplopende rente de komende maanden niet plotseling instort, kunnen veel pensioenfondsen na 1 juli eindelijk weer indexeren. De twee grootste fondsen in Nederland zeggen dat ook nog snel te willen doen, nu het kabinet de regels wil versoepelen. Dat zou na jarenlange uitholling van de koopkracht betekenen dat veel mensen met een pensioen meer geld in de portemonnee krijgen. De mogelijke zomerse meevaller is onderdeel van de nieuwe pensioenwet die woensdag, na tientallen jaren van discussie in de polder en de politiek, eindelijk werd gepresenteerd.

ABP, het pensioenfonds voor onder meer ambtenaren en onderwijzers en met miljoenen deelnemers het grootste van het land, verwelkomt ondertussen de soepelere indexatieregels die halverwege dit jaar al moeten ingaan: fondsen die voor elke euro aan verplichtingen 1,05 euro in kas hebben, mogen de uitkering dan verhogen. Die mogelijkheid wordt reëel nu de rente hard oploopt. „Veel van onze deelnemers wachten al lang op pensioenverhoging. Als er een mogelijkheid is om tussen 1 juli 2022 en eind 2022 te verhogen, dan zal het bestuur zich daar direct over buigen.” Wel houdt het fonds een slag om de arm en voegt het toe dat ze dat besluit evenwichtig nemen.

woensdag 30 maart 2022

Volgende stap op weg naar nieuw pensioenstelsel, kan vanaf 2023 ingaan


Het kabinet heeft de uitwerking van het Pensioenakkoord naar de Tweede Kamer gestuurd. Daarmee is er een volgende stap genomen in de grote wijziging van ons pensioenstelsel.

Als de Tweede en Eerste Kamer dit jaar akkoord gaan zijn de regels per 1 januari 2023 van kracht. Dan kunnen vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers per pensioenfonds overleggen hoe de overgang naar het nieuwe stelsel wordt gemaakt.

De pensioenfondsen hebben dan tot 1 januari 2027 de tijd om alle werknemers die aangesloten zijn bij een fonds over te zetten naar het nieuwe stelsel.

Pensioenfondsen kunnen ervoor kiezen om gepensioneerden met behoud van hun rechten mee te nemen naar het nieuwe systeem. De fondsen mogen in zo'n geval onder bepaalde voorwaarden eerder indexeren, dat wil zeggen de pensioenuitkeringen laten stijgen.

vrijdag 18 maart 2022

Onafhankelijk Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt zegt dat hij zich ernstig zorgen maakt over het effect van de torenhoge inflatie op de pensioenen. “We moeten het (hier) over hebben,” stelt hij. “Dat heeft enorme gevolgen.”



Pieter Omtzigt heeft Kamervragen gesteld aan de minister van Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen (grappig dat pensioenen in één adem worden genoemd met armoedebeleid, en ook erg zorgwekkend). Hij wil namelijk weten wat de effecten zijn van “de extreem hoge inflatie” gezien “het feit dat de Wet toekomst pensioenen gebaseerd is op stabiele en lage inflatie van ongeveer 2%.” In de overgang naar het nieuwe stelsel is zelfs ook rekening gehouden met dat lage percentage. Dit terwijl experts het erover hebben dat we weleens een inflatie kunnen gaan zien van ergens rond de 10%.

zaterdag 26 februari 2022

Het CDA en de groep rond Omtzigt nemen terecht afstand van het gehate DNB-beleid inzake pensioenen

In de pers: Eduard Bomhof in Wynia's Week 26 februari 2022

Het CDA (en de groep rond Omtzigt) nemen afstand van het gehate DNB-beleid. En terecht: de verpleegkundige met een aanvullend pensioen van 600 euro per maand heeft door DNB nu al 130 euro per maand aan koopkracht verloren. Kroes begeeft zich moedig in het hol van de Twentse leeuw, maar krijgt daar niets voor elkaar. De video toont de afgang van een haperende manager die zichzelf steeds herhaalt over een ‘belofte’, terwijl zijn DNB nu juist de brekebeen is, die geen verdediging heeft voor een arrogant en autistisch beleid (niet alleen qua inhoud maar ook qua bestuurlijke stijl een uitzondering in Europa).

Van Kesteren en Omtzigt zijn parlementaire zwaargewichten, en samen, denk ik, goed voor zo’n 30 Kamerzetels. Benieuwd naar hun volgende demarche vóór hun werkende en gepensioneerde kiezers en dus tégen DNB.

vrijdag 25 februari 2022

Rutte waarschuwt voor ’enorme dreun koopkracht’ vanwege Oekraïne

 


DE Telegraaf/Den Haag - De reparatie van de koopkracht staat al onder druk en wordt door de oorlog in Oekraïne niet makkelijker, aldus premier Mark Rutte. Op de korte termijn dreigt „een enorme dreun” op de koopkracht.

De koopkracht van mensen wordt minder door de snel stijgende inflatie. Veel spullen worden duurder. De prijsstijging zal nog wel even aanhouden is de verwachting. De energieprijzen zijn de afgelopen maanden de lucht in geschoten. Door de Russische invasie in buurland Oekraïne is de prijs van olie en gas nog verder gestegen. Dat conflict zal nog wel maanden duren is de verwachting. Bovendien heeft de Europese Unie sancties ingesteld tegen Rusland.

Die sancties zijn niet goed voor de Nederlandse economie. Bovendien kan Rusland met tegenmaatregelen komen. Daar zou het Nederlandse bedrijfsleven ook door getroffen kunnen worden, of de Russen zouden minder gas kunnen leveren waardoor de gasprijs nog verder stijgt.

De gevolgen voor de koopkracht op de korte termijn worden duidelijk bij de Voorjaarsnota van het kabinet die in april komt. „Ik ga nu geen garanties geven dat wij dat allemaal gaan repareren”, zei Rutte. „Dat zijn zulke grote ontwikkelingen, dat hebben we te bezien.”

vrijdag 28 januari 2022

Pensioenfondsbazen willen haast maken: ’Laat nieuw stelsel eerder ingaan’ (Telegraaf)

AMSTERDAM - Er moet meer haast worden gemaakt met het nieuwe pensioenstelsel, vinden bestuurders van de grootste pensioenfondsen. Dan kunnen de pensioenen ook vaker en met hogere percentages geïndexeerd worden. „Wat ons betreft gaat het nieuwe stelsel per 1 januari 2025 in plaats van 2026 in”, zegt Eric Uijen, uitvoerend bestuursvoorzitter van pensioenfonds PME.

Ook Joanne Kellerman, bestuursvoorzitter van pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW), maant tot haast. Want hoewel ook de financiële positie van PFZW is verbeterd, „kopen onze deelnemers en zeker onze gepensioneerden daar helaas niets voor”, zo zegt zij.

Want wie in de zorg werkt of heeft gewerkt, of als leraar, politieagent, metaalarbeider, hoeft er opnieuw niet op te rekenendat zijn of haar pensioen geïndexeerd gaat worden. Kellerman: „In een tijd dat de boodschappen steeds duurder worden en de energieprijzen snel stijgen, is dat een harde constatering.”

Eenzelfde geluid klinkt bij de andere pensioenfondsen. „We willen ongelofelijk graag indexeren, we begrijpen de steeds luider wordende roep om indexatie ook heel goed”, zegt PME-bestuurder Uijen.

Er is nu een regel in de maak waarmee pensioenfondsen over de laatste twaalf maanden gemiddeld nog maar 105 euro in kas hoeven te hebben voor iedere 100 euro die aan pensioen moet worden uitgekeerd. Dat moet nu nog 110 euro zijn. Pensioenfonds ABP, dat nu met een gemiddelde dekkingsgraad van 102,8 procent dichterbij die 105 procent komt, zegt dan ook de intentie te hebben te indexeren als die grens wordt gehaald.

donderdag 27 januari 2022

Pensioenfondsen kunnen weer dromen over verhoging (Volkskrant)


De dekkingsgraad geeft aan of pensioenfondsen voldoende geld in kas hebben om de beloofde uitkeringen te kunnen uitbetalen. Een graad van 100 procent betekent dat er voor elke euro die een fonds verplicht is uit te keren, zowel nu als in de toekomst, ook een euro in de pot zit. Momenteel moet het jaarlijks gemiddelde van deze graad, de beleidsdekkingsgraad genoemd, hoger zijn dan 110 procent om pensioenen te indexeren, dat wil zeggen aan te passen aan de inflatie; vanaf juli wordt deze grens waarschijnlijk 105. Zonder die verlaging zal indexatie dit jaar voor veel pensioenfondsen waarschijnlijk nog uitblijven.

Vooral ABP en Zorg en Welzijn hebben een goed jaar achter de rug en hebben goede hoop dat hun beleidsdekkingsgraad, net als de actuele stand, boven de 105 komt. Beide fondsen zeggen dat ze dan van plan zijn de pensioenen te indexeren. De laatste keer dat ABP dit deed was in 2010. Van de vijf grote fondsen heeft alleen BPFBouw voldoende buffers om de pensioenen te verhogen.

Boven op de AOW ontvangt een huishouden gemiddeld nog zo’n 50 procent extra bruto inkomen door de pensioenuitkeringen. Mede doordat deze uitkering in veel gevallen niet is meegegroeid met de stijgende prijzen, zijn gepensioneerden er de afgelopen jaren minder op vooruit gegaan dan de gemiddelde Nederlander.

ABP: Terugblik 2021: een goed jaar voor onze financiële positie

Ook 2021 was door de coronapandemie een zwaar jaar voor velen. Voor de financiële positie van ABP was het een goed jaar. De actuele dekkingsgraad steeg met 16,7% naar 110,2%. Het rendement op de beleggingen was 11,1% en het vermogen van het fonds groeide naar €550 miljard. Ook de beleidsdekkingsgraad nam toe; deze stond eind 2021 op 102,8%. In dit bericht blikken we terug op 2021 en geven we een doorkijk naar 2022.

Vooruitblik 2022

“Pensioenverlaging is uit beeld geraakt, we kunnen zelfs voorzichtig gaan nadenken over pensioenverhoging”, aldus Harmen van Wijnen, voorzitter van het uitvoerend bestuur van ABP. “We hebben de afgelopen jaren ervoor gepleit om de pensioenen eerder te kunnen verhogen en zijn blij als dit weer kan. Vanaf 1 juli dit jaar zal de minimale beleidsdekkingsgraad waarbij we mogen verhogen, zeer waarschijnlijk dalen van 110% naar 105%. Zodra we de pensioenen mogen verhogen, is het onze intentie dit te doen. We onderzoeken vanaf welke datum we dit kunnen uitvoeren, mocht de beleidsdekkingsgraad in de loop van dit jaar boven de 105% uitkomen. Nu is de beleidsdekkingsgraad van 102,8% nog te laag.”

Dekkingsgraden gestegen in 2021

De actuele dekkingsgraad laat zien of ABP genoeg geld in kas heeft om de pensioenen nu en in de toekomst te kunnen betalen. Hij geeft de verhouding weer tussen het beschikbare vermogen van het fonds (€550 miljard) en alle huidige en toekomstige pensioenuitkeringen (€499 miljard). In 2021 steeg de actuele dekkingsgraad van 93,5% naar 110,2%. Vooral in het eerste, tweede en vierde kwartaal maakte de dekkingsgraad een sprong omhoog.

De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste 12 actuele dekkingsgraden. Doordat het een gemiddelde is, geeft de beleidsdekkingsgraad een stabieler beeld van onze financiële positie. Deze dekkingsgraad wordt daarom onder meer gebruikt bij besluiten over het verhogen van de pensioenen (indexatie). Ook de beleidsdekkingsgraad steeg in 2021: van 87,6% naar 102,8%. Dit is niet genoeg om de pensioenen te kunnen verhogen. Daarvoor moet de beleidsdekkingsgraad minimaal 110% zijn. Het kabinet wil dit nog dit jaar verlagen naar 105%.

Positief rendement: 11,1%

Het beschikbaar vermogen van ABP groeide in 2021 ondanks de coronacrisis: van €495 miljard eind 2020 naar €550 miljard. We boekten over heel 2021 een positief rendement van 11,1%. In het vierde kwartaal bedroeg het rendement +4,1% (€21,6 miljard). Wilt u meer weten over onze beleggingsresultaten in het vierde kwartaal? Bekijk dan onze kwartaal update. Hierin geeft hoofdeconoom Thijs Knaap u de achtergronden bij de cijfers.

donderdag 20 januari 2022

Gepensioneerden aan achterste mem; loskoppelen AOW is afleiding van niet indexeren pensioen

Opinie:  vm Belasting Inspecteur Eindhovens Dagblad 20 januari 2022

Gepensioneerden hangen aan de achterste mem in de koopkrachtontwikkeling. Voor het 14e jaar geen indexering van aanvullend pensioen en nu wordt de AOW ook nog ingeperkt.

Het was er opeens, als een onaangename verrassing. De AOW wordt als enige uitkering losgekoppeld van de komende verhoging van het minimumloon met 7,5 %. Terwijl in de verkiezingsprogramma's van de coalitiepartijen deze koppeling wel werd voorzien. Logisch want een brood kost voor een oudere evenveel als voor een werkende. Maar uit de hoge hoed van het coalitieakkoord komt de loskoppeling tevoorschijn.

Verwacht en voorzien kon worden dat deze maatregel woede losmaakt. We zien dan ook steeds vaker publicaties over ouderen die in verzet komen. Er wordt her en der ook opgemerkt dat het uitblijven van indexatie van de pensioenen schandalig is, maar het is de vraag of de meesten dat meekrijgen.

Ontkoppeling AOW strategische zet

Het gevoel dat mij bekruipt is dat de keuze voor ontkoppeling van de AOW een strategische zet is, waarbij een ‘opstand’ van ‘de ouderen’ mogelijk een doel op zich is. Laat ze zich maar focussen op de ontkoppeling, dan blijven de (belangrijke) ontwikkelingen ten gevolge van het pensioenakkoord mooi op de achtergrond, zou de redenering wel eens kunnen zijn. Dit kan het effect zijn als de coalitiepartijen met een groots gebaar kenbaar maken dat de voorgenomen ontkoppeling van de AOW wordt herzien. Een koppeling die bij een verhoging van 7,5% voor de individuele pensionaris maximaal €49,00 netto per maand oplevert. Een bedrag dat in schril contrast staat met de consequenties die het niet indexeren al teweeg heeft gebracht en hetgeen er bij het overgaan naar het nieuwe stelsel mogelijk aan koopkrachtverlies bij zal komen.

Bovendien komen nu ook geluiden als fiscaliseren van de AOW en mensen met een hoog pensioen geen AOW meer naar boven. Een hoog pensioen heb je al snel, want € 20.000,- aanvullend pensioen is een hoog pensioen volgens het programma “Scheefgroei in de Polder” van Jeroen Pauw. Historisch besef is er al lang niet meer. AOW plus aanvullend pensioen moeten leiden tot 70 % van het middelloon.

Voor deel AOW geen pensioen opgebouwd

Als je bij een anderhalf modaal inkomen (€ 54.000,- denk aan de onderwijzer, de verpleegkundige, de politieman) de AOW component (voor een alleenstaande € 17.000,-) er uit haalt, bouwt hij/zij maar maximaal op tot € 20.800. Een hoog pensioen weliswaar als het gemiddelde € 800,- bruto in de maand is, maar het is maar 38 % van je oude salaris. Voor het deel van je AOW heb je geen pensioen opgebouwd, terwijl je al die jaren wel altijd AOW-premie hebt betaald. Deze zogeheten AOW-franchise is nodig om tot die 70 % te komen.

Dus onder de ophef en opwinding over de loskoppeling heeft het er alle kans van dat de aanvullende pensioenen, waar je je zelf blauw voor betaald hebt, verder worden uitgekleed. Niet voor niets is er ineens één minister voor armoede, participatie en pensioenen.

Laten we bij de gemeenteraadsverkiezingen niet op de pensioen afbraakpartijen stemmen. Want de werkende generatie, vaak met flexbanen, onzekerheden en dure huisvesting, staat als zij straks senior wordt voor hetzelfde probleem. Sterker nog zij krijgen in ieder geval nooit meer 70 % van hun middelloon want door het tegelijkertijd niet indexeren van de pensioenopbouw halen zij met AOW en hun pensioen op dit moment veel minder dan de helft van hun salaris. Maar dat weten zij nog niet.

Als wij ouderen dus op 15 maart 2022, de dag voor de verkiezingen één dag een ‘Dwaze Dinsdag’ zouden gaan uitvoeren, één dag geen vrijwilligerswerk inclusief oppassen op de kleinkinderen doen, weet dan dat het ook voor jullie oude dag is.

Wilma Berkhout uit Stiphout is voormalig belastinginspecteur

dinsdag 4 januari 2022

Lonen en pensioenen stijgen, maar koopkracht daalt


Algemeen Dagblad 4 januari 2022

Werkenden en gepensioneerden zien hun inkomen stijgen dit jaar. Maar die stijging is niet voldoende om het koopkrachtverlies door de hoge inflatie te compenseren.

Dat blijkt uit het jaarlijkse onderzoek naar de lonen door salarisverwerker ADP. Gemiddeld gaan werkenden er dit jaar een tientje op vooruit. Vooral mensen met een minimumloon en mensen die tweemaal modaal, 5864 euro bruto per maand, verdienen, houden meer over vanaf deze maand.
De verhoging van de pensioenen is opmerkelijk. Vorig jaar zaten gepensioneerden nog veelal aan de verkeerde kant van de streep. Er dreigden zelfs kortingen op de aanvullende pensioenen. Maar dit jaar valt het dubbeltje hun kant op.
Daar zijn verschillende redenen voor. Zo profiteren ouderen van de verhoging van de AOW. Die uitkering is gekoppeld aan het minimumloon en dat stijgt. Een alleenstaande krijgt 18 euro meer AOW per maand, gehuwden en samenwonenden gaan er 13 euro per persoon op vooruit.