vrijdag 28 januari 2022

Pensioenfondsbazen willen haast maken: ’Laat nieuw stelsel eerder ingaan’ (Telegraaf)

AMSTERDAM - Er moet meer haast worden gemaakt met het nieuwe pensioenstelsel, vinden bestuurders van de grootste pensioenfondsen. Dan kunnen de pensioenen ook vaker en met hogere percentages geïndexeerd worden. „Wat ons betreft gaat het nieuwe stelsel per 1 januari 2025 in plaats van 2026 in”, zegt Eric Uijen, uitvoerend bestuursvoorzitter van pensioenfonds PME.

Ook Joanne Kellerman, bestuursvoorzitter van pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW), maant tot haast. Want hoewel ook de financiële positie van PFZW is verbeterd, „kopen onze deelnemers en zeker onze gepensioneerden daar helaas niets voor”, zo zegt zij.

Want wie in de zorg werkt of heeft gewerkt, of als leraar, politieagent, metaalarbeider, hoeft er opnieuw niet op te rekenendat zijn of haar pensioen geïndexeerd gaat worden. Kellerman: „In een tijd dat de boodschappen steeds duurder worden en de energieprijzen snel stijgen, is dat een harde constatering.”

Eenzelfde geluid klinkt bij de andere pensioenfondsen. „We willen ongelofelijk graag indexeren, we begrijpen de steeds luider wordende roep om indexatie ook heel goed”, zegt PME-bestuurder Uijen.

Er is nu een regel in de maak waarmee pensioenfondsen over de laatste twaalf maanden gemiddeld nog maar 105 euro in kas hoeven te hebben voor iedere 100 euro die aan pensioen moet worden uitgekeerd. Dat moet nu nog 110 euro zijn. Pensioenfonds ABP, dat nu met een gemiddelde dekkingsgraad van 102,8 procent dichterbij die 105 procent komt, zegt dan ook de intentie te hebben te indexeren als die grens wordt gehaald.

donderdag 27 januari 2022

Pensioenfondsen kunnen weer dromen over verhoging (Volkskrant)


De dekkingsgraad geeft aan of pensioenfondsen voldoende geld in kas hebben om de beloofde uitkeringen te kunnen uitbetalen. Een graad van 100 procent betekent dat er voor elke euro die een fonds verplicht is uit te keren, zowel nu als in de toekomst, ook een euro in de pot zit. Momenteel moet het jaarlijks gemiddelde van deze graad, de beleidsdekkingsgraad genoemd, hoger zijn dan 110 procent om pensioenen te indexeren, dat wil zeggen aan te passen aan de inflatie; vanaf juli wordt deze grens waarschijnlijk 105. Zonder die verlaging zal indexatie dit jaar voor veel pensioenfondsen waarschijnlijk nog uitblijven.

Vooral ABP en Zorg en Welzijn hebben een goed jaar achter de rug en hebben goede hoop dat hun beleidsdekkingsgraad, net als de actuele stand, boven de 105 komt. Beide fondsen zeggen dat ze dan van plan zijn de pensioenen te indexeren. De laatste keer dat ABP dit deed was in 2010. Van de vijf grote fondsen heeft alleen BPFBouw voldoende buffers om de pensioenen te verhogen.

Boven op de AOW ontvangt een huishouden gemiddeld nog zo’n 50 procent extra bruto inkomen door de pensioenuitkeringen. Mede doordat deze uitkering in veel gevallen niet is meegegroeid met de stijgende prijzen, zijn gepensioneerden er de afgelopen jaren minder op vooruit gegaan dan de gemiddelde Nederlander.

ABP: Terugblik 2021: een goed jaar voor onze financiële positie

Ook 2021 was door de coronapandemie een zwaar jaar voor velen. Voor de financiële positie van ABP was het een goed jaar. De actuele dekkingsgraad steeg met 16,7% naar 110,2%. Het rendement op de beleggingen was 11,1% en het vermogen van het fonds groeide naar €550 miljard. Ook de beleidsdekkingsgraad nam toe; deze stond eind 2021 op 102,8%. In dit bericht blikken we terug op 2021 en geven we een doorkijk naar 2022.

Vooruitblik 2022

“Pensioenverlaging is uit beeld geraakt, we kunnen zelfs voorzichtig gaan nadenken over pensioenverhoging”, aldus Harmen van Wijnen, voorzitter van het uitvoerend bestuur van ABP. “We hebben de afgelopen jaren ervoor gepleit om de pensioenen eerder te kunnen verhogen en zijn blij als dit weer kan. Vanaf 1 juli dit jaar zal de minimale beleidsdekkingsgraad waarbij we mogen verhogen, zeer waarschijnlijk dalen van 110% naar 105%. Zodra we de pensioenen mogen verhogen, is het onze intentie dit te doen. We onderzoeken vanaf welke datum we dit kunnen uitvoeren, mocht de beleidsdekkingsgraad in de loop van dit jaar boven de 105% uitkomen. Nu is de beleidsdekkingsgraad van 102,8% nog te laag.”

Dekkingsgraden gestegen in 2021

De actuele dekkingsgraad laat zien of ABP genoeg geld in kas heeft om de pensioenen nu en in de toekomst te kunnen betalen. Hij geeft de verhouding weer tussen het beschikbare vermogen van het fonds (€550 miljard) en alle huidige en toekomstige pensioenuitkeringen (€499 miljard). In 2021 steeg de actuele dekkingsgraad van 93,5% naar 110,2%. Vooral in het eerste, tweede en vierde kwartaal maakte de dekkingsgraad een sprong omhoog.

De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste 12 actuele dekkingsgraden. Doordat het een gemiddelde is, geeft de beleidsdekkingsgraad een stabieler beeld van onze financiële positie. Deze dekkingsgraad wordt daarom onder meer gebruikt bij besluiten over het verhogen van de pensioenen (indexatie). Ook de beleidsdekkingsgraad steeg in 2021: van 87,6% naar 102,8%. Dit is niet genoeg om de pensioenen te kunnen verhogen. Daarvoor moet de beleidsdekkingsgraad minimaal 110% zijn. Het kabinet wil dit nog dit jaar verlagen naar 105%.

Positief rendement: 11,1%

Het beschikbaar vermogen van ABP groeide in 2021 ondanks de coronacrisis: van €495 miljard eind 2020 naar €550 miljard. We boekten over heel 2021 een positief rendement van 11,1%. In het vierde kwartaal bedroeg het rendement +4,1% (€21,6 miljard). Wilt u meer weten over onze beleggingsresultaten in het vierde kwartaal? Bekijk dan onze kwartaal update. Hierin geeft hoofdeconoom Thijs Knaap u de achtergronden bij de cijfers.

donderdag 20 januari 2022

Gepensioneerden aan achterste mem; loskoppelen AOW is afleiding van niet indexeren pensioen

Opinie:  vm Belasting Inspecteur Eindhovens Dagblad 20 januari 2022

Gepensioneerden hangen aan de achterste mem in de koopkrachtontwikkeling. Voor het 14e jaar geen indexering van aanvullend pensioen en nu wordt de AOW ook nog ingeperkt.

Het was er opeens, als een onaangename verrassing. De AOW wordt als enige uitkering losgekoppeld van de komende verhoging van het minimumloon met 7,5 %. Terwijl in de verkiezingsprogramma's van de coalitiepartijen deze koppeling wel werd voorzien. Logisch want een brood kost voor een oudere evenveel als voor een werkende. Maar uit de hoge hoed van het coalitieakkoord komt de loskoppeling tevoorschijn.

Verwacht en voorzien kon worden dat deze maatregel woede losmaakt. We zien dan ook steeds vaker publicaties over ouderen die in verzet komen. Er wordt her en der ook opgemerkt dat het uitblijven van indexatie van de pensioenen schandalig is, maar het is de vraag of de meesten dat meekrijgen.

Ontkoppeling AOW strategische zet

Het gevoel dat mij bekruipt is dat de keuze voor ontkoppeling van de AOW een strategische zet is, waarbij een ‘opstand’ van ‘de ouderen’ mogelijk een doel op zich is. Laat ze zich maar focussen op de ontkoppeling, dan blijven de (belangrijke) ontwikkelingen ten gevolge van het pensioenakkoord mooi op de achtergrond, zou de redenering wel eens kunnen zijn. Dit kan het effect zijn als de coalitiepartijen met een groots gebaar kenbaar maken dat de voorgenomen ontkoppeling van de AOW wordt herzien. Een koppeling die bij een verhoging van 7,5% voor de individuele pensionaris maximaal €49,00 netto per maand oplevert. Een bedrag dat in schril contrast staat met de consequenties die het niet indexeren al teweeg heeft gebracht en hetgeen er bij het overgaan naar het nieuwe stelsel mogelijk aan koopkrachtverlies bij zal komen.

Bovendien komen nu ook geluiden als fiscaliseren van de AOW en mensen met een hoog pensioen geen AOW meer naar boven. Een hoog pensioen heb je al snel, want € 20.000,- aanvullend pensioen is een hoog pensioen volgens het programma “Scheefgroei in de Polder” van Jeroen Pauw. Historisch besef is er al lang niet meer. AOW plus aanvullend pensioen moeten leiden tot 70 % van het middelloon.

Voor deel AOW geen pensioen opgebouwd

Als je bij een anderhalf modaal inkomen (€ 54.000,- denk aan de onderwijzer, de verpleegkundige, de politieman) de AOW component (voor een alleenstaande € 17.000,-) er uit haalt, bouwt hij/zij maar maximaal op tot € 20.800. Een hoog pensioen weliswaar als het gemiddelde € 800,- bruto in de maand is, maar het is maar 38 % van je oude salaris. Voor het deel van je AOW heb je geen pensioen opgebouwd, terwijl je al die jaren wel altijd AOW-premie hebt betaald. Deze zogeheten AOW-franchise is nodig om tot die 70 % te komen.

Dus onder de ophef en opwinding over de loskoppeling heeft het er alle kans van dat de aanvullende pensioenen, waar je je zelf blauw voor betaald hebt, verder worden uitgekleed. Niet voor niets is er ineens één minister voor armoede, participatie en pensioenen.

Laten we bij de gemeenteraadsverkiezingen niet op de pensioen afbraakpartijen stemmen. Want de werkende generatie, vaak met flexbanen, onzekerheden en dure huisvesting, staat als zij straks senior wordt voor hetzelfde probleem. Sterker nog zij krijgen in ieder geval nooit meer 70 % van hun middelloon want door het tegelijkertijd niet indexeren van de pensioenopbouw halen zij met AOW en hun pensioen op dit moment veel minder dan de helft van hun salaris. Maar dat weten zij nog niet.

Als wij ouderen dus op 15 maart 2022, de dag voor de verkiezingen één dag een ‘Dwaze Dinsdag’ zouden gaan uitvoeren, één dag geen vrijwilligerswerk inclusief oppassen op de kleinkinderen doen, weet dan dat het ook voor jullie oude dag is.

Wilma Berkhout uit Stiphout is voormalig belastinginspecteur

dinsdag 4 januari 2022

Lonen en pensioenen stijgen, maar koopkracht daalt


Algemeen Dagblad 4 januari 2022

Werkenden en gepensioneerden zien hun inkomen stijgen dit jaar. Maar die stijging is niet voldoende om het koopkrachtverlies door de hoge inflatie te compenseren.

Dat blijkt uit het jaarlijkse onderzoek naar de lonen door salarisverwerker ADP. Gemiddeld gaan werkenden er dit jaar een tientje op vooruit. Vooral mensen met een minimumloon en mensen die tweemaal modaal, 5864 euro bruto per maand, verdienen, houden meer over vanaf deze maand.
De verhoging van de pensioenen is opmerkelijk. Vorig jaar zaten gepensioneerden nog veelal aan de verkeerde kant van de streep. Er dreigden zelfs kortingen op de aanvullende pensioenen. Maar dit jaar valt het dubbeltje hun kant op.
Daar zijn verschillende redenen voor. Zo profiteren ouderen van de verhoging van de AOW. Die uitkering is gekoppeld aan het minimumloon en dat stijgt. Een alleenstaande krijgt 18 euro meer AOW per maand, gehuwden en samenwonenden gaan er 13 euro per persoon op vooruit.