zaterdag 25 juni 2022

Seniorenafdelingen VVD, CDA en D66: ’Misgelopen pensioengeld compenseren’ (Telegraaf)

De seniorenafdelingen van VVD, CDA en D66 willen dat gepensioneerden eerst hun misgelopen indexatie krijgen voordat hun opgebouwde pensioenvermogen wordt overgeheveld in het nieuwe stelsel. Dat schrijven zij in een brief aan de vier coalitiefracties.


Veel pensioenfondsen hebben al meer dan tien jaar de pensioenen niet verhoogd waardoor een fors koopkrachtverlies is opgebouwd, soms van meer dan 25 procent. „Voorkomen moet worden dat gepensioneerden starten met een indexatieachterstand die nooit meer in te halen is”, aldus de bezorgde ouderen. „Anders dreigt een hele generatie gepensioneerden die nooit een indexatie hebben gekend.”


Minie Walma, voorzitter VVD Senioren in de Samenleving, bevestigt dat de brief donderdagavond naar de Kamerfracties is verstuurd. „Deze generatie ouderen heeft geen enkele gelegenheid om de gemiste indexatie nog in te halen”, zegt zij. „Wie nog niet met pensioen is heeft nog wel de tijd om de achterstand goed te maken. Daarom moet er naar inhaalindexatie gekeken worden.”

Ze is blij dat pensioenfonds ABP naast een indexatie van 2,39 procent per 1 juli ook een klein beetje extra geeft aan gepensioneerden. Over de maanden januari tot en met juni krijgen ouderen bij ABP eenmalig 1,2 procent erbij. Maar dat maakt het koopkrachtverlies bij lange na niet goed. Ook metaalfonds PME verhoogt het pensioen, met 1,39 procent, maar heeft geen inhaalindexatie.

„Senioren zijn het fundament van de samenleving waarop veel zaken zijn gebouwd”, aldus Walma van VVD Senioren. „Dat fundament mag je niet verwaarlozen. Het zou getuigen van solidariteit als inhaalindexatie op de een of andere manier geregeld wordt.”

Bij metaalfonds PME was voor het laatst in 2008 geïndexeerd, bij ABP in 2010 voor het laatst. Inclusief de extreme prijsstijgingen dit jaar, telt de inflatie van 2009 tot eind 2022 inmiddels op tot 34 procent. Dat betekent dat ouderen een steeds groter koopkrachtverlies hebben over hun aanvullende pensioen.

vrijdag 24 juni 2022

Oorlog en energiecrisis, maar de pensioenen gaan omhoog: hoe kan dat?


Pensioenfondsen ABP (overheid) en PME (metaal) hebben voor het eerst in lange tijd de pensioenen verhoogd. Daarbij kijken de fondsen naar de gemiddelde prijsstijging. Hoe werkt dit en gaan meer fondsen volgen? En waarom kan er uitgerekend nú, terwijl de beurzen zwaar lijden onder de oorlog en de energiecrisis, wel worden geïndexeerd? Tijdens de afgelopen ’vette beursjaren’ kon dat immers niet.


Het nieuws dat de grote fondsen de pensioenen gaan verhogen leidt bij veel tot opluchting.

Waarom verhogen de fondsen de pensioenen?

Als er financiële ruimte is, willen pensioenfondsen graag indexeren. Met een volledige indexatie worden pensioenen met de prijsstijgingen mee verhoogd. Sinds de financiële crisis van 2008 is er niet of nauwelijks meer geïndexeerd. Eerst door de klap op de beurzen, daarna door de alsmaar dalende rente. ABP indexeerde voor het laatst in 2010, al was dat met 0,28 procent heel erg karig. PME indexeerde voor het laatst in 2008. Zonder indexatie staat je pensioen stil en holt de koopkracht van het aanvullend pensioen uit, omdat je geld gewoonweg minder waard wordt.
Hoe is de indexatie berekend?

PME verhoogt de pensioenen per 1 juli met 1,29 procent, ABP met 2,39 procent. In beide gevallen is het een aanpassing met terugwerkende kracht, die mogelijk is dankzij soepeler pensioenregels. PME mikt op de inflatie van juli 2021 en ABP op die van september 2021. De extreme prijsstijgingen die zich dit jaar voordoen, zijn daarmee dus niet gecompenseerd.

Hoe groot is het koopkrachtverlies over de afgelopen jaren?

Een gemiddeld metaalpensioen is circa 800 euro per maand. Dankzij pensioenkortingen en uitblijvende indexatie in vele jaren komt dat bedrag nu uit op 765 euro, inclusief de indexatie die net is aangekondigd. Als vanaf 2009 het pensioen steeds met de prijzen van dat jaar was verhoogd dan zou je op een bedrag van 1075 euro uitkomen. Een koopkrachtverlies van dik 40 procent. Gepensioneerden zijn - uitgerekend op de achterkant van een sigarendoosje - zo over al die jaren bijna 24.000 euro misgelopen. 

Het gemiddeld ABP-pensioen van 1000 euro bedraagt nu 1026 euro, maar zou bij volledige indexatie 1344 euro zijn geweest, een koopkrachtmin van bijna 31%. Opnieuw op de achterkant van een sigarendoosje een misgelopen 22.000 euro tussen 2008 en nu. 
Dit geldt alleen voor het aanvullende pensioen, de AOW steeg de afgelopen jaren wel.

Waarom kunnen pensioenfondsen nu wél indexeren?

Dankzij de stijgende rente is de financiële positie van de fondsen heel snel verbeterd. Pensioenfondsen zagen de afgelopen jaren hun vermogen flink groeien in goede beursjaren. Maar als de rente daalt, dan drukken de toekomstige pensioenverplichtingen steeds zwaarder en is er geen ruimte om de pensioenen te verhogen. Nu de rente stijgt, gebeurt het tegenovergestelde. En dat effect is zo groot dat zelfs in een slechte beurstijd zoals nu de ruimte ontstaat om te indexeren. Daarnaast gaat per 1 juli een soepelere regeling in. Eerst moesten pensioenfondsen een buffer hebben van 10 procent om te mogen indexeren, maar dat is nu verlaagd naar 5 procent. Dat geldt alleen voor pensioenfondsen die mee gaan doen aan het nieuwe pensioenstelsel waarin het pensioen onzekerder wordt en er minder strikte regels gaan gelden. Ook andere grote fondsen zullen naar verwachting indexaties gaan aankondigen.

Is indexatie verantwoord?

Volgens pensioendeskundigen is het kwetsbaar om nu te veel financiële ruimte in te zetten voor pensioenverhogingen. De komende jaren stappen de fondsen over naar het nieuwe stelsel en daarvoor is wel enige buffer nodig om alle overgangsproblemen mee weg te strijken. Niemand weet wat in de tussentijd de beurzen en de rente gaan doen. Anderzijds is met het nieuwe pensioenstelsel juist voorgespiegeld dat er vaker en meer geïndexeerd kan worden. Nu alvast indexeren is voor het kabinet en de pensioenfondsen een manier om draagvlak voor het nieuwe stelsel te creëren.

donderdag 23 juni 2022

Ook ABP, grootste pensioenfonds van Nederland, verhoogt pensioenen

ABP, het grootste pensioenfonds van Nederland, verhoogt voor het eerst in jaren de pensioenen weer iets. Net als andere fondsen is het ambtenarenpensioenfonds er de laatste tijd een stuk beter voor komen te staan. Volgens ABP is de stap daarbij mogelijk omdat de overheid de regels heeft aangepast vooruitlopend op het nieuwe pensioenstelsel.

Gepensioneerden krijgen er 2,39% bij en zien dit hogere pensioen vanaf juli op hun rekening staan. Ook ontvangen ze nog een nabetaling van 1,2% over de eerste zes maanden van dit jaar. Het hoge woord is er uit. „Ik ben blij dat we het nu kunnen laten weten”, zegt een opgeluchte voorzitter Harmen van Wijnen van ABP. „Als we het kunnen doen, gaan we het ook doen.”

Hij legt uit dat de financiële positie nu goed was om ook de indexatie toe te passen, dus zij dit als bestuur hadden voorgesteld. „Het prachtige nieuws is, dat het verantwoordingsorgaan, waar ook gepensioneerden in zitten, unaniem was.”

De pensioenuitkeringen zijn sinds 2008 niet meer geïndexeerd.„Het is een historische dag, ook voor ons als bestuur. We hebben er veel werk van gemaakt om dit op een goede manier te doen.” Dus ja, hij is emotioneel. „Blijdschap is ook emotie. Het is een belangrijke dag voor onze deelnemers. Daar doen we het voor.”

Van Wijnen legt uit bij deze verhoging te kijken naar de prijsontwikkeling van september 2020 tot september 2021, op basis van de cijfers van het CBS. „In die periode was de inflatie niet zo hoog als die nu is, maar dat kan in de toekomst anders zijn.” De pensioenverhoging wordt meteen per volgende maand – juli dus - berekend. „De financiële positie van ABP is goed met een beleidsdekkingsgraad van 110,1% per eind mei.”

Van Wijnen denkt dat iedereen blij is dat er een verhoging plaatsvindt. „Een goed pensioenstelsel stijgt immers mee met koopkracht. En ik ben blij dat na veertien jaar dit nu ook eindelijk gebeurt.” Maar ook ziet hij de keerzijde: „We realiseren ons dat het voor gepensioneerden slechtst een kleine toevoeging is bij de hoge kosten van het tanken aan de pomp en de boodschappen in de supermarkt.” Dat maakt de emotie bij hem ook dubbel. „Ik begrijp dat de koopkracht voor onze deelnemers nog niet is opgelost.”

Van Wijnen ziet deze indexatie ook als een vooruitblik van de toekomst die gaat komen. Maar dan is er toch geen sprake meer van indexatie aan de hand van de dekkingsgraden? „Dan ademen pensioenen tenminste mee met de econome. Nu hebben we in de afgelopen jaren vaak gezien dat we niets konden doen terwijl we wel veel geld in onze buffers hadden.” Ook ziet hij deze indexatie als stap die genomen kan worden, omdat ABP overgaat naar het nieuwe pensioensysteem. „Dit is een beweging die we hebben willen nastreven.”

zaterdag 18 juni 2022

Nieuw pensioenstelsel: meer onzekerheid, maar beter uitlegbaar?


Vijf zwakke punten van Schoutens pensioenplan:

Het was een opmerkelijke cri de coeur van pensioenadviseur Jacintha van Bijnen van consultancybureau Aon. „In de media bestaat het idee dat het allemaal beter wordt. Ik vind dat persoonlijk nogal eng”, sprak zij tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer. „Ik denk niet dat voldoende is doordrongen dat dit de meest fundamentele wijziging is in de pensioenwereld die ooit in Nederland plaatsvond.”

Honderden pagina’s aan wetteksten voor het nieuwe pensioenplan liggen in de Tweede Kamer. Om alle details te kunnen overzien, hield de Kamer maar liefst drie rondetafelgesprekken met deskundigen. Pensioenminister Carola Schouten heeft inmiddels talloze vragen ontvangen. Wat zijn de vijf zwakke punten in het pensioenplan?

1. Invaren

Bij de overstap van het huidige naar het nieuwe pensioenstelsel wordt voor honderden miljarden aan opgebouwde pensioenrechten overgeheveld. „Dat invaren wordt het heikelste punt”, denkt Herman Kappelle, pensioenhoogleraar aan de VU en adviseur bij Aegon. Nu is het een grote collectieve pot waarin alle werkenden en gepensioneerden rechten hebben opgebouwd. Die moet worden verdeeld naar individuele pensioenpotjes. Hoe ga je dat doen? „Voor de leek is dat straks compleet onnavolgbaar”, verwacht Van Bijnen.

2. Onzeker pensioen

Na het sluiten van het pensioenakkoord zei FNV-onderhandelaar Tuur Elzinga dat iedereen erop vooruit gaat. „Dat kan niet”, reageert Van Bijnen. „Je kunt de pot geld maar één keer verdelen en er zit geen geldmachine in het systeem. Wij hebben dat zelf nagerekend: vooral volgende generaties krijgen minder.” Maar het idee is toch dat als er meer risico genomen mag worden met pensioenvermogen op de beurs, iedereen dan een hoger verwacht pensioen krijgt? „Inderdaad. Maar dat blijft een risico. Dat kan ook fout gaan”, stelt Van Bijnen.

3. Uitlegbaarheid

„De ambitie is dat je een pensioen opbouwt van 75% van je gemiddelde salaris in 42 jaar tijd”, zegt Kappelle nuchter. „Het nieuwe systeem is echt beter uitlegbaar dan het oude toezichtskader met zijn rekenregels en de rekenrente.”
Van Bijnen is minder positief. „Met het nieuwe pensioen is een monster gecreëerd. Het is zo complex gemaakt dat we bijna weer terug bij af zijn”, stelt zij. Ze doelt vooral op de solidariteiten die in het nieuwe pensioen worden ingebouwd. Om beursverliezen uit te smeren over de jaren en generaties bouwen pensioenfondsen een solidariteitsreserve, waarvan de werking niet voor iedereen duidelijk zal zijn. „Zo maken we van pensioen weer die black box waarvan we niet begrijpen wat eruit komt”, voorziet Van Bijnen.

4. Arbeidsmarkt

„Het is jammer dat het pensioen voor zzp’ers achter de horizon is verdwenen”, reageert Kappelle. De bedoeling was dat het nieuwe stelsel beter zou aansluiten nu meer van baan wordt gewisseld en vaker in flexcontracten of als zzp’er wordt gewerkt. „De 1,1 miljoen zzp’ers krijgen nu niet de kans een pensioen op te bouwen dat alle werknemers wel kunnen. Echt een gemiste kans.”

5. Menskracht

„Dit is een immense operatie”, stelt Kappelle. „De grootste transitie die ik in mijn 40-jarige carrière hebt meegemaakt.” Hebben we voldoende pensioenadviseurs om alle werkgevers tijdig te bedienen? Het lijkt een retorische vraag. „Ik denk dat dit een groot knelpunt wordt, omdat we te weinig mensen hebben. Met name voor kleinere mkb-werkgevers gaat dit een probleem worden.” Van Bijnen denkt niet dat het haalbaar is.


Tijdlijn nieuw pensioen:
  • 5 juni 2019: Pensioenakkoord.
  • 4 juli 2020: Uitwerking pensioenakkoord
  • 30 maart 2022: Pensioenwet naar Kamer.
  • 1 juli 2022: Pensioenfondsen komen met intentieverklaring dat ze vermogen gaan ’invaren’ in nieuw contract, soepeler regels voor indexatie.
  • Najaar 2022: Behandeling in Tweede Kamer.
  • Najaar 2022: Behandeling in Eerste Kamer.
  • 1 januari 2023: Wet Toekomst Pensioenen treedt in werking, transitieperiode naar nieuw stelsel.
  • 1 januari 2027: Nieuw pensioencontract uiterlijk ingevoerd.