Pensioenfondsen mogen sinds dit jaar langer de tijd nemen om hun zwakke financiële situatie aan te pakken, maar moeten dan wel met een goed doortimmerd plan komen. Een herstelplan moet binnen twaalf jaar leiden tot een gezonde verhouding tussen de verplichtingen en het vermogen. Gemiddeld nemen fondsen daar 6,5 jaar de tijd voor, blijkt uit de door DNB beoordeelde herstelplannen.
Voorheen moest de dekkingsgraad van pensioenfondsen binnen drie jaar herstellen. Veel fondsen die door de financiële crisis en lage rente in moeilijkheden waren gekomen, moesten daardoor de afgelopen jaren korten op de pensioenen of de premies verhogen.

Uit de beoordeelde herstelplannen blijkt dat het pensioenfondsen hun herstel vrijwel geheel uit waardestijging van de beleggingen denken te kunnen halen. Gemiddeld gaan ze uit van 4,7 procent rendement. Een aantal, veelal grotere fondsen, zoekt volgens DNB wel de grenzen op door uit te gaan van de maximaal toegestane rendementsverwachtingen. Of die prognoses uitkomen, hangt af van de marktontwikkelingen.
Een op de vijf fondsen met onderdekking heeft wel voldoende bufferruimte om de pensioenen volgend jaar gedeeltelijk mee te laten stijgen met de inflatie. Twee derde van de pensioenfondsen verwacht dat in 2018 te kunnen doen.