dinsdag 28 januari 2020

50plus: Koopkrachtverlies na topjaar niet uit te leggen

In De Telegraaf werd afgelopen week uitgebreid ingegaan op de financiële situatie bij de Nederlandse pensioenfondsen. Naast een analyse over deze situatie had de krant ook een treffende illustratie opgenomen. Over de gehele pagina 2 en 3 was een afbeelding te zien van enerzijds zeer zonnige rendementen en anderzijds dreigende, rode cijfers inzake de dekkingsgraden van de pensioenfondsen.

Ondanks rendementen van 15 tot 20 procent is het nog steeds niet mogelijk de pensioenen aan te passen aan de oplopende prijzen. De koopkracht van de gepensioneerden gaat daardoor ook het komende jaar weer verder achteruit. Een bizarre situatie die ertoe heeft geleid dat Nederlandse gepensioneerden de afgelopen jaren bijna een kwart van de koopkracht van hun pensioen zijn kwijtgeraakt.


De huidige problemen rond de pensioenen worden niet veroorzaakt door de slechte rendementen, maar door de veel te strenge regels die onze overheid aan de pensioenfondsen heeft opgelegd. Onze partij vraagt hier al jarenlang aandacht voor, maar meestal zijn onze betogen aan politieke dovemansoren gericht. Gelukkig groeit de aandacht voor deze problemen. Onlangs richtte een groep van zestig hoogleraren, pensioendeskundigen en bestuurders uit het bedrijfsleven zich tot de fractievoorzitters in de Tweede Kamer met adviezen om de regels aan te passen. Want het is niet meer aan mensen uit te leggen dat pensioenfondsen torenhoge rendementen boeken en de politiek tegelijkertijd druk debatteert over extra kortingen op pensioenuitkeringen. Alsof het koopkrachtverlies van ouderen nog niet groot genoeg is geweest. Dat is niet te begrijpen.

Bij veel ouderen leeft het idee dat er door partijen weliswaar eindeloos over allerlei systemen wordt gesproken, maar dat we geen meter opschieten. Dat er talloze commissies, stuurgroepen en werkgroepen zijn ingesteld, maar er niets is opgelost. Het enige wat dit gepraat af en toe heeft opgeleverd, zijn complexe akkoorden met allerlei nieuwe regeltjes die de ruimte om de pensioenen te verhogen alleen maar verder beperken.

Zolang we niet tot een wezenlijke verandering van de spelregels komen, blijft het ronddraaien in dezelfde cirkeltjes als de afgelopen jaren. Het is ook niet verrassend dat, ondanks alle jarenlange onderhandelingen tussen de diverse partijen, er nog steeds geen zicht is op een nieuw pensioenakkoord. Een akkoord dat er volgens ons ook niet komt als het kabinet blijft vasthouden aan dezelfde starre uitgangspunten. Wanneer er geen duidelijke wijziging komt in de rekenrentesystematiek, zal er weinig vooruitgang zijn, anders dan een poging de risico’s zo veel mogelijk naar de deelnemers te verschuiven.

Afbeeldingsresultaat voor martin van rooijenHet is de hoogste tijd dat het kabinet zich minder verdiept in complexe modellen voor de lange termijn, maar met concrete oplossingen komt om de inkomens van miljoenen gepensioneerden snel te verbeteren. Gepensioneerden die jarenlang gespaard hebben voor wat zij dachten dat een goed pensioen zou worden, maar nu doorlopend misgrijpen, terwijl de pensioenfondsen steeds rijker worden; die absoluut niet begrijpen hoe dit allemaal kan, die steeds minder vertrouwen hebben in het stelsel en zich grote zorgen maken over hun toekomst. Dat kan en moet anders.

Martin van Rooijen is voorzitter van de Eerste Kamerfractie van 50-plus


De pensioenfondsen hebben een gouden jaar gedraaid met hun beleggingen, maar de pensioenen gaan níet omhoog. De lage rente gooit roet in het eten. Verwachting is dat het pensioenstelsel verder wordt versoberd. Martin van Rooijen is ontsteld. „Ouderen begrijpen hier niets meer van.”

dinsdag 21 januari 2020

Analyse: pensioen niet uit te leggen

In de kern is het pensioen niet zo’n ingewikkeld systeem. Tijdens het werkzame leven stort een werknemer een deel van het inkomen in de kas van een pensioenfonds. Dat fonds belegt dat geld zo goed mogelijk en betaalt later pensioen uit.

Een mooi en – op papier – eenvoudig systeem. Tot de grote voordelen van het Nederlandse pensioenstelsel behoort de verplichting: bijna iedereen in loondienst moet meedoen met een pensioenfonds. Verplichting klinkt onaardig maar op die manier bouwt ieder een pensioen op, óók de jongeren die hun geld liever besteden aan een festival of vakantie.

Maar tegenover deze simpele praktijk staan ingewikkelde regels die zijn opgesteld voor de pensioenfondsen. Regels die er zijn om te vermijden dat de fondsen er een zooitje van maken.

De pensioenfondsen investeren honderden miljarden euro’s in beleggingen die relatief veilig zijn, zoals staatsleningen. Maar er gaan ook miljarden naar aandelen of andere beleggingen. En 2019 was voor veel van die beleggingen een uitstekend jaar. De fondsen hebben superrendementen behaald.

Een pensioenfonds heeft tegenover de beleggingen ook een verplichting om pensioenen uit te betalen. Voor de berekeningen van die verplichting wordt (volgens de strikte regels) gewerkt met de lage rente die er thans is. Hoe lager de rente, hoe meer er nu in kas moet zijn om op termijn een bedrag te betalen.

Dat is een veilige manier van rekenen. Maar ook een manier die ertoe leidt dat de fondsen gouden tijden beleven op de beurs en toch de pensioenen niet kunnen laten stijgen; de berekende verplichtingen groeien immers sneller dan de beleggingen. Dat is bijna niet uit te leggen aan de deelnemers van de fondsen. Dat is erg want als werknemers verplicht meedoen moet het stelsel op zijn minst begrijpelijk zijn.

vrijdag 3 januari 2020

Aon: Pensioenkortingen over een jaar realistisch scenario

De pensioenkortingen zijn bij sommige pensioenfondsen weliswaar van de baan voor dit jaar, maar kortingen vanaf 1 januari 2021 blijven een realistisch scenario. Deze voorspelling doet financieel dienstverlener Aon donderdag in een bericht.

"De rente blijft waarschijnlijk laag en aandelenbeleggingen zijn onzeker", aldus Aon. "Als een pensioenfonds nu een dekkingsgraad van 90 procent heeft, wordt het een hele uitdaging om naar 100 procent te komen."

Pensioenfondsen hebben het afgelopen jaar flink last gehad van de gedaalde rente. Hierdoor daalden ook de dekkingsgraden. Tegelijk maakten de fondsen ook relatief hoge rendementen op onder meer hun aandelenbeleggingen.

"Het is ook de vraag hoe er dit jaar geacteerd wordt als de fondsen er nog steeds slecht voor staan", zegt Frank Driessen, directeur van Aon Retirement & Investment. "Zeker met het oog op de verkiezingen in 2021 kan het zomaar gebeuren dat ook eind 2020 de kortingen niet toegepast worden."

De gemiddelde dekkingsgraad, de verhouding tussen het vermogen van de fondsen en de verplichtingen, daalde in 2019 van 104 procent naar 103 procent. Meerdere fondsen hebben een dekkingsgraad onder de 100 procent.